Charlotte Van den Broeck
Charlotte Van den Broeck gebruikt ‘de romantiek van een
afwendbare tragedie’ van de thylacine om bredere ideeën uit te werken rond
massatoerisme, de opwarming van de aarde, ecologisch verdriet en klimaatrouw. De
BBL-rubriek opent dit jaar met een diepe duik in één boek: Een vlam Tasmaanse
tijgers, van Charlotte Van den Broeck. Van Australische archieven en 'tiger
hunters', over seksistische pelsjagers en inheemse aboriginalvolkeren, tot
grotere overpeinzingen over klimaatrouw en genetische manipulatie: ze sleept de
lezer moeiteloos en leerrijk mee.
“Eerder vanwege een uit de hand gelopen interesse”. Zo
luidde het antwoord van Charlotte Van den Broeck. Ze was in gesprek met twee
biologen, op een behoorlijk afgelegen kampeerterrein in Zuid-Tasmanië. Ze
dronken een biertje met twee Tasmaanse tijgers op het etiket, met op de
achtergrond enkele voertuigen met een Tasmaanse tijger op de nummerplaat. De
geschiedenis van de Tasmaanse tijger is een verdrietige getuigenis van de
impact die we uitoefenen op de natuur, maar van de gevolgen die verhalen kunnen
hebben. Ze wordt hier erg door geraakt, wat ze met de lezer deelt.
Is een bergleeuw een leeuw, of, net als de zilverleeuw,
gewoon een andere naam voor een poema, een Puma concolor? Wat is een juiste
naam en wat is een juiste vertaling? Is een “Tasmaanse tijger” überhaupt een
tijger? In het Nederlands wordt deze benaming veel meer gebruikt dan
“thylacine”, hoewel dat de wetenschappelijke voorkeur geniet. Men vindt ook
tijgerwolf, hyenatijger, vampiertijger, wolfskophond, bulldogtijger en
zebratijger terug. Er circuleren bovendien nog tal van verkeerde fonetische
overnames van het palawa kani-woord voor de Tasmaanse tijger: ‘kaparunina’.
Taal kan rijk zijn. Tasmaanse Aboriginalvolkeren leefden gedurende duizenden
jaren samen met het dier, zowel dagelijks als spiritueel. Het speelde een
belangrijke rol in hun culturele identiteit en leeft verder in verhalen en
liederen.
Charlotte neemt je over de hele wereld op sleeptouw, naar
archieven, musea en zelfs een veilinghuis; ze belandt tussen vergeelde foto’s,
kranten en samen te puzzelen skeletresten in schoendozen. Ze praat met
journalisten en wetenschappers, maar ook met de bezieler van de de Thylacine
Awareness Group of Australia, een online gemeenschap van ‘tiger hunters’. TAGOA
verzamelt alle informatie over de thylacine en legt zich toe op vermeende
waarnemingen. “Verhalen stoppen niet en mensen houden nooit op … het
denkbeeldige is echt en het echte is fake news,” zegt een expert, wat jammer
genoeg bijzonder actueel klinkt. Ze deelt ervaringen en weetjes, belandt in
dromen van herintroductie via het klonen van restjes genetisch materiaal. Ze
gaat op trektocht in onherbergzame gebieden maar vindt geen thylacine.
Uitgestorven.
Ronduit knap is hoe ze de lezer laat meegenieten van de
gedachten van die ene deskundige en diezelfde gedachten door de volgende expert
minutieus laat doorprikken. Bovendien gebruikt ze het verhaal van het
uitsterven (‘de romantiek van een afwendbare tragedie’) van de thylacine om
bredere ideeën uit te werken rond massatoerisme, de evolutietheorie, de
opwarming van de aarde, het klonen van dieren met enkel overgebleven restjes,
de herintroductie van soorten, biodiversiteit; kortom, het hele verhaal,
inclusief zaken als ecologisch verdriet of klimaatrouw. Met tal van voorbeelden
doorprikt ze, een jonge, Westerse vrouw, mythes van de kolonisatie en toont met
voorbeelden de vaak weinig subtiele mannelijke dominantie. Door voornamelijk
mannetjes ten toon te stellen, ontstond een vertekend beeld van de
biodiversiteit. Wat vooraf ging was een zoektocht naar zo groot mogelijke (en
dus vaak mannelijke) intacte schedels, hoewel vele stevig waren toegetakeld
door pelsjagers en stropers. Musea werkten actief mee en verleenden
wetenschappelijke autoriteit aan een ‘seksistisch vertelmodel’.
Haar beschrijvingen van de natuur openen telkens prozaïsch,
verglijden naar het poëtische, regelmatig gevolgd door een psychologische
overweging. “… het zeegezicht is een esthetische bedwelming, alsof je naar een
schilderij kijkt in plaats van naar de levende wereld die het afbeeldt, en
precies die omweg in het kijken houdt het landschap op afstand, verborgen in
haar weergave.” Soms wordt ze heel persoonlijk in de beschrijving van haar zoektocht:
niet enkel een herkenbaar stukje over haar grootmoeder in de inleiding, maar
ook tijdens trektochten of een eenzame nachtelijke autorit doorheen
onherbergzame bossen. Ze gunt je een inkijk in haar ervaring en angst en ze
laat je genieten van haar weelderige woordenschat. Woorden zijn haar ‘geliefde
bewaardozen’. Een van de vele geïnterviewden stelt de historie op scherp: “Er
was een dier. Toen kwamen de Europeanen en we raakten het kwijt. Zo eindigt
helaas het verhaal.”
https://singeluitgeverijen.nl/de-arbeiderspers/boek/een-vlam-tasmaanse-tijgers/
De tekst verscheen op de site van BBL op 6 februari 2025
https://www.bondbeterleefmilieu.be/artikel/de-tijger-die-er-geen-was