zondag 16 februari 2025

Een vlam Tasmaanse tijgers

 Charlotte Van den Broeck




Charlotte Van den Broeck gebruikt ‘de romantiek van een afwendbare tragedie’ van de thylacine om bredere ideeën uit te werken rond massatoerisme, de opwarming van de aarde, ecologisch verdriet en klimaatrouw. De BBL-rubriek opent dit jaar met een diepe duik in één boek: Een vlam Tasmaanse tijgers, van Charlotte Van den Broeck. Van Australische archieven en 'tiger hunters', over seksistische pelsjagers en inheemse aboriginalvolkeren, tot grotere overpeinzingen over klimaatrouw en genetische manipulatie: ze sleept de lezer moeiteloos en leerrijk mee.

“Eerder vanwege een uit de hand gelopen interesse”. Zo luidde het antwoord van Charlotte Van den Broeck. Ze was in gesprek met twee biologen, op een behoorlijk afgelegen kampeerterrein in Zuid-Tasmanië. Ze dronken een biertje met twee Tasmaanse tijgers op het etiket, met op de achtergrond enkele voertuigen met een Tasmaanse tijger op de nummerplaat. De geschiedenis van de Tasmaanse tijger is een verdrietige getuigenis van de impact die we uitoefenen op de natuur, maar van de gevolgen die verhalen kunnen hebben. Ze wordt hier erg door geraakt, wat ze met de lezer deelt.

Is een bergleeuw een leeuw, of, net als de zilverleeuw, gewoon een andere naam voor een poema, een Puma concolor? Wat is een juiste naam en wat is een juiste vertaling? Is een “Tasmaanse tijger” überhaupt een tijger? In het Nederlands wordt deze benaming veel meer gebruikt dan “thylacine”, hoewel dat de wetenschappelijke voorkeur geniet. Men vindt ook tijgerwolf, hyenatijger, vampiertijger, wolfskophond, bulldogtijger en zebratijger terug. Er circuleren bovendien nog tal van verkeerde fonetische overnames van het palawa kani-woord voor de Tasmaanse tijger: ‘kaparunina’. Taal kan rijk zijn. Tasmaanse Aboriginalvolkeren leefden gedurende duizenden jaren samen met het dier, zowel dagelijks als spiritueel. Het speelde een belangrijke rol in hun culturele identiteit en leeft verder in verhalen en liederen.

Charlotte neemt je over de hele wereld op sleeptouw, naar archieven, musea en zelfs een veilinghuis; ze belandt tussen vergeelde foto’s, kranten en samen te puzzelen skeletresten in schoendozen. Ze praat met journalisten en wetenschappers, maar ook met de bezieler van de de Thylacine Awareness Group of Australia, een online gemeenschap van ‘tiger hunters’. TAGOA verzamelt alle informatie over de thylacine en legt zich toe op vermeende waarnemingen. “Verhalen stoppen niet en mensen houden nooit op … het denkbeeldige is echt en het echte is fake news,” zegt een expert, wat jammer genoeg bijzonder actueel klinkt. Ze deelt ervaringen en weetjes, belandt in dromen van herintroductie via het klonen van restjes genetisch materiaal. Ze gaat op trektocht in onherbergzame gebieden maar vindt geen thylacine. Uitgestorven.

Ronduit knap is hoe ze de lezer laat meegenieten van de gedachten van die ene deskundige en diezelfde gedachten door de volgende expert minutieus laat doorprikken. Bovendien gebruikt ze het verhaal van het uitsterven (‘de romantiek van een afwendbare tragedie’) van de thylacine om bredere ideeën uit te werken rond massatoerisme, de evolutietheorie, de opwarming van de aarde, het klonen van dieren met enkel overgebleven restjes, de herintroductie van soorten, biodiversiteit; kortom, het hele verhaal, inclusief zaken als ecologisch verdriet of klimaatrouw. Met tal van voorbeelden doorprikt ze, een jonge, Westerse vrouw, mythes van de kolonisatie en toont met voorbeelden de vaak weinig subtiele mannelijke dominantie. Door voornamelijk mannetjes ten toon te stellen, ontstond een vertekend beeld van de biodiversiteit. Wat vooraf ging was een zoektocht naar zo groot mogelijke (en dus vaak mannelijke) intacte schedels, hoewel vele stevig waren toegetakeld door pelsjagers en stropers. Musea werkten actief mee en verleenden wetenschappelijke autoriteit aan een ‘seksistisch vertelmodel’.

 

Haar beschrijvingen van de natuur openen telkens prozaïsch, verglijden naar het poëtische, regelmatig gevolgd door een psychologische overweging. “… het zeegezicht is een esthetische bedwelming, alsof je naar een schilderij kijkt in plaats van naar de levende wereld die het afbeeldt, en precies die omweg in het kijken houdt het landschap op afstand, verborgen in haar weergave.” Soms wordt ze heel persoonlijk in de beschrijving van haar zoektocht: niet enkel een herkenbaar stukje over haar grootmoeder in de inleiding, maar ook tijdens trektochten of een eenzame nachtelijke autorit doorheen onherbergzame bossen. Ze gunt je een inkijk in haar ervaring en angst en ze laat je genieten van haar weelderige woordenschat. Woorden zijn haar ‘geliefde bewaardozen’. Een van de vele geïnterviewden stelt de historie op scherp: “Er was een dier. Toen kwamen de Europeanen en we raakten het kwijt. Zo eindigt helaas het verhaal.”

 

https://singeluitgeverijen.nl/de-arbeiderspers/boek/een-vlam-tasmaanse-tijgers/

De tekst verscheen op de site van BBL op 6 februari 2025

https://www.bondbeterleefmilieu.be/artikel/de-tijger-die-er-geen-was