donderdag 30 december 2021

Kruispunt

 Jonathan Franzen



 

Een man wandelt in de richting van een bevolkt kruispunt. Hij heeft een stoel bij zich en een rugzak. Hij zet zich, haalt een stapel lege schriftjes uit zijn rugzak en een doos potloden en begint te schrijven. Zomaar, op een schijnbaar lukraak gekozen ogenblik.

Het boek samenvatten is makkelijk. Franzen schrijft het zelf. Hij verlangt dat de lezer eerst 563 pagina’s leest, bijna het volledige boek dus. Terloops in een gesprek schrijft hij: “niets is belangrijker dan familie”. Het boek bevat één nuance: “maar mét familie is niet altijd een voordeel”.

Er zijn diverse vormen van kruispunten, gaande van 2 gelijkwaardige wegen, loodrecht op elkaar, tot behoorlijk ingewikkelde constructies met een veelvoud aan wegen en kruisingen op verschillende niveaus. Franzen verhaalt over een familiaal kruispunt, de familie Hildebrandt, zes personen. Een groep mensen in een heel concrete omgeving met onderling een verband. Franzen focust zich op dat verband, dat rekt, trekt, krimpt, zet uit, dat ontwricht. Die ontwrichtingen hebben oorzaken en gevolgen, gevolgen voor het individu en gevolgen voor de rest van de familie. De oorzaken schuilen in wat voorafging. Franzen laat ook de omgeving een belangrijke rol spelen in zijn vertelling. Regelmatig verlaat iemand even het kruispunt, maakt een ommetje, loopt even voor- of achteruit, duikelt in het verleden en belandt telkens opnieuw terug in de actualiteit. Hij vertelt gebeurtenissen  eerst door de handelende persoon, en dan vanuit het standpunt van een andere deelnemer, soms vanuit een participerende toeschouwer of een toevallige onverlaat

De familie heeft een schijnbaar ideale buitenzijde: gelukkig getrouwd, inzet voor de gemeenschap, toewijding aan geloof, vier opgroeiende kinderen, een aangenaam sociaal netwerk, en gerespecteerd door de gemeenschap.  Geleidelijk krijgt de ontwrichting vorm door verhalen over overspel, abortus, drugsgebruik, piepjonge ouders, militaire dienstplicht, … Het is een ontwrichting van zowel het individu als van de familie en de (kleine) dorpsgemeenschap. Ontwrichting in plaats en snelheid, in combinatie met een onvoorspelbaarheid. Het zijn niet de feiten noch het verhaal dat het boek tot een feest maken, wel de ontleding van de psyche. Telkens verbaast Franzen met nieuwe interpretaties over dezelfde feiten vanuit een andere invalshoek. Oogkleppen zijn aan hem niet besteed. De inzichten, de argumenten en de onderbouwing maken het een meesterlijk boek. Interesse in geloof is een voordeel voor de lezer.

Een man stopt met schrijven, bergt een stapel volgeschreven schriftjes in zijn rugzak, staat recht, neemt zijn stoel en wandelt weg van een bevolkt kruispunt. Zomaar, op een lukraak gekozen ogenblik.

https://uitgeverijprometheus.nl/catalogus/kruispunt.html

maandag 27 december 2021

Schemervluchten

 Helen Macdonald






 

”Tijd en ruimte worden er kneedbaar”. Een zin die Helen MacDonald in de mond legt van een uitzonderlijk wetenschapper. Kan dat wel? Het is een schijnaar eenvoudige zin die samenvat wat haar het meest boeit, namelijk verwondering. Het boek opent met een beschrijving van de “Wunderkammer”, wat ze ook een “rarenteitenkabinet” noemt. In de zestiende eeuw was het de gewoonte om, of toch voor de exclusieve upperclass, een kamer te hebben waar je allerlei verschillende spullen verzamelde die verwondering konden opwekken. De topwetenschapper in kwestie zou een doosje met een beetje maanstof in de kast gezet hebben. Laat verwondering nu net een eigenschap zijn die zo karakteristiek is voor kinderen, en die de meesten geleidelijk toedekken of verliezen wanneer ze ouder worden. Helen Macdonald kuiert en blijft verwonderd.

Schemervluchten bevat een dertigtal essays, ruim gespreid in tijd en plaats. En zoals altijd zijn sommige essays zijn beter dan de andere, soms in een ronduit vertederende taal, dan weer blijft een gedachte wat langer hangen. Je reist door Engeland en de rest van de wereld. Haar verwondering brengt haar in Chili bij maanonderzoekers, op de Empire State Building in New York om de trekbewegingen van vele vogels te begrijpen (tussendoor verklaart ze waarom vogeltrek ruis op radars kan veroorzaken). Ze is enthousiast over een nestelende duif in haar hotelkamer, bekommert zich om zwaluwen, ze geniet van kraanvogels, besluipt wielewalen en bewondert de spreidstand van baardmannetjes. Schemervluchten is ook de titel van één essay, eentje over gierzwaluwen. In het Engels spreekt men over “vesper flights”, verwijzend naar het Latijnse woord “vespers”, dat ook voor het avondgebed wordt gebruikt. “Vesper flights” heeft ze steeds een prachtige term gevonden, “van een oneindige melancholie”. Haar beschrijvingen zijn zalig en gracieus, vogels die omhoog waaieren, er stilletjes tussenuit knijpen en de verstilling opzoeken, hoog boven de wolken zwevend.

Helen Macdonald ervaart haar omgeving (beeld, geluid, geur, gevoel) en beschrijft dit uitmuntend. Ze start haar verhalen vanuit een detail in het doodgewone leven. Daarna schakelt ze steeds, overdenkt ze, zet ze stappen naar het landschap,de geschiedenis, de kunst, de cultuur, maar even goed ook over de actuele politiek. Als ze op pad gaat met een paddenstoelenkenner en ronduit vertelt over hun zoektocht erkent ze haar beperkte kennis en schrijft ze “paddenstoelen dwingen ons stil te staan bij de grenzen van ons inzicht”. Mooi toch.

Of haar wandeling langs de Theems: ze merkt zwanen, zet de stap naar een schilderij, naar gildes, naar de Brexit, naar Nigel Farage, naar het vangen en verorberen van zwanen tijdens de vorige eeuwen, naar een roeiwedstrijd, naar de determinatiekenmerken van zwanen, naar China, het belang van cultureel erfgoed, … Ze legt haar tekst mooi neer: “Ik koesterde de gedachte dat een hoogdravend historisch en politiek discours best eens mag haperen, al is het een klein beetje, ten overstaan van vakkundige interacties met niet-menselijke dingen. Kleine dingen. Zwanen, rivieren, boten stromingen, vastgeknoopte lussen gevlochten katoendraad.”

Ze legt een relatie tussen kerstversiering, pestvogels en migranten, ze schrijft over het voederen van dassen en de al of niet verantwoorde keuze om dieren te voederen, over het aankopen van nestkasten van zwaluwen en het verlangen naar donzige veertjes als ze haar huis binnenstapt. Ze legt een verband tussen vogelaars en spionnen, ze vergelijkt haar migrainecrisis met de klimaatcrisis, …

 

Daarbij toont ze heel open haar emoties, zowel haar betrokkenheid met de natuur als haar sociale bewogenheid. Ze is kritisch over het gebrek aan emotie in onze omgang met natuur (het tellen van dieren, het kijken vanuit vogelhutten), staat stil bij vogelopvangcentra en gekooide kweekvogels op een vogelmarkt. Ze is openhartig, ze deelt niet enkel haar hondenallergie maar ook dat ze in een bepaalde periode behoorlijk depressief was en haar leven zat was. Ze staat stil bij vluchtelingen, bij gemeenschapszin, bij gevangenissen, de te verwachten exponentiële groei van het aantal klimaatvluchtelingen. Kortom: ze is nederig en sociaal bewogen. Opmerkelijk, één dingetje ontbreekt heel bewust in haar teksten, ze hakt nooit in op standpunten die ze niet deelt. Wat ze wel doet, is oprechte emoties koesteren.

 

https://www.debezigebij.nl/boek/schemervluchten/ebook/9789403155807/?gclid=Cj0KCQiA5aWOBhDMARIsAIXLlkfZKVC_-StYhCjGtpPw4zNxdl6biwUofqy1fE-kD0IvYKkVAfirIz0aAtKGEALw_wcB


Deze tekst verscheen op de site van BBL op 27/12/2021.