donderdag 12 oktober 2017

De akkers van pandora

Spencer Wells




Spencer Wells is geneticus en antropoloog. Een wetenschapper in hart en nieren, die graag over de muurtjes van zijn vakgebied kijkt, precies analyseert, een mening vormt en die graag vertelt. Bovendien kijkt hij ook graag naar andere onderwerpen zoals moraal en ethiek. Hij brengt alles samen en geeft de krachtlijnen voor een toekomstige samenleving.

Spencer Wells schept snel duidelijkheid. “De grootste revolutie van de afgelopen vijftigduizend jaar menselijke geschiedenis was niet de opkomst van internet, de industriële revolutie, … de verlichting, … de navigatie over lange afstand, maar het moment waarop enkele mensen op verschillende plekken ter wereld besloten te stoppen met het verzamelen van eetbare planten, en dus ophielden onderworpen te zijn aan de grenzen die hun waren gesteld door de natuur, en in plaats daarvan hun eigen voedsel gingen verbouwen”. De kern van zijn betoog en meteen ook het uitgangspunt voor de oplossing van terrorisme, pandemieën, klimaatverandering, … Deze gedragswijziging heeft alle (technologische) innovaties mogelijk gemaakt: de significante genetische veranderingen aan de gewassen, de domesticatie van de dieren, de ontwikkeling van complexe irrigatiesystemen, de opkomst van de steden en de gelaagde vormen van overheidsbestuur.

Spencer Wells is een verhalend wetenschapper. Hij is erg belezen en laat de lezer graag kennis maken met andere wetenschappers en hun werk. Het is markant hoe precies hij die verwijzingen in zijn eigen verhaal plaatst. Zijn redeneringen zijn stapsgewijs en minutieus. Hij leidt je binnen in de wereld van Pritchard, het cytochrome P-450 gencluster, fysieke kenmerken van mannen en vrouwen in elke belangrijke historische periode, aquacultuur als landbouwmethode, de strontium-calciumratio in botten, polyploïde planten, junk DNA, het FOXP2-gen, … In zijn vakgebieden (genetica en antropologie) is hij erg geloofwaardig. Hij kiest een denklijn én een vertellijn en knipt alle ballast uit zijn verhaal. Een erudiete snotaap. Verhalend is hij sterk. Je kan bv. lezen waarom mensen in het Neolithicum naar een tandarts gingen, hoe dat verliep, waarom dat noodzakelijk was, wat ze dus aten en hoe ze zich gedroegen. En dat allemaal op basis van een vondst van een kies in Mehrgarh (Pakistan). Of je leest bv. waarom welke indianen diabetesgevoelig zijn.

Centraal in zijn redenering staat de transgenerationele macht, de macht die je hebt als individu om, bewust of onbewust zowel  je directe of indirecte nakomelingen als hun leefomstandigheden te sturen. Maar ook de omgeving kan in dit proces sturend zijn. Hij illustreert dit niet enkel met een verdwaald colaflesje van 60 jaar geleden, maar ook met de effecten van sikkelcelanemie, de mogelijkheden om embryo’s zelf te boetseren en met effecten van een vroegere klimaatverandering op de mensheid. Juist omdat de actuele CO2-emissies nog minstens 1000 jaar effect zullen hebben op onze leefomgeving waagt hij zich aan voorspellingen. De oplossing? Met zijn allen minder willen. Helder door zijn eenvoud, maar moeilijk haalbaar.

 Als hij een honderdtal pagina’s uit het boek wegknipt, wordt het verhaal sterker, geloofwaardiger, minder voor discussie vatbaar en minder kwetsbaar. Maar als wetenschappers altijd in hun eigen loopgraaf blijven zitten, daalt de maatschappelijke dynamiek. Kortom, een boeiend verhaal. Jammer dat Spencer Wells wat drammerig (redden van de ondergang) overkomt als hij buiten zijn eigen vakgebieden wandelt. Zijn ongerustheid over onze toekomst is zeer intens, met een sprankeltje hoop. Juist dat laatste was inspirerend voor de titel.

Een uitgave van atlas contact, niet meer beschikbaar bij de uitgever, wel bij sommige boekhandels.

2011, geredacteerd 

https://www.atlascontact.nl/

https://www.goodreads.com/nl/book/show/8551926-de-akkers-van-pandora

 

vrijdag 6 oktober 2017

Het zwarte goud wordt groen

Het zwarte goud wordt groen, energie na piekolie en Fukushima





Johan Braem

 

Johan Braem heeft jaren stapels documenten van overheden maar vooral van alle grote mondiale energiespelers uitgevlooid. Hij heeft de cijfers geschikt, herschikt, en berekeningen toegevoegd. Hij heeft analyses gemaakt en een verhaal neergeschreven.

Het boek ademt de sfeer uit van een rapport. Het is zakelijk qua inhoud en nuchter qua stijl, ook bij de voorspellingen. De schaal is mondiaal. De kracht van het boek is de ontsluiting van een berg cijfers in een toegankelijk verhaal. Eerst gaat hij in op het wereldwijde energieverbruik, daarna behandelt hij de belangrijkste energiebronnen apart (olie, aardgas, steenkool kernenergie, windenergie, zonne-energie, andere energiebronnen, elektriciteit). Voor de bespreking reikt hij een enorme hoeveelheid cijfers en grafieken aan. Zijn boek bevat 67 figuren en 33 tabellen. Daarna volgt het besluit. Hij rondt het geheel af met een doorlichting van 26 belangrijke energiebedrijven, zoals bijvoorbeeld BP, Gazprom, Lukoil en ENI. Telkens geeft hij een reeks vergelijkbare cijfers en een beknopte bespreking.

We moeten zuiniger zijn met ons energieverbruik. Het is gewoon een kwestie van tijd alvorens de toenemende vraag naar energie de besparing door zuinigere gebruikers zal overstemmen. De echte oplossing is dat elektriciteit gebruikt wordt als enige energiedrager (transport en verwarming). Voor de productie van elektriciteit worden zo weinig mogelijk fossiele brandstoffen gebruikt.   Hernieuwbare energie vraagt zo’n gigantische investeringen dat ze zeker ontoereikend zullen zijn voor het bereiken van gewenste elektriciteitsproductie.

Gevolg is dat de hulp van kernenergie en fossiele brandstoffen nodig zal blijven. Een verhoging van de aardgasproductie kan alvast de CO2-uitstoot doen dalen, zeker indien er minder steenkool zal worden gebruikt. Maar, net China en de USA beschikken over grote voorraden steenkool. Bovendien zijn steenkoolinstallaties niet zo makkelijk te wijzigen en is steenkool relatief goedkoop. De druk om steenkool minder te gebruiken kan dus enkel vanuit milieuhoek worden verwacht. Kernenergie kampt onder meer met de beperkte beschikbaarheid van uranium. De kernramp in Fukushima leidt weliswaar tot een aantal sterke beslissingen, maar, Tsjernobyl leert dat dit slijt. Hydro-elektriciteit is geografisch beperkt, windenergie is overal inzetbaar, maar heeft een onstabiele productie, net als zonne-energie. Bovendien, megazonneparken creëren een nieuwe geografische afhankelijkheid.

De cijfers gebruikt hij om mechanismen bloot te leggen en tendensen te duiden. Op die manier kan het boek makkelijk worden gebruikt als naslagwerk (voorkomt dat je zelf al die rapporten moet doorworstelen), én als toetssteen voor fragmentaire berichten. Zijn evaluaties zijn pragmatisch en strak logisch. Hij gaat er van uit dat de maatschappij geld verkiest boven milieu. Hij zegt regelmatig waar het op staat, en spreekt bv. over besluitloze klimaatconferenties, duidt alternatieve energie als “te duur”, noemt subsidies een bedrieglijke vorm van hulp,  stelt dat het toekomstige olieverbruik flink onderschat wordt (vooral van China !), stelt luidop vragen over de formele oliereserves, … Nu en dan maakt hij verwijzingen naar het verleden, bv. bij het aandeel van de diverse brandstoffen in het totale verbruik wijst hij op de terugkeer naar het verleden als het aandeel biobrandstoffen toeneemt, door bij elektrische auto’s de batterijverhuurplaatsen te vergelijken met postkoetswissels, …  Telkens hoedt hij zich voor emotie, en legt zich toe op feiten.

 “The facts, nothing but the facts”.

Juni 2012, geredacteerd

Niet meer beschikbaar bij de uitgever

https://lib.ugent.be/nl/catalog/rug01:001670452?i=17&q=%22Braem+%22&type=other-manuscript-article-audio-book