woensdag 12 juni 2019

waarom zijn sommige landen rijk en andere arm?

 



waarom zijn sommige landen rijk en andere arm? 

Daron Acemoglu en James Robinson


Een dik boek met een eenvoudige theorie, de institutietheorie, waarmee de auteurs de belangrijkste contouren van de economische en politieke ontwikkelingen sinds de neolithische revolutie verklaren. 15 jaar diepgaand onderzoek op net geen 500 uiterst lezenswaardige bladzijden.

Op zaterdag 28 april 2012 wijdde De Tijd een hele pagina aan het boek “why nations fail” van Daron Acemoglu en James Robinson, inclusief een interview met Acemoglu. Robinson is politiek wetenschapper en econoom, en hoogleraar aan Harvard University. Daron Acemoglu is hoogleraar aan het MIT (Massachusetts Institute of Technology) in Boston.

Acemoglu ontving reeds diverse prijzen; een Nobelprijs ligt in de lijn der verwachtingen. Rond de jaarwisseling werd het boek een prominente plaats toebedeeld in de boekentop 25 van 2012 van diezelfde krant. In het najaar 2012 bracht Nieuw Amsterdam Uitgevers een Nederlandse vertaling op de markt met als titel “waarom sommige landen rijk zijn en andere arm”.

Boeken van Michael Sandel, zoals bv. 'rechtvaardigheid',  worden graag naar voor geschoven als “verplichte literatuur voor iedereen die worstelt met de vraag “wat is de juiste keuze?”. Terecht.  Geurtenissen zoals de beslissing om Ford Genk te sluiten confronteren politici met de vraag wat ze hier aan kunnen doen. Machteloos? Als je Acemoglu en Robinson leest, is het duidelijk dat ze hier veel kunnen aan doen, maar niet noodzakelijk met onmiddellijk zichtbare resultaten. Ze bieden een boek aan over politieke economie.

Het is een dik boek met een eenvoudige theorie, de institutietheorie. Daarmee verklaren ze de belangrijkste contouren van de economische en politieke ontwikkelingen sinds de neolithische revolutie. De kern van de theorie is dat er een nauw verband bestaat tussen inclusieve economische en politieke instanties en welvaart. Inclusieve economie? Beschermen van eigendomsrechten, iedereen gelijke kansen op eenzelfde speelveld bieden, rechtszekerheid, stimuleren van investeringen in nieuwe technologieën en vaardigheden. Het tegenovergestelde, extractieve economische instituties, zorgen voor uitbuiting van de massa ten voordele van een kleine minderheid, bieden geen bescherming van eigendom noch rechtszekerheid, en stimuleren geen economische activiteiten. Bovendien wordt inclusieve economie aan inclusieve politieke instituties gekoppeld, instituties die zorgen voor een pluralistische spreiding van de politieke macht, en voor het aanvaarden van een centrale organisatie, wat leidt tot rust en orde. 

15 jaar diepgaand onderzoek

De auteurs hebben hele kamers kennis geassimileerd, bibliotheken doorploegd, gesprekken gevoerd, congressen bijgewoond en inhoud aangereikt, debatten geanimeerd, en zaten wellicht meer aan de PC gekluisterd dan wat de meeste levensgezellen appreciëren, maar wat ze ons aanreiken, is ronduit indrukwekkend.  Het is het resultaat van 15 jaar diepgaand onderzoek. Als gerenommeerde wetenschappers verliezen ze ook enkele wetenschappelijke kenmerken niet uit het oog zoals een gedetailleerde literatuurlijst, een uitgebreid register met begrippen, én een bibliografische toelichting en bronnen. Hierin vermelden ze precies van wie ze welke informatie hebben gebruikt en waarom. Op die manier zijn ze wetenschappelijk correct, en belangrijker, slagen ze er in om een beter verhaal te schrijven omdat ze in de tekst niet telkens moeten aangeven van wie welke informatie komt.

De opbouw van het boek is sterk, de schrijfstijl verhalend, met een helder doel voor ogen, in een toegankelijk proza (op enkele begrippen na), en met veel oog voor detail, zonder zich er in te verliezen. Je zou het boek rustig kunnen beperken tot de helft, of zelfs enkel het afsluitende hoofdstuk. De theorie blijft stevig overeind, maar het universele karakter ervan, doorheen tijd en ruimte komt veel minder tot zijn recht. Altijd en overal hetzelfde.

Lef

Lef moet je hebben om vandaag zonder veel poeha te stellen dat je verwacht dat de economische groei van China beperkt en eindig is. “China moet uitkijken of het eindigt zoals de Sovjet-unie”, was de uitspraak die De Tijd gebruikte. Met genoegen doen ze er nog een schepje bovenop (p. 130) door te verwijzen naar de vroegere uitspraken van Nobelprijswinnaar Paul Samuelson die herhaaldelijk voorspelde dat de Sovjet-Unie de belangrijkste economische macht zou worden, een voorspelling geuit in 1961, en geactualiseerd in 1980. Nee dus, Samuelson was fout. Op basis van hun theorie voorspellen ze dat China drastisch zal moeten wijzigen om te voorkomen dat de groei gaat stagneren. China kent een concentratie van macht, garandeert geen eigendomsrechten, sommige ondernemers worden gevangen gezet, en China zet niet in op nieuwe technologieën vaardigheden. Daarom stellen ze vandaag dat de Chinese groei tijdelijk en relatief beperkt zal zijn. Zou er al een vertaling in het Chinees beschikbaar zijn?

Is het dat? Is dat nu het enige, unieke boek dat alle informatie aanreikt over armoede en rijkdom van staten, samen met een glazen bol? Uiteraard niet, en, voor alle duidelijkheid, de auteurs pretenderen dit ook niet.  Het is veeleer een politiek-economisch geschiedenisboek. Voorspellen kan niet omdat er veel kleine verschillen bepalend kunnen zijn.  Een voorbeeld? In 1588 hakte de Engelse vloot de veel grotere Spaanse Armada in de pan, geholpen door het weer, maar ook door de strategische fouten van de Spaanse bevelhebber Sidonia (what’s in a name !), die pas op het laatst het bevel had gekregen omdat een meer ervaren commandant stierf. Gevolg was, dat, in combinatie met tal van andere factoren, Engeland uitgroeide tot een wereldmacht.

Maatschappelijke organisatie en instituties

Wat het boek onbetwistbaar duidelijk maakt, is het onvoorstelbare voordeel van een goede maatschappelijke organisatie, van instituties. Een treffend voorbeeld? Aan de oevers van de Kasai, zijrivier van de Kongo, leven de Lele-stam (westelijke oever) en de Bushong-stam (oostelijke oever). De Lele-stam was arm, de Bushong rijk, verschillen die niet te verklaren zijn door geografische of klimatologische verschillen, door verschil in kennis of cultuur, maar louter door politieke instituties. De Bushong hadden een piramide van politieke instituties, belastingen, een rechtssysteem, een politiemacht voor de naleving van de wetten, en zelfs een juryrechtstpraak, uniek in Afrika ten zuiden van de Sahara voor de komst van het Europese kolonialisme. Kortom, in vergelijkbare omstandigheden is een goede organisatie een groot voordeel. Maar, een goede organisatie is geen absolute garantie voor een vlekkeloze maatschappij. Caroline Steel toonde aan dat Rome georiënteerd en afgestemd was op voedselvoorziening. Geen voedsel leidt tot problemen, vraag maar aan de Romeinen. Goetyn en Jacobson toonden aan dat klimaat erg bepalen kan zijn voor “geen voedsel” en een klimaatcrisis altijd en overal tot een maatschappelijke crisis leidde, vraag dat maar aan de Maya’s. Zonder twijfel voegen Acemoglu en Robinson met dit boek een belangrijk aspect toe aan. Een goede, eerlijke en toekomstgerichte organisatie is steeds een groot voordeel.

https://nieuwamsterdam.nl/boek/Waarom-sommige-landen-rijk-zijn-en-andere-arm-T364.html