Heeft de natste julimaand ooit jouw stapeltje reisliteratuur
al helemaal opgesoupeerd? Geen zorgen, huisrecensent Johan Van den Broek
schenkt nog maar liefst drie nieuwe boekentips. Voor augustus stelt hij
reflectie voor. Reflectie over hoe-het-zover-is-kunnen-komen in Zwijndrecht,
over de schoonheid van dagboeken, en over rebelse romantici. Bonne lecture!
Afscheid van de handkus - Benno Barnard
Twee voor de prijs van één. Een dagboek en een novelle,
zogenaamd geschreven door Nathan Raad in 2011 en door Benno Barnard behoorlijk
vrij vertaald. Zogenaamd, want het is zijn werk. Zijn zoon Christopher noemt de
novelle een anagram van zijn dagboek. De novelle hangt als een geordend
kruimelspoor aan het dagboek.
Het dagboek is schijnbaar achteloos samengesteld. Lezen van
de novelle veruiterlijkt dat het dagboek, wellicht net als de auteur, complex
en ingenieus in elkaar zit. Dagelijkse gebeurtenissen zijn ragfijn verweven met
grootse gedachten. Benno Barnard is uitermate belezen en erudiet en laat
beslommeringen over loslopende honden en een kafferende Engelse boer naadloos
overgaan in bedenkingen over Russische schrijvers. De talloze
literatuuruitweidingen maken het dagboek soms moeilijker leesbaar en
gelijktijdig zorgen ze er voor dat het veel meer is dan ‘Ik stond op, dronk een
glas, deed een plas, keek wat tv en ging slapen.’ Voortdurend ontmoet hij de
onuitwisbare zielenkras die hem tekent, het onherroepelijke verlies van zijn
dochter Anna. Het is een écht dagboek, spontaan kuierend door het leven. Bij het
lezen van de novelle wordt stilaan duidelijk hoe ingenieus zijn dagboek
gemonteerd is, als een complexe puzzel.
“Goed Hebreeuws heb ik nooit geleerd, maar zijn bevlogenheid
waaierde uit, naar het verleden en de mythe, naar de toekomst en de
interpretatie, tot deze woorden aan toe, ver voorbij zijn dood”. Zijn vader was
dominee, dichter en kreeg een eredoctoraat toebedeeld. Hij maakte een diepe
indruk op de schrijver. Over zijn moeder vind je veel minder tekst, wat hij ook
verklaart: “Het is moeilijk om over haar te schrijven”. Hij wacht zorgvuldig
lang om over haar te vertellen om dan op de proppen te komen met een
jeugdtrauma, uitgescholden worden als ‘”brillenjood”, wat hij omboog tot een
kenmerk, en subtitel van het boek. In zijn biologische wortels ligt niet enkel
zijn brede interesse voor de joodse cultuur, maar ook zijn ingebakken reflex om
die cultuur te verdedigen. Hij adoreert het autonome karakter, en zet het
autonome denken van zijn ouders met plezier verder.
Het is een dagboek van een gevoelig en taalvaardig
intellectueel. Hij hanteert een erg complexe, gebalde taal en dwingt je
regelmatig tot het raadplegen van een woordenboek. Hij gaat er prat op dat hij
regelmatig vijf boeken gelijktijdig leest, niet (enkel) omdat hij ze graag
leest, vooral omdat hij van zichzelf vindt dat hij ze moet gelezen hebben. Het
boek is complex, intrigerend en uitdagend. En vooral emotioneel en oprecht. “Ik
herinner me de toekomst, o Anna, en zo is mijn verdriet levenslang
gegarandeerd.”
Afscheid van
de handkus - Atlas Contact
Alles komt goed, PFOS, Oosterweel en de terugkeer van de Kat
- Thomas Goorden
“Wie denkt dat alles goed komt, denkt best nog een keer na”,
de openingszin van een column van Bieke Purnelle in De Standaard. Thomas
Goorden heeft meer dan één keer nagedacht. Goorden is een adept van Berthold
Brecht aan wie de quote wordt toebedeeld: “Hij die niets weet is een domoor en
hij die weet en niets doet een misdadiger”. Goorden schreef een misdaadroman
over strafbare feiten, en dan heeft hij niet over een winkeldiefstal. Hij
stuitte op een muur van onwil. Hij raakte in conflict met diverse lokale
actiegroepen, en volgde andere strategieën dan Natuurpunt, BBL en Greenpeace.
Om het PFOS-verhaal aan te pakken zoals Thomas Goorden moet
je onder meer eigenzinnig, volhardend, weerbarstig, wetenschapper, jurist,
moedig, intelligent en energiek zijn, aangevuld met kennis van het
medialandschap, vertrouwd met besluitvorming, doorzicht in mensen, bereid zijn
een gigastapel documenten te doorploeteren, en bovenal een uitzonderlijke
portie lef hebben. Hij noemt zichzelf ‘de Kat’, de eenzame strijder voor een
beter milieu voor éénieder.
Het verhaal lijkt gekend. Er werd PFAS gevonden op de
Oosterweelwerf, de ‘vervolmaking’ van de Antwerpse ring. Ook de voorbereidingen
verliepen moeizaam, met verschillende ontwerpen, wisselende beleidskeuzen, tal
van burgerprotesten, juridische procedures, en uiteraard een steeds hoger
prijskaartje, een prijskaartje dat netjes ‘buiten begroting’ valt. De
concentraties aan PFOS in mens en natuur, én op de werf, stelden de uitvoering
van de werken in vraag met een onvoorzichtige overheid die het
voorzorgsprincipe “wijselijk” vergat en economie boven volksgezondheid
plaatste. De Oosterweelwerf werd on hold gezet, gevolgd door een parlementaire
onderzoekscommissie en nieuwe juridische procedures. En het bleef niet bij
Zwijndrecht: twee jaar later telt Vlaanderen maar liefst 5000 vervuild PFAS
sites: woningen, crèches en industrieterreinen. Dat is niet niks.
Wat Goorden het meest stoort, is dat niemand door enige
zorgplicht gehinderd werd. De beperkte beschikbaarheid van informatie over de
impact van PFOS/PFAS was en is de enige verzachtende omstandigheid. Goorden
spreekt over politieke corruptie, over een omerta die zich tot in het parlement
uitstrekt. Voor hem is 3M allerminst de bron van het institutioneel falen: het
bedrijf informeerde de BAM reeds in 2008, die pas in 2016 actie ondernam.
Goorden maakt er bijwijlen een wat theatraal verhaal van,
zeker aan ’t eind. Als apotheose orkestreert hij een betoog van één tegen
allen, waarbij iedereen terechtstaat. Merkwaardig, hij biedt geen ruimte voor
een wederwoord. Zijn fantasie en beeldspraak (tal van (hoofd)rolspelers krijgen
ook een fictieve naam zoals De Boogschutter (zijn advocate) en De Mier) maken
het verhaal leesbaarder. Want het weze helder, het vraagt veel aandacht om alle
informatie te vatten en te plaatsen, en alle intriges, desinformatie,
misleiding, onbegrip, fraude, constructiefouten bij de overheid, … te kunnen
plaatsen. Elders wordt hij zeer plastisch, bijvoorbeeld als hij de tegenpartij
omschrijft als ‘een roedel advocaten’. En aan het slot geeft de Raad van State
De Kat gelijk, gevolgd door een koffietje met zijn ex, diegene die hem op het
spoor bracht van PFAS.
‘Als je snel wil gaan, ga alleen, als je ver wil gaan, ga
samen’. Goorden wil duidelijk snel gaan. Draagvlak, rekenschap geven en overleg
zijn aan hem niet besteed. Opvallend, Goorden kan, meestal ongevraagd, ook
terugvallen op ‘raven’, mensen die in (semi-)overheidsdiensten werken en die
hem vertrouwelijke informatie bezorgen.
‘Alles komt goed’ is ideaal als vakantieliteratuur in het
buitenland. Kwestie van niet onbesuisd het Martelaarsplein te bestormen. Inkijk
verwerven in tal van maatschappelijke mechanismen wel. Over één zaak twijfel je
best niet. Na lezing van het boek is het lastiger om aan te tonen dat Berthold
Brecht ongelijk heeft.
Alles
komt goed | EPO
Rebelse genieën, de eerste romantici en de uitvinding van
het ik - Andrea Wulf
Met haar boek over Alexander von Humboldt bewees Andrea Wulf
dat ze zonder meer een uitstekend verhaler is. Met ‘Rebelse genieën’ doet ze er
nog een schepje bovenop, een boek dat men graag in het hokje ‘historische
roman’ duwt. Het verhaal speelt zich af in Jena, een kleine Duitse
universiteitsstad. Inhoudelijk zijn er drie lagen. Er is het dagelijkse leven
van een tiental vrienden in een kleine stad. Wonen en werken zijn vervlochten,
je kuiert mee door de straten, je schuift aan voor de koffie of een maaltijd.
De tweede laag zijn de stapel historische feiten, de revolutie in Frankrijk en
de strijd met Duitsland, een hoog aantal stadsstaten, en grenzen die onder druk
staan (Pruisen, Habsburg, …). Het derde is de inhoud, de vele pittige
gedachtewisselingen tussen de hoofdrolspelers die ze samenvat als ‘de
uitvinding van het ik’. Om Wulf te citeren: “Maar wanneer we naar het prille
begin van de Romantiek kijken, blijkt het veel complexer, tegenstrijdiger en
gelaagder te zijn”.
Kunst, religie, filosofie, wetenschap, poëzie, romans,
theater, vertalingen, verhandelingen, essays, wetenschappelijke experimenten,
…, alles komt aan bod. Eén van de voordelen voor Wulf is dat de hoofdrolspelers
niet enkel graag praten en discussiëren, maar ook hun ideeën neerschrijven. De
vele bewaarde brieven waren voor haar een goudmijn. Uit de officiële
publicaties haalt ze informatie over de verschuiving van het onbewuste naar het
bewuste ik, uit de brieven en persoonlijke aantekeningen haalt ze voldoende
informatie om bij voorbeeld haarfijn een mariage à quatre uit te leggen.
Net zoals altijd en overal is er in een groep mensen een
bepaalde dynamiek, en meestal was die aanstekelijk. Wulf praat bij voorbeeld
over ‘een filosofenschool’ of, nog mooier, over het ‘symfilosoferen’. De groep,
én alle individuen, besefte dat ze samen hun maatschappelijke verwachtingen
konden afwerpen en dat hun ik en hun filosofie de wereld kon veranderen. Als de
spanningen wat té intens werden, dan begon diplomaat Goethe te kuieren.
Wulf slaagt er meesterlijk in om een berg feiten en nuances
te duiden. Na het lezen van de inleiding (haar levensloop) is één ding helder,
Andrea Wulf is een rebels genie.
Rebelse
genieën - Atlas Contact
Verscheen op de site van BBL op 4 augustus 2023 Met
deze boeken komt deze zomer alles goed | Bond Beter Leefmilieu