donderdag 11 april 2024

De gulheid van het land, leven in harmonie met de natuur

 John Seymour


Op de voorpagina van het boek pronkt John Seymour met een wijnetiket van zijn eigen wijn. Hij produceerde die zijn eigen terrein, na veel trial and error, maar vooral met veel ondernemingszin en goesting, genietend van wat het land hem biedt. De oorspronkelijke uitgave, The Fat of the Land, dateert van 1961. In 2023 verscheen een Nederlandse vertaling met als titel De Gulheid van het land. In de jaren vijftig trokken journalist John en pottenbakker Sally naar een afgelegen hutje, stichtten er een gezin en bouwden een boerenbedrijf uit zonder enige kennis vooraf, boordevol energie en enthousiasme. Binnen de kortste keren werd een zelfvoorzienend bedrijf uit de grond gestampt, voorzien van een koe, enkele varkens, een paard, ganzen, eenden, kippen, voederbieten, aardappelen, granen en groenten. Uiteraard volgden ook fruit en druiven en werd ook wijn gemaakt. Hun huis stond open voor velen, waardoor voorraden soms als sneeuw voor de zon smolten.

Het is een Brits verhaal, met dus ook Britse humor, met veel vallen en telkens weer opstaan, met bijvoorbeeld uitweidingen over inmaaktechnieken, aardperen telen opdat de varkens spitten overbodig maken, of de verschillende wijzen waarop een varken moet worden geslacht. Uiteraard zijn tal van inzichten over landbouw, natuur en milieu gewijzigd, de passie gelukkig niet. Het is een no-nonsense verhaal, geen gladgestreken idylle, maar ook en vooral een verhaal dat uitschreeuwt dat, hoe moeilijk het soms ook moge zijn, het leven meer is dan louter overleven. Voortdurend spuit hij opmerkingen over bijvoorbeeld loonslavernij, maar ook dat hij zelf geen slaaf wil zijn van mesthoop en modderveld, over kapitaal, over de maatschappelijke organisatie, over comfort, … en vooral over hoe fier hij is over wat ze samen hebben opgebouwd.

John Seymour heeft velen geïnspireerd. In Vlaanderen heb je zo Boer Peter, die een kantoorjob verliet en een kleinschalige varkensbioboerderij startte. Het boek is wel wat breedvoerig met behoorlijk wat herhalingen. En toch, knippen zou jammer zijn geweest, want het meandert zo mooi over het land. ‘Gulheid’, wat een mooi woord.

https://www.uitgeverijoevers.nl/p/john-seymour-de-gulheid-van-het-land/

 

De tekst verscheen op de site van BBL op 25 maart 2024

https://www.bondbeterleefmilieu.be/artikel/vier-duurzame-boerenboeken

We eten ons dood: hoe we met onze landbouw de wereld kunnen redden

Louis De Jaeger



‘Een queeste’ is zonder twijfel het meest gebezigde woord in het boek van Louis De Jaeger; zelfbewustzijn is hem niet vreemd. Een queeste is een zoektocht, meestal een levenstaak; in dit geval een taak die hij zichzelf heeft toebedeeld. 18 worden, de wereld ligt aan je voeten, je nabije omgeving verwacht dat je gaat studeren, en dan vertel je op een familiefeest doodleuk dat je een jaar met je lief naar de VS trekt. Je bent begeesterd door voedsel en vraagt je voortdurend af waarom het zo moeilijk is om iedereen toegang te bieden tot hoogwaardig voedsel.

Je doorkruist het land, praat en bevraagt voortdurend iedereen waarvan je denkt dat zij/hij kan bijdragen tot een zinvol antwoord, van boeren tot kooplieden en professoren. Na een jaar beland je in Zuid-Frankrijk, je zoekt en probeert, en uiteindelijk beland je weer in België. En terwijl je blijft zoeken, verkondig je boodschappen. Hij praat met Marjolein Visser (professor agro-ecologie), Piet Vanthemsche (Boerenbond), drinkt een biertje met Kate Raworth en gaat in gesprek met Vandana Shiva. Het illustreert de kracht van Louis De Jaeger: niemand laat hem op de stoep staan en bovenal, vooroordelen zijn aan hem niet besteed. Hij blijft zoeken. Hij wil met open vizier iedereen beluisteren en met iedereen in gesprek gaan. Leuk is dan ook dat bij mensen die zijn visie niet uitdragen, zoals een pesticidenproducent, hij sakkert als hij niet exact kan duiden wat er onjuist is in het betoog van de gesprekspartner.

Hij verkiest agroforestry, voedselbossen, permacultuur, initiatiefnemers en bezielers. Juist omdat het een queeste is, is hij gevoelig voor mensen die hem een meer filosofische kijk bieden, zoals Kurt Sannen van het Bolhuis. De grond van de zaak? Een goede bodem is het begin van alles, we moeten samenwerken, met elkaar en vooral met de natuur, en mozaïeklandbouw is de weg vooruit. De lijst met geïnterviewden is ronduit indrukwekkend, het verhaal openhartig en vooral authentiek.

https://www.houtekiet.be/nl/louis-de-jaeger

 

De tekst verscheen op de site van BBL op 25 maart 2024

https://www.bondbeterleefmilieu.be/artikel/vier-duurzame-boerenboeken

De wereldgeschiedenis in twaalf bonen

Joël Broekaert




Is het juist en volledig? Werd al het bronnenmateriaal nauwgezet gecontroleerd, liefst tweemaal? Werd de tekst voorgelegd aan een extern team van experten? Allemaal irrelevante vragen als je een boeiend haardvuurverhaal vertelt, want dat is de kern van het boek van Joël Broekaert, geloofwaardige verhalen vertellen. Hij legt de lat hoog, de geschiedenis van de wereld vertellen. Zijn verhalenkapstok zijn bonen. De invalshoek is niet nieuw, Sally Coulthard vertelde een kleine geschiedenis van de wereld in een boek van iets meer dan 300 pagina’s en gebruikte daarvoor schapen als verhaalkapstok. Joël Broekaert vertelt alles op iets meer dan 100 pagina’s aan de hand van bonen, of toch bijna.

Het leukste aan het boek is zonder meer de toonaard. Het is laconiek, speels, soms wat uitdagend. Aangenaam om lezen als je onderuit in je zetel bent gezakt, of inderdaad een haardvuurverhaal beluistert. Hij neemt je mee naar de Vruchtbare Sikkel, vertelt over het Pythagorische (tuin)bonenverbod en legt met plezier uit wat een ‘patatje oorlog’ — een frietje met mayonaise en satésaus, al of niet met gesnipperde rauwe uitjes — is en hoe het ontstond. Daarvoor belandt hij bij de pinda en de aardnoot, de Verenigde Oostindische Compagnie, het platbranden van plantages, het malen van pinda’s, Chinese restaurants, om dan in het volgende hoofdstuk te belanden bij de koffieboon en de slavenhandel, koffiehuizen, seks, natuurwetten en de Verlichting. Verhalende anekdotiek, wippend op een springveer, hinkstapspringend in tijd en ruimte, zoiets is het ongeveer.

De wereldgeschiedenis leent er zich ook toe, want cultuur is nooit statisch en je merkt dat doorheen de geschiedenis voortdurend culturele toe-eigening plaatsvindt. Als voorbeeld vertelt hij over hummus en de strijd tussen Syriërs, Libanezen en Israëliërs. Bovenal zijn het aangename haardvuurverhalen, én hij geeft tussendoor ook een stevige boodschap mee. Want er zijn nu eenmaal zaken waren we niet om heen kunnen, een boon haalt stikstof uit de lucht, is dus een uitstekende bodemverbeteraar en onmisbare schakel in alle systemen van wisselteelten en heeft een enorm aanpassingsvermogen. Omdat arme mensen geen geld hebben voor vlees, is het hun eiwitbron bij uitstek. Volgens Broekaert formuleerde Umberto Eco dit schitterend: “bonen hebben de wereld gered”.

https://www.atlascontact.nl/boek/de-wereldgeschiedenis-in-twaalf-bonen/

 

De tekst verscheen op de site van BBL op 25 maart 2024

https://www.bondbeterleefmilieu.be/artikel/vier-duurzame-boerenboeken

Naar een duurzame landbouw in 2040, een nieuw perspectief

 Meino Smit




“Het is eigenlijk verbazingwekkend dat de boeren niet in opstand komen tegen de agro-industrie, de banken, de eigen belangenorganisaties en de industriële landbouw … Eigenlijk demonstreren de boeren tegen hun eigen belang, zonder dat ze dat beseffen … Je kunt niet zeggen dat een boer minder koeien moet houden en tegelijkertijd zeggen dat Schiphol nog mag groeien.” Drie letterlijke citaten uit het boek van Meino Smit, een boek dat niet gisteren verscheen, maar twee jaar geleden (voorjaar 2022). Het boek formuleert een visie op basis van cijfers, cijfers en nog eens cijfers. Vooral energie houdt hem bezig.

Meino Smit is een wetenschapper met een onderbouwde mening. Hij is ingenieur, behaalde een PhD en is momenteel boer. Hij analyseert en zoekt het mechanisme, schept orde en maakt vakjes, bedeelt elke situatie aan een vakje toe, en becijfert. Op die manier schept hij een systeem met vele schakelaars en kan hij makkelijk becijferen wat er verandert als je aan een bepaalde schakelaar omslaat. Zijn redeneringen zijn meedogenloos juist, hij is trefzeker als een wereldkampioen vogelpik. Hij kiest ook steeds voor een volledig beeld, dus lasten die je afwentelt op een ander (in tijd of ruimte) brengt hij steeds aan je voeten terug. Denk hierbij aan de import van soja, de productie van een tractor elders, van meststoffen, en zo meer. Wat hem echter het meest boeit, is energie. Hoeveel energie stop je in een systeem en hoeveel haal je er uit? Of je die energie er nu in stopt met menselijke arbeid, dierenarbeid of een machine, is niet relevant. Het belangrijkste begrip is de EROEI, de Energy Return On Energy Investment.

Zijn visie op de landbouw 2040 vertrekt vanuit die twee gedachten: breng alles in beeld, ook de maatschappelijke kosten, en kijk naar wat je er in steekt en wat je er uit haalt. Je leest dan ook dingen als kapitaal vervangen door arbeid, beperken van transport, focus op het voeden van de eigen bevolking, zet de grootschalige in- en uitvoer stop. Een ontnuchterend boek.

https://nearchus.nl/nieuws/duurzame-landbouw

 

De tekst verscheen op de site van BBL op 25 maart 2024

https://www.bondbeterleefmilieu.be/artikel/vier-duurzame-boerenboeken

 

Vier duurzame boerenboeken

Maart betekent lente. De eerste gewassen mogen de grond in en de bomen krijgen kleur. Een goed moment om de opgeklopte kloof tussen landbouw en milieu weer te dichten? Vier duurzame landbouwboeken brengen voedselproductie en natuurbehoud samen.


John Seymour, De gulheid van het land, leven in harmonie met de natuur (Oevers, 2023)

Op de voorpagina van het boek pronkt John Seymour met een wijnetiket van zijn eigen wijn. Hij produceerde die op zijn eigen terrein, na veel trial and error, maar vooral met veel ondernemingszin en goesting, genietend van wat het land hem biedt. De oorspronkelijke uitgave, The Fat of the Land, dateert van 1961. In 2023 verscheen een Nederlandse vertaling met als titel De Gulheid van het land. In de jaren vijftig trokken journalist John en pottenbakker Sally naar een afgelegen hutje, stichtten er een gezin en bouwden een boerenbedrijf uit zonder enige kennis vooraf, boordevol energie en enthousiasme. Binnen de kortste keren werd een zelfvoorzienend bedrijf uit de grond gestampt, voorzien van een koe, enkele varkens, een paard, ganzen, eenden, kippen, voederbieten, aardappelen, granen en groenten. Uiteraard volgden ook fruit en druiven en werd ook wijn gemaakt. Hun huis stond open voor velen, waardoor voorraden soms als sneeuw voor de zon smolten.

Het is een Brits verhaal, met dus ook Britse humor, met veel vallen en telkens weer opstaan, met bijvoorbeeld uitweidingen over inmaaktechnieken, aardperen telen opdat de varkens spitten overbodig maken, of de verschillende wijzen waarop een varken moet worden geslacht. Uiteraard zijn tal van inzichten over landbouw, natuur en milieu gewijzigd, de passie gelukkig niet. Het is een no-nonsense verhaal, geen gladgestreken idylle, maar ook en vooral een verhaal dat uitschreeuwt dat, hoe moeilijk het soms ook moge zijn, het leven meer is dan louter overleven. Voortdurend spuit hij opmerkingen over bijvoorbeeld loonslavernij, maar ook dat hij zelf geen slaaf wil zijn van mesthoop en modderveld, over kapitaal, over de maatschappelijke organisatie, over comfort, … en vooral over hoe fier hij is over wat ze samen hebben opgebouwd.

John Seymour heeft velen geïnspireerd. In Vlaanderen heb je zo Boer Peter, die een kantoorjob verliet en een kleinschalige varkensbioboerderij startte. Het boek is wel wat breedvoerig met behoorlijk wat herhalingen. En toch, knippen zou jammer zijn geweest, want het meandert zo mooi over het land. ‘Gulheid’, wat een mooi woord.

https://www.uitgeverijoevers.nl/p/john-seymour-de-gulheid-van-het-land/

 

Louis De Jaeger, We eten ons dood: hoe we met onze landbouw de wereld kunnen redden (Houtekiet, 2021)

‘Een queeste’ is zonder twijfel het meest gebezigde woord in het boek van Louis De Jaeger; zelfbewustzijn is hem niet vreemd. Een queeste is een zoektocht, meestal een levenstaak; in dit geval een taak die hij zichzelf heeft toebedeeld. 18 worden, de wereld ligt aan je voeten, je nabije omgeving verwacht dat je gaat studeren, en dan vertel je op een familiefeest doodleuk dat je een jaar met je lief naar de VS trekt. Je bent begeesterd door voedsel en vraagt je voortdurend af waarom het zo moeilijk is om iedereen toegang te bieden tot hoogwaardig voedsel.

Je doorkruist het land, praat en bevraagt voortdurend iedereen waarvan je denkt dat zij/hij kan bijdragen tot een zinvol antwoord, van boeren tot kooplieden en professoren. Na een jaar beland je in Zuid-Frankrijk, je zoekt en probeert, en uiteindelijk beland je weer in België. En terwijl je blijft zoeken, verkondig je boodschappen. Hij praat met Marjolein Visser (professor agro-ecologie), Piet Vanthemsche (Boerenbond), drinkt een biertje met Kate Raworth en gaat in gesprek met Vandana Shiva. Het illustreert de kracht van Louis De Jaeger: niemand laat hem op de stoep staan en bovenal, vooroordelen zijn aan hem niet besteed. Hij blijft zoeken. Hij wil met open vizier iedereen beluisteren en met iedereen in gesprek gaan. Leuk is dan ook dat bij mensen die zijn visie niet uitdragen, zoals een pesticidenproducent, hij sakkert als hij niet exact kan duiden wat er onjuist is in het betoog van de gesprekspartner.

Hij verkiest agroforestry, voedselbossen, permacultuur, initiatiefnemers en bezielers. Juist omdat het een queeste is, is hij gevoelig voor mensen die hem een meer filosofische kijk bieden, zoals Kurt Sannen van het Bolhuis. De grond van de zaak? Een goede bodem is het begin van alles, we moeten samenwerken, met elkaar en vooral met de natuur, en mozaïeklandbouw is de weg vooruit. De lijst met geïnterviewden is ronduit indrukwekkend, het verhaal openhartig en vooral authentiek.

https://www.houtekiet.be/nl/louis-de-jaeger

 

Joël Broekaert, De wereldgeschiedenis in twaalf bonen (Atlas Contact, 2023)

Is het juist en volledig? Werd al het bronnenmateriaal nauwgezet gecontroleerd, liefst tweemaal? Werd de tekst voorgelegd aan een extern team van experten? Allemaal irrelevante vragen als je een boeiend haardvuurverhaal vertelt, want dat is de kern van het boek van Joël Broekaert, geloofwaardige verhalen vertellen. Hij legt de lat hoog, de geschiedenis van de wereld vertellen. Zijn verhalenkapstok zijn bonen. De invalshoek is niet nieuw, Sally Coulthard vertelde een kleine geschiedenis van de wereld in een boek van iets meer dan 300 pagina’s en gebruikte daarvoor schapen als verhaalkapstok. Joël Broekaert vertelt alles op iets meer dan 100 pagina’s aan de hand van bonen, of toch bijna.

Het leukste aan het boek is zonder meer de toonaard. Het is laconiek, speels, soms wat uitdagend. Aangenaam om lezen als je onderuit in je zetel bent gezakt, of inderdaad een haardvuurverhaal beluistert. Hij neemt je mee naar de Vruchtbare Sikkel, vertelt over het Pythagorische (tuin)bonenverbod en legt met plezier uit wat een ‘patatje oorlog’ — een frietje met mayonaise en satésaus, al of niet met gesnipperde rauwe uitjes — is en hoe het ontstond. Daarvoor belandt hij bij de pinda en de aardnoot, de Verenigde Oostindische Compagnie, het platbranden van plantages, het malen van pinda’s, Chinese restaurants, om dan in het volgende hoofdstuk te belanden bij de koffieboon en de slavenhandel, koffiehuizen, seks, natuurwetten en de Verlichting. Verhalende anekdotiek, wippend op een springveer, hinkstapspringend in tijd en ruimte, zoiets is het ongeveer.

De wereldgeschiedenis leent er zich ook toe, want cultuur is nooit statisch en je merkt dat doorheen de geschiedenis voortdurend culturele toe-eigening plaatsvindt. Als voorbeeld vertelt hij over hummus en de strijd tussen Syriërs, Libanezen en Israëliërs. Bovenal zijn het aangename haardvuurverhalen, én hij geeft tussendoor ook een stevige boodschap mee. Want er zijn nu eenmaal zaken waren we niet om heen kunnen, een boon haalt stikstof uit de lucht, is dus een uitstekende bodemverbeteraar en onmisbare schakel in alle systemen van wisselteelten en heeft een enorm aanpassingsvermogen. Omdat arme mensen geen geld hebben voor vlees, is het hun eiwitbron bij uitstek. Volgens Broekaert formuleerde Umberto Eco dit schitterend: “bonen hebben de wereld gered”.

https://www.atlascontact.nl/boek/de-wereldgeschiedenis-in-twaalf-bonen/

 

Meino Smit, Naar een duurzame landbouw in 2040, een nieuw perspectief (Nearchus, 2022)

“Het is eigenlijk verbazingwekkend dat de boeren niet in opstand komen tegen de agro-industrie, de banken, de eigen belangenorganisaties en de industriële landbouw … Eigenlijk demonstreren de boeren tegen hun eigen belang, zonder dat ze dat beseffen … Je kunt niet zeggen dat een boer minder koeien moet houden en tegelijkertijd zeggen dat Schiphol nog mag groeien.” Drie letterlijke citaten uit het boek van Meino Smit, een boek dat niet gisteren verscheen, maar twee jaar geleden (voorjaar 2022). Het boek formuleert een visie op basis van cijfers, cijfers en nog eens cijfers. Vooral energie houdt hem bezig.

Meino Smit is een wetenschapper met een onderbouwde mening. Hij is ingenieur, behaalde een PhD en is momenteel boer. Hij analyseert en zoekt het mechanisme, schept orde en maakt vakjes, bedeelt elke situatie aan een vakje toe, en becijfert. Op die manier schept hij een systeem met vele schakelaars en kan hij makkelijk becijferen wat er verandert als je aan een bepaalde schakelaar omslaat. Zijn redeneringen zijn meedogenloos juist, hij is trefzeker als een wereldkampioen vogelpik. Hij kiest ook steeds voor een volledig beeld, dus lasten die je afwentelt op een ander (in tijd of ruimte) brengt hij steeds aan je voeten terug. Denk hierbij aan de import van soja, de productie van een tractor elders, van meststoffen, en zo meer. Wat hem echter het meest boeit, is energie. Hoeveel energie stop je in een systeem en hoeveel haal je er uit? Of je die energie er nu in stopt met menselijke arbeid, dierenarbeid of een machine, is niet relevant. Het belangrijkste begrip is de EROEI, de Energy Return On Energy Investment.

Zijn visie op de landbouw 2040 vertrekt vanuit die twee gedachten: breng alles in beeld, ook de maatschappelijke kosten, en kijk naar wat je er in steekt en wat je er uit haalt. Je leest dan ook dingen als kapitaal vervangen door arbeid, beperken van transport, focus op het voeden van de eigen bevolking, zet de grootschalige in- en uitvoer stop. Een ontnuchterend boek.

https://nearchus.nl/nieuws/duurzame-landbouw


De tekst verscheen op de site van BBL op 25 maart 2024

https://www.bondbeterleefmilieu.be/artikel/vier-duurzame-boerenboeken

 

In de moestuin met Wim Lybaert

Sophie Dejaeger


Zonder twijfel het meest klassieke tuinboek in Vlaanderen, zonder twijfel ook een veel verkocht tuinboek. Wim Lybaert straalt altijd, de passie spat er af, hij is charismatisch en vooral authentiek en oprecht. Het boek gaat over ‘moestuingoesting’: hij voegt er een vleugje nostalgie aan toe (dankzij bijvoorbeeld een antieke zinken platte kruiwagen), de verleidingen van het (Franse) zuiden (rieten hoedje, met gat, makkelijk om op de steel van een spade te hangen), de uitstraling van een riante kasteeltuin (met de afbrokkelende bakstenen muur) en de knusheid en herkenbaarheid van een dorp (de kerktoren is nooit veraf). Wim verhaalt, Sophie Dejaeger verzorgde de tekst en Thomas Sweertvaegher de foto’s. Het is een toegankelijk tuinboek, dus, er zijn veel foto’s, en Wim loopt veelvuldig in beeld, stralend, ‘tuinkriebelontlokkend’. Het boek bouwt verder op het eerder verschenen Mijn moestuin.

Het is een tuinverhalenboek, geen dwingend doeboek. Het bevat ook veel inhoud, netjes geordend. Het boek opent met tuinervaringen, geordend per maand, zoals het effect van kinderen die komen en gaan, de betoverende geuren en het fruit dat in de keuken belandt. Daarna volgt een tekstbrok met tien basisprincipes: wat saaier, maar inhoudelijk belangrijk. De hoofdmoot is een gedetailleerde beschrijving van ruim 50 groenten, met aandacht voor onder meer het beeld (uiteraard), de plantafstand, het oogsttijdstip en de bemesting. Het boek sluit af met een verhaal over kruiden en fruit. 

https://www.standaarduitgeverij.be/product/in-de-moestuin-9789022337950/

Verscheen op de site van BBL op 10 april 2024

https://www.bondbeterleefmilieu.be/artikel/vier-tuinboeken

 

Handboek ecologisch tuinieren

Geert Gommers, Frank Petit-Jean, Greet Tijskens



Je kijkt in je tuin en bekijkt dan je vingers. Nog geen compost onder je vingernagels, noch in de groeven van je huid? Werk aan de winkel dus. Als je in Vlaanderen ergens moet aankloppen, dan is het wel bij Velt, al meer dan 50 jaar actief als vereniging. Niet vergeten, ecologisch tuinieren doe je niet alleen, hun baseline is niet toevallig ‘samen eco actief’. Velt beschikt over een stevige boekenwinkel, het ‘Handboek Ecologisch Tuinieren’ is hun bijbel, mét een geschiedenis. Eind vorige eeuw verscheen de eerste versie, inmiddels ligt versie 4 voor. Je krijgt meteen een lange lijst van auteurs en medewerkers, een stevige adviesraad en vooral bergen ervaringen mee.

Velt draagt niet enkel ‘samen’ uit als boodschap: het levert een visie en verschaft inzicht. Ook hier één basisgedachte, ‘bedek je bodem’. Naakt is niet besteed aan een slimme tuinier. Ruwweg bestaat het boek uit twee delen. Deel 1 (hoofdstuk 1 tot 8) vertelt het verhaal, daarna volgt de praktische informatie over alles wat eetbaar is en dat je in je moestuin kan kweken. Wat lees je zoal in deel 1? Successie, bodemverstoring, zuurheidsgraad, meststoffen, vruchtwisseling, teeltplan, gereedschappen, jaarlijkse werkzaamheden, beschutting, onkruid, preventie, wieden, combinatieteelt, insectengaas, nachtvorst, bladluizen, engerlingen, springstaarten, …

In het tweede deel lees je alles over krop-, ijsberg-, snij-, pluk-, mol- en andere soorten sla, maar even goed over spinazie, knolselderij, spruitkool, cichorei, erwten, linzen, aardbei, … Alles wat je kan kweken, komt aan bod. Je vindt bijvoorbeeld 12 pagina’s over de aardbei terug. Ze zijn kleinvruchtig of grootvruchtig, en bij die laatste onderscheidt men de eenmaal dragende en de doordragende. Je kiest voor volle grond of onder plastic of glas, je leest over het planttijdstip, de rassen, de uitlopers, het stekken, plantgoed kopen, bemesting, de standplaats, de teeltzorgen en de ziekten en plagen. Wat betekenen schimmels voor je gewassen en hoe ga je er als ecotuinier best mee om? Je leest het hier. 

Een dik informatieboek vereist een uitgebreide inhoudstafel, een zakelijke toon, een systematische aanpak, en liefst wat overzichtelijke tabellen en schema’s. Het boek is de steunpilaar van al hun andere publicaties. Iedere gevorderde groententuinliefhebber vindt er zijn gading, want inderdaad, je vindt er alles.

https://winkel.velt.nu/product/handboek-ecologisch-tuinieren

Verscheen op de site van BBL op 10 april 2024

https://www.bondbeterleefmilieu.be/artikel/vier-tuinboeken

Vier tuinboeken

Een boodschap die BBL al jaren uitdraagt, is dat tuinen bijdragen aan de biodiversiteit, net zoals de boodschap dat elk beetje telt. We duiken even in de riante berg tuinboeken. We openen en sluiten met ‘schoonheid’, twee keer op een verschillende manier ingevuld. In april gaan we in op het moestuinieren, in mei staan we stil bij bloemen. Niet vergeten: zoals steeds, dit is maar een selectie, in alle boekhandels zijn nog veel meer boeken.

 

Dennis Moet, De ontsloten tuin (Blauwdruk, 2020)

Het is een boek om te koesteren. Eén detail vertelt veel over het boek. In het colofon vind je wie de kalligrafie verzorgde. In het boek vind je enkele pagina’s met Chinese tekens (telkens één pagina voor één teken), maar ook een tiental haarscherpe macrofoto’s van gedroogde planten en enkele kunstwerken. Harde kaft, mooi lettertype, matte foto’s, dik papier, kortom, heel snel weet je dat dit een uitzonderlijk boek is, een boek dat schoonheid ademt, een boek voor “lief-hebbers”.

Ook de tekst is opmerkelijk. Niet te veel, een veertigtal pagina’s, helder geschreven, maar niet in een vakje te duwen. De auteur, Dennis Moet, wandelt van landschappen en ecologie naar kunst en filosofie, hij bekijkt de geschiedenis van de mens, stopt regelmatig bij wetenschap, maakt tijd voor schoonheid (vooral van de natuur), laveert tussen ratio en passie en geeft aan wat belangrijk is voor het begrip “tuin”. Een opmerkelijk verschil met vele andere tuinboeken is dat hij een definitie geeft van een “tuin”. Wat zoeken we in een tuin? Schoonheid? Zielenrust? Tevredenheid?

176 pagina’s vereisen structuur. Moet legt uit waarom hij het boek maakte, in de ‘inleiding’ als verhaal over zijn levensloop, kijk op het verleden en de toekomst en zijn maatschappijbeeld, in het ‘nabeeld’ meer als verantwoording. In het nabeeld borrelt een teleurstelling op over de wijze waarop vandaag onze wereld zich ontwikkelt. Hij zoekt een nieuwe balans tussen cultuur en natuur, een nieuwe positie voor de mens. De hoofdbrok van het boek gaat over tuinen, over de hortus conclusus en over de hortus botanicus. Na een korte inleiding geeft hij telkens vier voorbeelden. Je leest over Nat King Cole, Japanse levensfilosofie, christendom, kruidenboeken, Hildegard von Bingen, Dodoens, Noorse mythen, contemplatie, Monet, liefde voor, Alfred Russel Wallace, Robert Macfarlane, universele, tijdloze levenswaarden, Frank Lloyd Wright, bonsai, Jugendstil, art nouveau, …

De uitgave van het boek werd gesteund vanuit het Hugo De Vries Fonds, een vzw die steun verleent aan wetenschappelijke botanische projecten en de aandacht wil (blijven) vestigen op de rol en betekenis van Hugo de Vries voor de botanie.

Een boek over schoonheid dat de ratio prikkelt.

https://www.uitgeverijblauwdruk.nl/product/10706294/de-ontsloten-tuin-over-lusthoven-tuintovenaars-en-bloementaal

 

 

Sophie Dejaeger, In de moestuin met Wim Lybaert (Manteau, 2022)

Zonder twijfel het meest klassieke tuinboek in Vlaanderen, zonder twijfel ook een veel verkocht tuinboek. Wim Lybaert straalt altijd, de passie spat er af, hij is charismatisch en vooral authentiek en oprecht. Het boek gaat over ‘moestuingoesting’: hij voegt er een vleugje nostalgie aan toe (dankzij bijvoorbeeld een antieke zinken platte kruiwagen), de verleidingen van het (Franse) zuiden (rieten hoedje, met gat, makkelijk om op de steel van een spade te hangen), de uitstraling van een riante kasteeltuin (met de afbrokkelende bakstenen muur) en de knusheid en herkenbaarheid van een dorp (de kerktoren is nooit veraf). Wim verhaalt, Sophie Dejaeger verzorgde de tekst en Thomas Sweertvaegher de foto’s. Het is een toegankelijk tuinboek, dus, er zijn veel foto’s, en Wim loopt veelvuldig in beeld, stralend, ‘tuinkriebelontlokkend’. Het boek bouwt verder op het eerder verschenen Mijn moestuin.

Het is een tuinverhalenboek, geen dwingend doeboek. Het bevat ook veel inhoud, netjes geordend. Het boek opent met tuinervaringen, geordend per maand, zoals het effect van kinderen die komen en gaan, de betoverende geuren en het fruit dat in de keuken belandt. Daarna volgt een tekstbrok met tien basisprincipes: wat saaier, maar inhoudelijk belangrijk. De hoofdmoot is een gedetailleerde beschrijving van ruim 50 groenten, met aandacht voor onder meer het beeld (uiteraard), de plantafstand, het oogsttijdstip en de bemesting. Het boek sluit af met een verhaal over kruiden en fruit. 

https://www.standaarduitgeverij.be/product/in-de-moestuin-9789022337950/

 

Hans van Eekelen & Groenmoes, Het nieuwe moestuinieren: natuurlijk moestuinieren en eerlijk voedsel (KNNV, 2022)

Stellen dat niet alle Nederlanders uitblinken in bescheidenheid, is een open deur intrappen. Maar wat te denken van de eerste zin van het boek, weliswaar in het voorwoord, dat “dit een gouden boek voor iedere moestuinier” is? Als je het letterlijk zou nemen dan kom je, omwille van de riante omvang en gewicht van het boek, aan een marktwaarde uit van meer dan één miljoen euro. Of nog, het voorwoord is één langgerekte lofbetuiging. Terecht? Het boek bekleedt een aparte plaats in de tuinboekenwereld. Je vindt er (bijna) alles. De sleutelwoorden: informatie, informatie en informatie. De vorm: opsomming, opsomming en opsomming.

Het is een encyclopedie. Je vindt informatie over ongeveer alles wat van ver of dichtbij met een tuin te maken heeft. Alles wordt geschikt op basis van het alfabet. Een opsomming, dwars door het boek, illustreert de verscheidenheid van de toegelichte begrippen. Andijvie, Brabantse wal, collectietuin, dagelijkse voedingsrichtlijn, E-nummer 202, flageolet, genenbank, heermoes, illegaal tuinieren, jaarmarkt, kers, koudekiemer, lycopeen, moestuinforum, natuurwinkel, oogsten in juli, palletmoestuin, quinoa, rabarber, slow gardening, teeltplan, ugly food, velt, witlof, yacon, zelfoogstmoestuin. Kortom, je kan er ongeveer alles vinden over een tuin. Het opnemen van begrippen zoals bijvoorbeeld “moestuinforum”, “slow gardening”, een lijst van jaarmarkten, pop-up restaurant, … maakt het boek ook een beetje tijdsgebonden.

Er staat heel veel tekst in het boek, in een klein lettertype. Over de aardappel vind je bijvoorbeeld 20 pagina’s terug. De informatie werd opgedeeld in algemene informatie, teeltinformatie, teelttips, rassen, bewaartips, bereidingstips, informatie per ras, opinies, praktijkverhalen en praktijkvragen. In de rubriek “teelttip” vind je niet 1 tip, maar 44 tips, omtrent bijvoorbeeld keuzes inzake voedingswaarde, voorkiemen, vroege en late aardappelen, hoe vroegheid te vervroegen, hoe je de coloradokever best bestrijdt, … Meest in het oog springend (en indrukwekkend!) is zonder meer de tabel over de rassen. Voor 52 rassen worden 10 criteria aangegeven, zoals bijvoorbeeld vroegheid, schilkleur, vleeskleur, grondsoort, … Om de informatie beter te ontsluiten, worden kleuren gebruikt. In het boek staan tientallen vergelijkbare tabellen, zoals over bijvoorbeeld eenjarige bloemen, boonsoorten, soorten doperwten, paprika’s, … maar ook over pH-waarden, jaarmarkten, … Lees je nu en dan graag een brokje tekst? Ook dat kan, met bijvoorbeeld een verhaaltje over Linnaeus en het belang van geslachtskenmerken bij planten, een makkelijke moestuin, en zo meer.   

Zoals het bij een echte encyclopedie hoort werden heel veel inspanningen geleverd om de informatie zo gemakkelijk mogelijk te ontsluiten. Je vindt bijvoorbeeld achteraan een volledige woordenlijst, een lijst van praktijkverhalen, een lijst van praktijkvragen, een lijst van groente-, fruit-, kruiden- en bloemeninformatie, en (uitgebreide!) lijst van geraadpleegde en aanbevolen literatuur, een lijst van geraadpleegde websites, een lijst van reeds eerder verschenen Groenmoespublicaties en een lijst van partners van Groenmoes. De foto’s en illustraties werden gekozen in functie van de tekst. Sporadisch vind je een paginagrote foto met een krachtige uitspraak zoals bijvoorbeeld “een moestuin langs de snelweg levert fijn stof tot nadenken”. Kortom, je vindt (bijna) alles over een tuin. Voor het omschrijven van het maakproces van het boek worden best termen als “monnikenwerk” en “engelengeduld” gebruikt. Het boek kan echt van goud waard zijn voor een gevorderde moestuinier die tijdens lange winteravonden zich graag verdiept in moestuinkennis.  

https://knnvuitgeverij.nl/artikel/praktijkboek-het-nieuwe-moestuinieren-1.html

 

 

Geert Gommers, Frank Petit-Jean, Greet Tijskens, Handboek ecologisch tuinieren (Velt, 2022)

Je kijkt in je tuin en bekijkt dan je vingers. Nog geen compost onder je vingernagels, noch in de groeven van je huid? Werk aan de winkel dus. Als je in Vlaanderen ergens moet aankloppen, dan is het wel bij Velt, al meer dan 50 jaar actief als vereniging. Niet vergeten, ecologisch tuinieren doe je niet alleen, hun baseline is niet toevallig ‘samen eco actief’. Velt beschikt over een stevige boekenwinkel, het ‘Handboek Ecologisch Tuinieren’ is hun bijbel, mét een geschiedenis. Eind vorige eeuw verscheen de eerste versie, inmiddels ligt versie 4 voor. Je krijgt meteen een lange lijst van auteurs en medewerkers, een stevige adviesraad en vooral bergen ervaringen mee.

Velt draagt niet enkel ‘samen’ uit als boodschap: het levert een visie en verschaft inzicht. Ook hier één basisgedachte, ‘bedek je bodem’. Naakt is niet besteed aan een slimme tuinier. Ruwweg bestaat het boek uit twee delen. Deel 1 (hoofdstuk 1 tot 8) vertelt het verhaal, daarna volgt de praktische informatie over alles wat eetbaar is en dat je in je moestuin kan kweken. Wat lees je zoal in deel 1? Successie, bodemverstoring, zuurheidsgraad, meststoffen, vruchtwisseling, teeltplan, gereedschappen, jaarlijkse werkzaamheden, beschutting, onkruid, preventie, wieden, combinatieteelt, insectengaas, nachtvorst, bladluizen, engerlingen, springstaarten, …

In het tweede deel lees je alles over krop-, ijsberg-, snij-, pluk-, mol- en andere soorten sla, maar even goed over spinazie, knolselderij, spruitkool, cichorei, erwten, linzen, aardbei, … Alles wat je kan kweken, komt aan bod. Je vindt bijvoorbeeld 12 pagina’s over de aardbei terug. Ze zijn kleinvruchtig of grootvruchtig, en bij die laatste onderscheidt men de eenmaal dragende en de doordragende. Je kiest voor volle grond of onder plastic of glas, je leest over het planttijdstip, de rassen, de uitlopers, het stekken, plantgoed kopen, bemesting, de standplaats, de teeltzorgen en de ziekten en plagen. Wat betekenen schimmels voor je gewassen en hoe ga je er als ecotuinier best mee om? Je leest het hier. 

Een dik informatieboek vereist een uitgebreide inhoudstafel, een zakelijke toon, een systematische aanpak, en liefst wat overzichtelijke tabellen en schema’s. Het boek is de steunpilaar van al hun andere publicaties. Iedere gevorderde groententuinliefhebber vindt er zijn gading, want inderdaad, je vindt er alles.

https://winkel.velt.nu/product/handboek-ecologisch-tuinieren

Verscheen op de site van BBL op 10 april 2024

https://www.bondbeterleefmilieu.be/artikel/vier-tuinboeken

 

woensdag 27 maart 2024

Pinguïns en de mensen, geschiedenis van een belaagde vogel

Marcel Haenen 



Onderwaterhockey, worstelen tegen biggen en moddervoetbal zijn drie sporten die in het boek Weird Sports van Sol Neelman aan bod komen. Met pinguïns gooien staat er niet bij. Nochtans deden de inheemse bewoners van de Straat van Magellaan dat in 1599 om de Nederlandse vloot af te houden. Jammer voor hen, én voor de pinguïns, maar zonder succes. Marcel Haenen schreef een geschiedenisboek over de pinguïn. Hij heeft van jongs af aan een onvoorwaardelijke liefde en fascinatie voor pinguïns, dieren die op de meest afgelegen plaatsen leven, zoals op Antarctica en Nieuw-Zeeland.

Haenen is een beslagen journalist. Hij schrijft vlekkeloos en begeesterend, heeft oog voor details én de verhaallijn. Hij verhaalt over de vele moordpartijen door Europese ontdekkingsreizigers. Pinguïns waren een leuke vitaminesnack, brandstof voor de piraten. Later waren de pinguïns een oliebron; ze werden massaal in gigantische kookpotten gekookt. Naast het historische aspect, de hoofdmoot, gaat hij ook in op de huidige bedreigingen (hittestress, verdwijnen van biotopen door onder meer landbouw, aanvallen door andere zeedieren, …), het wetenschappelijke onderzoek en de mummies. Zo zou er een pinguïn geweest zijn van 2.05 m en 115 kilo!, ongeveer het dubbele van de keizerspinguïn, de grootste nu nog levende pinguïn.

Over de toekomst van de pinguïns is hij “veeleer somber”. Hij vertelt honderduit over hoe inspirerend pinguïns zijn, en niet alleen door hun wandelgedrag. Sommigen denken dat de vogels hen toespreken, hun verhaal herhalen als ze zich onbegrepen voelen, naar muziek luisteren, twistziek zijn en ga zo maar door. Regelmatig voegt hij details uit zijn eigen leven toe, wanneer dit doorkruist werd door pinguïns, zoals in zijn eerste dierenboek, of wanneer hij mee op pad ging in Nieuw-Zeeland om de geeloogpinguïn te beschermen. Nieuw-Zeeland zet trouwens volop in op die pinguïnbescherming. Om ze makkelijker bij een gespecialiseerde dierenarts te krijgen, vliegen ze gratis bij Air New Zealand.

https://singeluitgeverijen.nl/querido/boek/pinguins-en-de-mensen/

De tekst verscheen op de site van BBL op 5 maart 2024.

https://www.bondbeterleefmilieu.be/artikel/over-vogels-vogelaars-en-gevogelte

 

Het mooie vogelwoordenboek

Toine Andernach 



Naast het Nederlandse kampioenschap burlen (de bronstroep van het mannelijk edelhert), het wereldkampioenschap tegenwindfietsen en het Belgisch kampioenschap pompoenschieten, is er nog het Europees kampioenschap meeuwenschreeuwen. Nooit van gehoord? Toine Andernach geniet van het woord én van het merkwaardige gedrag. Het zijn de hoofdlijnen van zijn boek.

De titel laat geen twijfel mogelijk: taal is het onderwerp. Hij voegt al schrijvend graag een palindroom of een eponiem in. Hij legt geduldig uit waarom “handpenprojectie”, “‘eclipskleed”, “mezenmix” en “roestteugelbergnimf” mooie woorden zijn. Tegelijkertijd fileert hij het gedrag van vogels én van de vogelaars, meestal een bebaard persoon, grijs en voorzien van cargobroek. Autovogelen, afvinken, lijstjes maken, mindful vogelen en ga zo maar door.  Met een knipoog vertelt hij dat hij als jonge snaak ooit een spreekbeurt hield over de Archaeopteryx omdat hij toen ook al graag indruk maakte met zijn kennis van moeilijke woorden. Jong geleerd …

https://noordboek.nl/boek/het-mooie-vogelwoorden-boek/

De tekst verscheen op de site van BBL op 5 maart 2024.

https://www.bondbeterleefmilieu.be/artikel/over-vogels-vogelaars-en-gevogelte

 

Vogeldagboek

 Peter Vos 


Over één ding kan en mag je niet twijfelen: een gelijkaardig boek vind je niet. Het is een schetsboek van een gedreven vogelliefhebber. Het boek bevat fragmenten van zijn schetsboeken (12). Het hart van het boek(je) is het vogeldagboek van 1992 van Peter Vos, zoals dat ter beschikking is gesteld door zijn weduwe. De inhoud: schetsen van vogels aangevuld met korte teksten, waarnemingen in taal en beeld. Hij maakte de aantekeningen en schetsen in een periode dat de omgeving, en vooral de vogels, structuur gaf aan zijn leven (ruimte en tijd).  Peter Müller stelde het boek samen, Jean-Pierre Geelen schreef er een even verklarende als lyrische tekst bij. Hij vindt dat Vos verkeerde op eenzame artistieke hoogte, verder in de tekst wordt Vos zelfs vergeleken met Rembrandt.

Waarom het boekje zo uniek is, beschrijft Geelen schitterend: “De vogels van Vos zijn geen vogelplaatjes … het gaat niet om vertedering … aaibaarheid … Vos tekende geen vogels. Hij tekende die éne vogel … portret …individu … wist te vangen in een paar rake lijnen van het dunste Rotring-pennetje.” Een klein maar indrukwekkend boek. Saïda, de weduwe van Peter Vos, bewaart zijn schetsboekjes in een schoenendoos. Hoe mooi kan liefde zijn.

https://www.uitgeverijmuller.nl/peter-vos-vogeldagboek.html

De tekst verscheen op de site van BBL op 5 maart 2024.

https://www.bondbeterleefmilieu.be/artikel/over-vogels-vogelaars-en-gevogelte

De vogels van de hemel

Karl Ove Knausgård




Een novelle, een piepklein boekje, een topauteur, mysterieuze foto’s, en een o zo mooi opgebouwd en verteld verhaal. Het onderwerp? Universele thema’s als liefde, dood en leven. Het verhaal? Drie generaties, drie vrouwen, die met elkaar omgaan; zoekend, aftastend, aantrekkend en afstotend. Vogels — veelal roeken, sporadisch een havik, soms duivenjongen knabbelend — hebben een schijnbaar onbelangrijke rol. Zoals wel vaker staat de middelste generatie écht in het midden en wordt ze door beide andere niet gespaard.

Maar bovenal is het schitterend geschreven. Aan ’t eind van de novelle vinden ze elkaar en belandt het verhaal in begrippen als vertrouwen en toewijding aan God en is de wegvliegende vogel “vervuld van vreugde”. De vogelfoto’s zijn van Stephen Gill en werden gepubliceerd in The Pillar, een fotoboek met korte teksten van … Karl Ove Knausgård (zie voor eerdere bespreking hier). Beiden proberen te vatten wat moeilijk te vatten is, in woord en beeld.

https://www.singeluitgeverijen.nl/de-geus/boek/de-vogels-van-de-hemel/

 

De tekst verscheen op de site van BBL op 5 maart 2024.

https://www.bondbeterleefmilieu.be/artikel/over-vogels-vogelaars-en-gevogelte

Over vogels, vogelaars en gevogelte

Vogels als huisgenoten, als wegwijzer, als levensleermeester, inspiratie genoeg. Kan je iets over vogels schrijven en zwijgen over Hans Dorrestijn, over ‘vogels in de kop’ van Jan Desmet en Tim Birkhead die de relatie tussen mens en vogel doorheen de geschiedenis vertelde? We nemen het risico, laten alle determinatieboeken en veldonderzoeken links liggen en pikken er vier ‘vogelboeken’ uit, stuk voor stuk buitenbeentjes.

 

Pinguïns en de mensen, geschiedenis van een belaagde vogel, Marcel Haenen (2023, Querido)

Onderwaterhockey, worstelen tegen biggen en moddervoetbal zijn drie sporten die in het boek Weird Sports van Sol Neelman aan bod komen. Met pinguïns gooien staat er niet bij. Nochtans deden de inheemse bewoners van de Straat van Magellaan dat in 1599 om de Nederlandse vloot af te houden. Jammer voor hen, én voor de pinguïns, maar zonder succes. Marcel Haenen schreef een geschiedenisboek over de pinguïn. Hij heeft van jongs af aan een onvoorwaardelijke liefde en fascinatie voor pinguïns, dieren die op de meest afgelegen plaatsen leven, zoals op Antarctica en Nieuw-Zeeland.

Haenen is een beslagen journalist. Hij schrijft vlekkeloos en begeesterend, heeft oog voor details én de verhaallijn. Hij verhaalt over de vele moordpartijen door Europese ontdekkingsreizigers. Pinguïns waren een leuke vitaminesnack, brandstof voor de piraten. Later waren de pinguïns een oliebron; ze werden massaal in gigantische kookpotten gekookt. Naast het historische aspect, de hoofdmoot, gaat hij ook in op de huidige bedreigingen (hittestress, verdwijnen van biotopen door onder meer landbouw, aanvallen door andere zeedieren, …), het wetenschappelijke onderzoek en de mummies. Zo zou er een pinguïn geweest zijn van 2.05 m en 115 kilo!, ongeveer het dubbele van de keizerspinguïn, de grootste nu nog levende pinguïn.

Over de toekomst van de pinguïns is hij “veeleer somber”. Hij vertelt honderduit over hoe inspirerend pinguïns zijn, en niet alleen door hun wandelgedrag. Sommigen denken dat de vogels hen toespreken, hun verhaal herhalen als ze zich onbegrepen voelen, naar muziek luisteren, twistziek zijn en ga zo maar door. Regelmatig voegt hij details uit zijn eigen leven toe, wanneer dit doorkruist werd door pinguïns, zoals in zijn eerste dierenboek, of wanneer hij mee op pad ging in Nieuw-Zeeland om de geeloogpinguïn te beschermen. Nieuw-Zeeland zet trouwens volop in op die pinguïnbescherming. Om ze makkelijker bij een gespecialiseerde dierenarts te krijgen, vliegen ze gratis bij Air New Zealand.

https://singeluitgeverijen.nl/querido/boek/pinguins-en-de-mensen/

 

Het mooie vogelwoordenboek, Toine Andernach (2023, Noordboek)

Naast het Nederlandse kampioenschap burlen (de bronstroep van het mannelijk edelhert), het wereldkampioenschap tegenwindfietsen en het Belgisch kampioenschap pompoenschieten, is er nog het Europees kampioenschap meeuwenschreeuwen. Nooit van gehoord? Toine Andernach geniet van het woord én van het merkwaardige gedrag. Het zijn de hoofdlijnen van zijn boek.

 

De titel laat geen twijfel mogelijk: taal is het onderwerp. Hij voegt al schrijvend graag een palindroom of een eponiem in. Hij legt geduldig uit waarom “handpenprojectie”, “‘eclipskleed”, “mezenmix” en “roestteugelbergnimf” mooie woorden zijn. Tegelijkertijd fileert hij het gedrag van vogels én van de vogelaars, meestal een bebaard persoon, grijs en voorzien van cargobroek. Autovogelen, afvinken, lijstjes maken, mindful vogelen en ga zo maar door.  Met een knipoog vertelt hij dat hij als jonge snaak ooit een spreekbeurt hield over de Archaeopteryx omdat hij toen ook al graag indruk maakte met zijn kennis van moeilijke woorden. Jong geleerd …

https://noordboek.nl/boek/het-mooie-vogelwoorden-boek/

 

Vogeldagboek, Peter Vos (Uitgeverij Müller, 2020)

Over één ding kan en mag je niet twijfelen: een gelijkaardig boek vind je niet. Het is een schetsboek van een gedreven vogelliefhebber. Het boek bevat fragmenten van zijn schetsboeken (12). Het hart van het boek(je) is het vogeldagboek van 1992 van Peter Vos, zoals dat ter beschikking is gesteld door zijn weduwe. De inhoud: schetsen van vogels aangevuld met korte teksten, waarnemingen in taal en beeld. Hij maakte de aantekeningen en schetsen in een periode dat de omgeving, en vooral de vogels, structuur gaf aan zijn leven (ruimte en tijd).  Peter Müller stelde het boek samen, Jean-Pierre Geelen schreef er een even verklarende als lyrische tekst bij. Hij vindt dat Vos verkeerde op eenzame artistieke hoogte, verder in de tekst wordt Vos zelfs vergeleken met Rembrandt.

Waarom het boekje zo uniek is, beschrijft Geelen schitterend: “De vogels van Vos zijn geen vogelplaatjes … het gaat niet om vertedering … aaibaarheid … Vos tekende geen vogels. Hij tekende die éne vogel … portret …individu … wist te vangen in een paar rake lijnen van het dunste Rotring-pennetje.” Een klein maar indrukwekkend boek. Saïda, de weduwe van Peter Vos, bewaart zijn schetsboekjes in een schoenendoos. Hoe mooi kan liefde zijn.

https://www.uitgeverijmuller.nl/peter-vos-vogeldagboek.html

 

De vogels van de hemel, Karl Ove Knausgård (De Geus, 2023)

Een novelle, een piepklein boekje, een topauteur, mysterieuze foto’s, en een o zo mooi opgebouwd en verteld verhaal. Het onderwerp? Universele thema’s als liefde, dood en leven. Het verhaal? Drie generaties, drie vrouwen, die met elkaar omgaan; zoekend, aftastend, aantrekkend en afstotend. Vogels — veelal roeken, sporadisch een havik, soms duivenjongen knabbelend — hebben een schijnbaar onbelangrijke rol. Zoals wel vaker staat de middelste generatie écht in het midden en wordt ze door beide andere niet gespaard.

Maar bovenal is het schitterend geschreven. Aan ’t eind van de novelle vinden ze elkaar en belandt het verhaal in begrippen als vertrouwen en toewijding aan God en is de wegvliegende vogel “vervuld van vreugde”. De vogelfoto’s zijn van Stephen Gill en werden gepubliceerd in The Pillar, een fotoboek met korte teksten van … Karl Ove Knausgård (zie voor eerdere bespreking hier). Beiden proberen te vatten wat moeilijk te vatten is, in woord en beeld.

https://www.singeluitgeverijen.nl/de-geus/boek/de-vogels-van-de-hemel/

 

De tekst verscheen op de site van BBL op 5 maart 2024.

https://www.bondbeterleefmilieu.be/artikel/over-vogels-vogelaars-en-gevogelte

 

 

dinsdag 6 februari 2024

Het zeeboek

 Sarah Devos




Het Zeeboek is een echt Sarah Devos-product. Het is een informatief boek. Het vertelt je heel veel over het onderwerp, het is speels qua aanpak, schitterend geschreven én als toetje heeft ze er vele tekeningen aan toegevoegd. Het hoeft geen betoog dat tekst en tekeningen perfect op elkaar zijn afgestemd. Zoals gewoonlijk laat Sarah Devos haar fantasie de vrije loop. Wat opvalt, is de zeer breedvoerige inhoudstafel; je weet dus makkelijk wat je allemaal vindt. Het boek is afgestemd op de Noordzee van De Panne tot de Wadden. Wat leren we allemaal? Waarom de snelheid van zeeschepen in knopen wordt uitgedrukt, wat zandsuppletie en wat strandjutten net inhoudt. Je leert over de planten, de schelpen en slakken, kleine en grote zeedieren, krabben en kreeften, en ook de vissen en de vogels. Zo ontmoet je bijvoorbeeld de duindoorvuurzwam, de muizenkeutel, de dodemansduim, het erwtenkrabbetje, de snotolf, de drieteenstrandloper. Je kijkt naar de wolken en je leert spreekwoorden. Kortom, je weet bijna alles over de zee.

https://www.standaardboekhandel.be/p/het-zeeboek-9789022336458

De tekst verscheen op 30 januari 2024 op de site van BBL

https://www.bondbeterleefmilieu.be/artikel/zes-zeeboeken

Op avontuur aan de kust, van de Belgische kust helemaal tot de Waddeneilanden

 Sarah Devos



Het is een doe-boek, een boek om mee aan de slag te gaan als je aan de kust bent. Het luik ‘kennisoverdracht’ ontbreekt niet, maar is heel speels ingevuld met, meestal indrukwekkende, weetjes zoals b.v. de 3 miljoen scheepswrakken die op de zeebodem liggen of de kilo zeewier die elk (onbewust) jaarlijks eet. Ze vertelt niet enkel over eb en vloed, over zandkorrels die erosie veroorzaken  en de duinen, maar ook over de deltawerken, de mossel- en oesterkwekerijen in Yerseke en de kusttram. Je kan op stap naar het Drenkelingenhuisje in Ter Schelling, naar het watersnoodmuseum in Ouwerkerk of fort napoleon in Oostende. Je kan ‘zeebingo’ spelen, een rebus oplossen of de 11 verschillen zoeken tussen twee tekeningen. Door opdrachten uit te voeren en aantekeningen te maken kan elk kind er een persoonlijk doe-boekje van maken. Wat je er niet vindt zijn de beste adresjes voor ijsjes, die zoek je best zelf.  

https://stratier.be/products/op-avontuur-aan-de-kust

 

De tekst verscheen op 30 januari 2024 op de site van BBL

https://www.bondbeterleefmilieu.be/artikel/zes-zeeboeken

Zwin, dynamische natuur tussen land en zee

 Wouter Faveyts en Misjel Decleer


Het boek ontstond uit een samenwerking van ANB, de beheerder, het provinciebestuur West-Vlaanderen, het Zwin Natuur Park en de uitgever, Stichting Kunstboek. Het boek heeft een kleiner broertje, een bezoekersgids, om je ter plaatse wegwijs te maken. In de bezoekersgids staat, uiteraard veel tekst, aangevuld met foto’s. In dit boek, het fotoboek, was men karig met tekst. De foto’s zijn van Misjel Decleer, een uitmuntende keuze. Hij kent de streek en het gebied, is als geen ander vertrouwd met biodiversiteit, kijkt op geen inspanning en vooral, hij fotografeert met veel buikgevoel. Hij laat je meegenieten van de natuurpracht. Het boek is dan ook een eerbetoon aan het Zwin, een ‘hommage’ staat in het boek, wellicht een term die lokaal anders klinkt. Uiteraard mag de ooievaar niet ontbreken, maar het zijn vooral de landschapsfoto’s die het boek uniek maken. De kleurpartijen in de slikken en schorren, het meanderende water, de dynamische golven die het strand overspoelen, het lichtspel tussen de vele hazenpootjes (klaversoort), ondiepe waterpartijen in de Zwinduinen, en ga zo maar door. Als je graag het Zwin mee naar huis neemt, is het een uitstekende keuze.  

https://www.stichtingkunstboek.com/product/zwin-dynamische-natuur-tussen-land-en-zee/

 

De tekst verscheen op 30 januari 2024 op de site van BBL

https://www.bondbeterleefmilieu.be/artikel/zes-zeeboeken

Zee nu

 Eva Meijer




Hét ideale boek voor zeer fanatieke Belgische voetbalsupporters aan de vooravond van een wedstrijd België-Nederland. In twaalf dagen overstroomt Nederland, in België geen zeewaterdruppel extra. Qua beeld kan dit tellen. Het is loepzuivere fictie. Maar toch, het is bijwijlen hallucinant en sterk dystopisch. De eerste dagen komt de zee elke dag 1 kilometer landinwaarts, enkele dagen later steekt er een storm op en dan is er geen houden meer aan.

Wat de roman zo sterk maakt, zijn de vele eenvoudige levensvragen (Meijer is ook filosofe) en mensenkennis, de droge beschrijvingen van de vlucht en opvang, de fantasie, de soms sterk ironisch-sarcastische toon en haar passie voor dieren. Paarden groeperen zich spontaan en rennen in grote kuddes door het land, dwergvinvissen spoelen aan zonder dat iemand naar hen omkijkt en scholen haringen zoeken nieuwe verbanden. De koning zonder land zoekt zijn buitenverblijf op in Mozambique, de minister van Binnenlandse Zaken wordt, omwille van zijn netwerk, gevraagd door Heineken om het bier eindelijk op de kaart te zetten in Duitsland. Het merendeel van de Nederlanders is er naartoe gevlucht en de supermarkten spelen graag in op de ellende. Ze beschrijft de zinloosheid van bezit (je verliest toch bijna alle materie) en geeft het verlies een gezicht. Merkwaardig boek waarvan tekstflarden voortaan altijd doorheen je hoofd waaien als je op de zeedijk de horizon zoekt. 

https://www.uitgeverijcossee.nl/zee-nu/9789464520132

 

De tekst verscheen op 30 januari 2024 op de site van BBL

https://www.bondbeterleefmilieu.be/artikel/zes-zeeboeken

 

Refugium

Esther Hessing en Annemieke Fierinck




Zuinig qua tekst, maar boordevol tekeningen, schetsen en schilderijen. Eén boodschap: passie voor het duinenlandschap. Om het boek te maken, hebben ze beroep gedaan op diverse technici opdat ze zeker de juiste onderwerpen in beeld zouden brengen. Het is een artistiek boek, niet enkel qua beelden, maar ook qua vormgeving. Je vindt bijvoorbeeld vele beelden over twee volle pagina’s, nu en dan afgewisseld met 9 kleine foto’s op één pagina, maar ook uitklapbare bladen en beelden die van de ene op de volgende pagina doorlopen. Dode bomen die verstild in het landschap staan, opeenvolgende grijs- en bruintinten in een gelaagd duinenlandschap, het heftige blauw van de zee dat naadloos in de lucht overgaat, de prachtige kleuren en verscheidenheid van bramen, grassen en bloemen, zeewier als inspiratie voor een schilderij of dieren in het landschap. Dat duinen waardevol (als landschap, voor biodiversiteit, waterwinning, bescherming tegen de zee, …) en kwetsbaar zijn, is genoegzaam bekend. Beide auteurs belichten een bijkomend aspect van de duinen: de schoonheid. Na het bekijken van het boek ben je er van doordrongen.

https://lecturis.nl/product/refugium/

http://estherhessing.nl/

https://annemiekefierinck.nl/

 

De tekst verscheen op 30 januari 2024 op de site van BBL

https://www.bondbeterleefmilieu.be/artikel/zes-zeeboeken

Dit is water

 David Foster Wallace


Het boek verscheen in 2009 in het Engels, in 2011 volgde een eerste vertaling in het Nederlands en vorig jaar verscheen een nieuwe versie in het Nederlands, ditmaal bij uitgeverij Koppernik. Het is een klein boek, slechts 11 bij 18 centimeter, en vele bladzijde bevatten amper tekst, soms zelfs maar een of enkele woorden. Een beslagen snellezer spurt makkelijk op een uurtje doorheen het boek en doet op die manier net wat de auteur verwenst. Het boek bevat enkele gedachten die Wallace uitsprak voor afgestuurde studenten, of beter, één gedachte, namelijk: "denk zelf". Begin met het geven van inhoud aan ‘gemeenplaatsen’; vandaar zijn titelvoorbeeld over twee zwemmende vissen die elkaar bevragen over water. "Wat is dat, water?" Of een variant, waarin een strandwandelaar een zeezwemmer ontmoet die net het strand op stapt. Wanneer de wandelaar vraagt hoe het was, luidt het droge antwoord: "nat". Wallace pleit om zelf na te denken, om omzichtig te zijn met automatismen en met misleiding (ook van jezelf), om te leren denken en om doorheen routine, verveling en bekrompen frustratie te kijken. Wallace is uitermate genuanceerd qua gevoel en beslagen in taal. Hij wordt omschreven als ‘gevoelig, intelligent, scherpzinnig’. Het boek bevat het allemaal. Een boek voor trage lezers.

https://www.koppernik.nl/project/dit-is-water-david-foster-wallace/

 

De tekst verscheen op 30 januari 2024 op de site van BBL

https://www.bondbeterleefmilieu.be/artikel/zes-zeeboeken

Zes zeeboeken

Februari staat bijna aan de deur, tijd om naar zee te trekken. Binnenkort met de (klein)kinderen op pad? Sarah Devos zorgt er voor dat je op alle vragen een goed antwoord kan geven en steeds weet wat je samen kan doen. We trekken naar het Zwin, struinen door de duinen en genieten van de schoonheid, turen over de golven en overdenken de stijging van de zeespiegel. David Foster Wallace zorgt er voor dat we eindelijk weten wat water is. Eilanden zien we niet, dus het magistrale boek van Boudewijn Buch, de mateloos gefascineerde eilandhopper, blijft in de bagagetas.

 

Het zeeboek, Sarah Devos

Het Zeeboek is een echt Sarah Devos-product. Het is een informatief boek. Het vertelt je heel veel over het onderwerp, het is speels qua aanpak, schitterend geschreven én als toetje heeft ze er vele tekeningen aan toegevoegd. Het hoeft geen betoog dat tekst en tekeningen perfect op elkaar zijn afgestemd. Zoals gewoonlijk laat Sarah Devos haar fantasie de vrije loop. Wat opvalt, is de zeer breedvoerige inhoudstafel; je weet dus makkelijk wat je allemaal vindt. Het boek is afgestemd op de Noordzee van De Panne tot de Wadden. Wat leren we allemaal? Waarom de snelheid van zeeschepen in knopen wordt uitgedrukt, wat zandsuppletie en wat strandjutten net inhoudt. Je leert over de planten, de schelpen en slakken, kleine en grote zeedieren, krabben en kreeften, en ook de vissen en de vogels. Zo ontmoet je bijvoorbeeld de duindoorvuurzwam, de muizenkeutel, de dodemansduim, het erwtenkrabbetje, de snotolf, de drieteenstrandloper. Je kijkt naar de wolken en je leert spreekwoorden. Kortom, je weet bijna alles over de zee.

https://www.standaardboekhandel.be/p/het-zeeboek-9789022336458

 

Op avontuur aan de kust, van de Belgische kust helemaal tot de Waddeneilanden, Sarah Devos

Het is een doe-boek, een boek om mee aan de slag te gaan als je aan de kust bent. Het luik ‘kennisoverdracht’ ontbreekt niet, maar is heel speels ingevuld met, meestal indrukwekkende, weetjes zoals b.v. de 3 miljoen scheepswrakken die op de zeebodem liggen of de kilo zeewier die elk (onbewust) jaarlijks eet. Ze vertelt niet enkel over eb en vloed, over zandkorrels die erosie veroorzaken  en de duinen, maar ook over de deltawerken, de mossel- en oesterkwekerijen in Yerseke en de kusttram. Je kan op stap naar het Drenkelingenhuisje in Ter Schelling, naar het watersnoodmuseum in Ouwerkerk of fort napoleon in Oostende. Je kan ‘zeebingo’ spelen, een rebus oplossen of de 11 verschillen zoeken tussen twee tekeningen. Door opdrachten uit te voeren en aantekeningen te maken kan elk kind er een persoonlijk doe-boekje van maken. Wat je er niet vindt zijn de beste adresjes voor ijsjes, die zoek je best zelf.  

https://stratier.be/products/op-avontuur-aan-de-kust

 

Zwin, dynamische natuur tussen land en zee, Wouter Faveyts en Misjel Decleer

Het boek ontstond uit een samenwerking van ANB, de beheerder, het provinciebestuur West-Vlaanderen, het Zwin Natuur Park en de uitgever, Stichting Kunstboek. Het boek heeft een kleiner broertje, een bezoekersgids, om je ter plaatse wegwijs te maken. In de bezoekersgids staat, uiteraard veel tekst, aangevuld met foto’s. In dit boek, het fotoboek, was men karig met tekst. De foto’s zijn van Misjel Decleer, een uitmuntende keuze. Hij kent de streek en het gebied, is als geen ander vertrouwd met biodiversiteit, kijkt op geen inspanning en vooral, hij fotografeert met veel buikgevoel. Hij laat je meegenieten van de natuurpracht. Het boek is dan ook een eerbetoon aan het Zwin, een ‘hommage’ staat in het boek, wellicht een term die lokaal anders klinkt. Uiteraard mag de ooievaar niet ontbreken, maar het zijn vooral de landschapsfoto’s die het boek uniek maken. De kleurpartijen in de slikken en schorren, het meanderende water, de dynamische golven die het strand overspoelen, het lichtspel tussen de vele hazenpootjes (klaversoort), ondiepe waterpartijen in de Zwinduinen, en ga zo maar door. Als je graag het Zwin mee naar huis neemt, is het een uitstekende keuze.  

https://www.stichtingkunstboek.com/product/zwin-dynamische-natuur-tussen-land-en-zee/

 

Zee nu, Eva Meijer

Hét ideale boek voor zeer fanatieke Belgische voetbalsupporters aan de vooravond van een wedstrijd België-Nederland. In twaalf dagen overstroomt Nederland, in België geen zeewaterdruppel extra. Qua beeld kan dit tellen. Het is loepzuivere fictie. Maar toch, het is bijwijlen hallucinant en sterk dystopisch. De eerste dagen komt de zee elke dag 1 kilometer landinwaarts, enkele dagen later steekt er een storm op en dan is er geen houden meer aan.

Wat de roman zo sterk maakt, zijn de vele eenvoudige levensvragen (Meijer is ook filosofe) en mensenkennis, de droge beschrijvingen van de vlucht en opvang, de fantasie, de soms sterk ironisch-sarcastische toon en haar passie voor dieren. Paarden groeperen zich spontaan en rennen in grote kuddes door het land, dwergvinvissen spoelen aan zonder dat iemand naar hen omkijkt en scholen haringen zoeken nieuwe verbanden. De koning zonder land zoekt zijn buitenverblijf op in Mozambique, de minister van Binnenlandse Zaken wordt, omwille van zijn netwerk, gevraagd door Heineken om het bier eindelijk op de kaart te zetten in Duitsland. Het merendeel van de Nederlanders is er naartoe gevlucht en de supermarkten spelen graag in op de ellende. Ze beschrijft de zinloosheid van bezit (je verliest toch bijna alle materie) en geeft het verlies een gezicht. Merkwaardig boek waarvan tekstflarden voortaan altijd doorheen je hoofd waaien als je op de zeedijk de horizon zoekt. 

https://www.uitgeverijcossee.nl/zee-nu/9789464520132

 

Refugium, Esther Hessing en Annemieke Fierinck

Zuinig qua tekst, maar boordevol tekeningen, schetsen en schilderijen. Eén boodschap: passie voor het duinenlandschap. Om het boek te maken, hebben ze beroep gedaan op diverse technici opdat ze zeker de juiste onderwerpen in beeld zouden brengen. Het is een artistiek boek, niet enkel qua beelden, maar ook qua vormgeving. Je vindt bijvoorbeeld vele beelden over twee volle pagina’s, nu en dan afgewisseld met 9 kleine foto’s op één pagina, maar ook uitklapbare bladen en beelden die van de ene op de volgende pagina doorlopen. Dode bomen die verstild in het landschap staan, opeenvolgende grijs- en bruintinten in een gelaagd duinenlandschap, het heftige blauw van de zee dat naadloos in de lucht overgaat, de prachtige kleuren en verscheidenheid van bramen, grassen en bloemen, zeewier als inspiratie voor een schilderij of dieren in het landschap. Dat duinen waardevol (als landschap, voor biodiversiteit, waterwinning, bescherming tegen de zee, …) en kwetsbaar zijn, is genoegzaam bekend. Beide auteurs belichten een bijkomend aspect van de duinen: de schoonheid. Na het bekijken van het boek ben je er van doordrongen.

https://lecturis.nl/product/refugium/

http://estherhessing.nl/

https://annemiekefierinck.nl/

 

Dit is water, David Foster Wallace

Het boek verscheen in 2009 in het Engels, in 2011 volgde een eerste vertaling in het Nederlands en vorig jaar verscheen een nieuwe versie in het Nederlands, ditmaal bij uitgeverij Koppernik. Het is een klein boek, slechts 11 bij 18 centimeter, en vele bladzijde bevatten amper tekst, soms zelfs maar een of enkele woorden. Een beslagen snellezer spurt makkelijk op een uurtje doorheen het boek en doet op die manier net wat de auteur verwenst. Het boek bevat enkele gedachten die Wallace uitsprak voor afgestuurde studenten, of beter, één gedachte, namelijk: "denk zelf". Begin met het geven van inhoud aan ‘gemeenplaatsen’; vandaar zijn titelvoorbeeld over twee zwemmende vissen die elkaar bevragen over water. "Wat is dat, water?" Of een variant, waarin een strandwandelaar een zeezwemmer ontmoet die net het strand op stapt. Wanneer de wandelaar vraagt hoe het was, luidt het droge antwoord: "nat". Wallace pleit om zelf na te denken, om omzichtig te zijn met automatismen en met misleiding (ook van jezelf), om te leren denken en om doorheen routine, verveling en bekrompen frustratie te kijken. Wallace is uitermate genuanceerd qua gevoel en beslagen in taal. Hij wordt omschreven als ‘gevoelig, intelligent, scherpzinnig’. Het boek bevat het allemaal. Een boek voor trage lezers.

https://www.koppernik.nl/project/dit-is-water-david-foster-wallace/

 

De tekst verscheen op 30 januari 2024 op de site van BBL

https://www.bondbeterleefmilieu.be/artikel/zes-zeeboeken

dinsdag 30 januari 2024

Hitte

 Victor Jestin


Het origineel verscheen in 2019 in het Frans, in 2023 werd een Nederlandse vertaling (door Josephine Rijnaarts) op de markt gebracht. Er is één element dat erg doet denken aan de succesroman van Gabriel García Márquez, Kroniek van een aangekondigde dood, nl. het slot van het boek. Het hele boek is magistraal afgestemd op het slot. Als je wil weten hoe het afloopt, lees je best het boek, een niet al te zware inspanning, een pocket van 124 pagina’s. Onvoorstelbaar boeiend is de wijze waarop Jestin vertelt hoe een puberbrein werkt: onzeker, verkennend en zoekend naar houvast. Onderwerpen die spelen zijn liefde en dood, en je eigen rol en/of aansprakelijkheid hierin. Het verhaal? Een zomerse vakantie van een puber met zijn familie op een camping aan een strand, een ‘collega-vakantieganger’ overlijdt en een jonge dartele deerne intrigeert hem. Tot slot, Justin beheerst zijn taal schitterend. Een boek(je) om op een camping te lezen terwijl je naar het strand kijkt.  

https://www.koppernik.nl/project/hitte-victor-jestin/

Georges

 Koen Peeters



‘Ik denk na over de tijd en zoek naar het ondersteunende verhaal’ schrijft Koen Peeters in zijn boek ‘Georges’. Die ene zin vat het boek samen. Tijd, leeftijd, leef-tijd, geleefde tijd, toekomstige tijd, en bij dat alles mijmeren over context, ruimte en toeval. Hij vertelt een verhaal en niet één verhaal. Met dezelfde gekende feiten als houvast kan hij tientallen andere verhalen vertellen. Zijn hoofdrolspelers, die allen wel ergens een link hebben met het woord ‘George’ ontmoeten elkaar, soms vluchtig (‘ultrakort’) en ontmoeten elkaar daarna nooit meer, soms gepland, soms toevallig.

Al enkele jaren gebruikt Koen Peeters zijn krant, op papier !, dagelijks twee keer. ’s Ochtends leest hij, ’s avonds knipt hij. Hij knipt elke dag een bijzondere foto uit zijn krant en plakt de foto, ‘bij wijze van dagsluiting’ in een grootformaat dummyboek. Hij let op portretten, markante gebeurtenissen, historie en kunst. Gevolg is dat de nieuwe opeenvolging van beelden leidt tot nieuwe relaties, hij herschikt de context, er ontstaan nieuwe associaties die tot verwondering kunnen leiden. Wat hij als dagelijks leven ervaart, een netwerk van lijnen, wordt geknipt en herschikt. Een strik of een valstrik? En tot wat leidt zijn verzameldrift? Hij gelooft stellig dat de tijd op termijn alles vergrijst, verkorrelt of vernietigt.

Nog leuker wordt het als hij een jonge vrouw toevallig de uitvinder van de bigbangtheorie laat ontmoeten. De tijd wordt plotsklaps gigantisch lang (ruim 13 miljard jaar), uitgerekend op een ogenblik dat toeval dominant is in de verhouding tussen twee mensen. Ook de bigbangtheorie is gebaseerd op lijnen en verbanden, weliswaar tussen hemellichamen. Als hij enkele tientallen bladzijden later de vrouw een herkenbare identiteit toebedeeld, valt het verhaal even op zijn pootjes om daarna opnieuw andere wendingen aan te nemen. Voortdurend stelt hij vragen over toeval, over het waarom, over de toekomst en het verleden, maar altijd op een aangenaam keuvelende manier. Zijn George-linken laat hij, met zijn ongebreidelde fantasie, landen in de artistieke wereld in Georgië. Is er dan een link tussen Georgië en de Georges die zijn leven hebben beïnvloed. Is er een ‘naamkundige synchroniciteit’ zoals hij dat zo mooi omschrijft? Koen Peeters schreef één boek, met autobiografische reflex, maar het hadden er ook vele andere kunnen zijn. Bestaat toeval? 

 https://www.debezigebij.nl/boek/georges/#:~:text=Koen%20Peeters%20(1959)%20is%20de,prijs%20voor%20De%20bloemen%20...

 

maandag 22 januari 2024

Bomen waarin stenen bloeien, de verzonnen wereld van Giuseppe Penone

 Cees Nooteboom



Op een boogscheut van Den Haag ligt Voorlinden, een museum op een landgoed, tegen een grote villawijk en een Nationaal Park en de zee. Er is ruimte en rust in overvloed, het moderne gebouw werd in een Piet Oudolf-tuin ingebed en enkel artiesten met internationale uitstraling komen aan bod, zoals Giuseppe Penone. Penone ’s werken lijken eenvoudig, wat hout, stammen, takken, wat stenen wat metalen, in een bepaalde positie en compositie. That’s it. Hij verzocht Cees Nooteboom om een tekst te schrijven over zijn werken.

Nooteboom nam de vraag graag ter harte. Hij kijkt, leest, beschrijft en interpreteert. Zoals gewoonlijk, loepzuiver geformuleerd. Hij legt uit wat hij ziet en voelt, hoe hij naar stenen kijkt en waarom de ene steen verschilt van de andere en dat je er dan ook een andere betekenis aan kan geven. Hij beschrijft takken en stammen, en legt uit welk gevoel dat hij heeft bij het kunstwerk, hoe hij over tijd denkt en wat tijd doet met hout en wat dit betekent voor een toeschouwer. Hij legt uit dat Penone zoekt naar tijd en zijn eigen levensbegin, wat dat met hem deed en kan doen en hoe hij dat kan uitdrukken. Hij vertelt over de betekenis van een huis voor een mens en een boom, het samenvallen van metalen en bomen, en zo verder.

Het mooie is dat een sublieme woordkunstenaar op zoek gaat naar de ziel van een beeldend kunstenaar. De beeldend kunstenaar gaf vooraf aan dat hij zich vooral comfortabel voelt bij Nootebooms gedichten, taal die ruimte laat voor gedachten. En uitgerekend die unieke taalkunstenaar neemt de lezer al mijmerend en overdenkend met kleine stapjes mee, vertrekkend van een informatieve beschrijving van de werken van de beeldend kunstenaar naar wat een achterliggende betekenis zou kunnen zijn. Echt leuk is het slot van het boek, gedichten van Cees Nooteboom met de commentaar van Giuseppe Penone, gedachten vervlechten. Woord zoekt beeld, op verzoek van het beeld, en beeld wordt woord. Wat een exclusief boek.   

https://www.koppernik.nl/project/bomen-waarin-stenen-bloeien-de-verzonnen-wereld-van-giuseppe-penone-cees-nooteboom/