5 decennia milieubeweging in 5 boeken
https://www.bondbeterleefmilieu.be/artikel/5-decennia-milieubeweging-5-boeken
Deze tekst verscheen op de site van BBL op 1 oktober 2021
Bond Beter Leefmilieu viert dit jaar haar vijftigste
verjaardag. Wat als je dé vijf ultieme milieuboeken van de afgelopen vijftig
jaar zou moeten kiezen? Een aartsmoeilijke vraag. En daarom stelden we ze aan
onze huisrecensent en boekenliefhebber Johan Van den Broek. Resultaat: zijn
milieuboekenverhaal van de voorbije 50 jaar, met persoonlijke toets.
Terugkijken is een hele uitdaging, niet enkel voor iemand
die graag vooruitkijkt. Wanneer gevraagd wordt naar “Dé ultieme vijf
milieuboeken van de afgelopen vijftig jaar”, schieten me allerlei bedenkingen
door het hoofd. “Oei, maar dan kan niet gestart worden met Silent Spring van
Rachel Carson (1962). Dan maar Grenzen aan de groei van de Club van Rome
(1972)? Of beter een wetenschappelijk opgezette bevraging om tot dé ultieme top vijf te komen? Wat volgt is
een keuze, met verantwoording. Vijf verhalen over boeken die grensverleggend
waren of zijn: natuur op de beleidsagenda, een analysekader voor de
milieucrisis, de verbreding en verruiming van de milieucrisis als mondiaal
probleem, de juridische aanpak van het klimaatprobleem, en erkenning van de
betekenis van de natuur voor de mens.
1. Natuur op de beleidsagenda
De uitvinder van de natuur, Andrea Wulf, 2015 (Atlas
Contact)
In 2015 verscheen “De uitvinder van de natuur, het
avontuurlijke leven van Alexander von Humboldt”, geschreven door Andrea Wulf,
in 2016 de Nederlandse vertaling. Het boek viel veelvuldig in de prijzen.
Von Humboldt was hoogbegaafd en had een schier
onuitputtelijke energie. Hij was bemiddeld, had rechtstreekse toegang tot vele
invloedrijke personen en besluitvormers, hij was erg doelgericht en
doortastend, en had het hart op de goede plaats. Von Humboldt was naar de
Chimborazo gereisd, een vulkaan in Ecuador, iets hoger dan 6 000 meter. Naar
verluidt geraakte hij tot 5 917 meter. Opvallend is het resultaat: von Humboldt
maakte een tekening, en legde een relatie tussen allerlei abiotische en biotische
elementen. Het werk van al zijn voorgangers, en wellicht was Linnaeus de meest
opvallende, resulteerde in tabellen, lijsten, taxonomieën, of nog andere
opsommingen. Von Humboldt legde relaties tussen bijvoorbeeld de hoogte van de
berg en de plantengroei, maar ook temperatuur en luchtdruk, en uiteraard tussen
de planten onderling. Eens beroemd en geroemd gingen nog meer deuren open voor
de man. Hij ging er prat op om met de president van de Verenigde Staten, Thomas
Jefferson aan tafel te hebben gezeten.
Von Humboldt ervoer dat een politicus beslist wat hij met
het advies van een wetenschapper doet. Voor von Humboldt was dit vreemd, hij
was namelijk gewoon dat hij velen kon overtuigen van zijn inzichten en dat die
inzichten dan ook omgezet werden in beslissingen. Nee, von Humboldt mocht tegen
slavernij zijn, Jefferson was en bleef voor. De gelijkenis met de actuele
natuur- en milieucrisis is voor de hand liggend. Zolang het maar niet gaat over
hoe onze economie moet draaien, word je beluisterd. Als von Humboldt één van de
cruciale pijlers, namelijk goedkope arbeidskrachten, niet enkel in vraag stelt,
maar ook aangeeft dat dit niet kan, wordt hij terzijde geschoven. Von Humboldt
was ook één van de eerste wetenschappers die een door de mens veroorzaakte klimaatverandering
te berde bracht.
Andrea Wulf leverde een ronduit schitterende biografie af.
Knap geschreven, een onvoorstelbaar aantal bronnen uitgevlooid, von Humboldt
achterna gereisd, en vooral een knap verhaal met een heldere boodschap. Hij
plaatste als eerste natuur op de agenda van vele politici. Hij bezat een
onuitputtelijke energie, nam steeds initiatief en had oog voor het geheel. En
als uitmuntend wetenschapper durfde hij het politieke toneel betreden,
uitermate bekommerd om natuur en milieu.
https://www.atlascontact.nl/boek/de-uitvinder-van-de-natuur/
2. Analysekader voor de milieucrisis
De ogen van de panda, Etienne Vermeersch, 1988 (Uitgeverij
Houtekiet)
De decade 1985 -1994 bracht dynamiek in de Vlaamse
milieuwereld. In Nederland verscheen met “Zorgen voor morgen” en “Kiezen of
verliezen” zowel het eerste omvattende milieurapport als het eerste
milieubeleidsplan. Onze noorderburen voerden die beleidsaanpak met fierheid uit
naar andere landen, telkens met tientallen onderzoeksbureaus in het kielzog van
de overheid. Ook Vlaanderen zou volgen.
Dat milieubeleid milieuproblemen wil oplossen, is bekend.
Maar waarom ontstaan die problemen? Het antwoord werd neergeschreven door
filosoof Etienne Vermeersch. Merkwaardig detail: hij was een uitgetreden
priester en zijn gedachten waren meebepalend voor Laudato Si, verspreid door de
katholieke Kerk, en dus formeel toegedicht aan de Paus.
In 1988 verscheen het boek “De ogen van de panda, een
milieufilosofisch essay” bij uitgeverij Marc Van de Wiele, in samenwerking met
Stichting Leefmilieu. 22 jaar later verscheen een update, van dezelfde auteur,
maar bij een andere uitgeverij. Nog steeds een panda op de voorpagina. Maar in
de nieuwe versie ligt er nog een kleine panda tegen de grote aangeleund: de
aaibaarheid is verhoogd.
Het authentieke werk ligt vermoedelijk bij vele milieu- en
natuurbeschermers van het eerste en het tweede uur ergens in de vitrinekast in
de woonkamer, centraal, bijna sacraal opgeborgen, voorzien van een borsteltje
om het boek af te stoffen alvorens het open te slaan. Het telde 70 pagina’s,
aangevuld met de mythische toespraak die Chief Seattle werd toegedicht.
Het boek veroorzaakte deining. Er verschenen tal van
interviews met Etienne Vermeersch in diverse dag- en weekbladen, en niet enkel
in milieutijdschriften, maar ook in meer op de
bedrijfswereld georiënteerde bladen. Intermediair, het Weekblad voor
kaderleden, publiceerde op 13 februari 1989 een stevig interview en op 27
februari 1989 een uitgebreid artikel. De kerngedachte van het boek was het
WTK-bestel, Wetenschap-Technologie-Kapitaal. Juist de combinatie van deze drie
bepalen het grote succes van de westerse economie en cultuur. WTK heeft tot een
enorm succes geleid, maar, in de 20e eeuw is het systeem op hol geslagen en als
het niet wordt vertraagd of gestopt, stevenen we af op een regelrechte
catastrofe.
Het is geen toeval dat een “professioneel denker”, een
filosoof dus, met een denkkader op de proppen kwam. Het opmerkelijke was dat
Vermeersch een universeel denkkader neerpootte. Niet onverwacht volgden diverse
gedachtewisselingen. Vermeersch ontlokte graag discussies om ook anderen tot
(logisch) denken aan te zetten. Denken was nu éénmaal zijn natuur. Zijn
gedachtegoed staat nog steeds overeind en niet enkel in Vlaanderen. De
gedachten van Vermeersch vinden we vandaag terug in het boek Onbewoonbare aarde
van David Wallace Wells, en vele andere, tot en met een pauselijke Encycliek.
https://www.houtekiet.be/nl/artikelpagina/9789089247339/de-ogen-van-de-panda
3. De milieucrisis als mondiaal probleem
De mens als god, Mark Lynas, 2011 (Uitgeverij Jan Van Arkel)
Als je vandaag een wetenschappelijk werk over
klimaat(verandering) leest, vind je bijna altijd een verwijzing naar het
denkkader van Johan Rockström & z’n collega’s over de planetaire grenzen.
Tien jaar geleden was dat anders. Om problemen te vatten, volgt na de analyse
steevast een opdeling in hokjes. Met milieuproblemen is dat niet anders. De
opdeling tussen lucht/water/bodem lag al lang in de prullenmand, net als de
ver-thema’s (vermesting / verzuring / klimaatverandering) en de opdeling in
toevoeging/onttrekking/verandering. Er was nood aan een mondiaal kader, aan de
identificatie van systeemontwrichtende stromen en aan het kwantificeren van
(absolute) grenswaarden. En toen was er Johan Rockström. Mark Lynas zette hem
mee op de kaart.
Wie was en is Mark Lynas? In 2008 publiceerde Mark Lynas het
beste wetenschapsboek, volgens de Royal Society in Engeland. De titel?
"zes graden", een boek waaraan hij startte in 2005. Zes graden slaat
op een voorspelling van de (vermoedelijke) stijging van de aardtemperatuur door
de klimaatopwarming. Door velen werd toen voortdurend gezegd dat men de
opwarming kon beperken tot twee graden. Hij beschreef de te verwachten gevolgen
graag per graad. Omdat mensen volgens Lynas te weinig beseffen hoeveel er op
het spel staat, wilde hij met het boek twee elementen aan de discussie
toevoegen. Ten eerste wilde hij onderstrepen hoe groot het belang van de
biodiversiteit is en hoe deze bedreigd wordt door de klimaatopwarming. Ten
tweede wilde hij de klimaatopwarming in een breder geologisch perspectief
plaatsen
Vandaag klinkt een keuze voor Lynas begrijpelijk. Hij
schrijft vaak voor The Guardian over milieu en vooral klimaat. Belangrijker,
zijn mening wordt erkend en gerespecteerd. Tien jaar geleden lag dat anders.
Hij werd niet op handen gedragen door de (Britse) milieubeweging, hoewel zijn
roots daar wel liggen. Hij is tegen de nacht van de duisternis, tegen het lager
zetten van de thermostaat (en DikkeTruienDag), en vóór kernenergie, enz. Over
Fukushima praat hij in termen van “overdreven berichtgeving”, “irrationele kijk
op”. Lynas maakte de afspraak met de wetenschappers dat hij, als schrijver en
milieuactivist, zou doen wat de wetenschappers niet konden, namelijk die
wetenschappelijke kennis bekendmaken aan het grote publiek.
In 2011 publiceerde hij het boek “de mens als God, hoe de
aarde het Antropoceen kan doorstaan”. De keuze voor de titel was voor hem
eenvoudig. “We zijn ontstellend, fenomenaal onwetend. Alsof God blind en
doofstom is, zo blunderen we maar door, zonder kennelijk enig besef of begrip
van onze vermogens.” Juist daarom stelt Lynas dat de natuur ons niet meer in de
hand kan houden, en dat we het zelf moeten doen.
Het werd een opmerkelijk boek, dat grotendeels bestond uit
het relaas van de eerste wetenschappelijke workshop over planetaire grenzen,
georganiseerd in het kader van het Tällberg Forum in Zweden. Verder heeft hij
continu kunnen putten uit de Radcliffe Science Library. Lynas was uitgenodigd
om samen met een groep wetenschappers in besloten kring te discussiëren over
het begrip ‘planetaire grenzen’, een term die werd bedacht door Johan
Rockström, directeur van het Stockholm Resilience Centre. De wetenschappers,
allemaal wereldwijd erkende experts, wilden bepalen welke delen van het
‘systeem aarde’ het meest beïnvloed worden door de mens en wat op die
onderdelen de daarbij behorende limieten van de menselijke activiteit zouden
zijn. Bedoeling was om de ruimte af te bakenen waarbinnen de mens veilig kan
opereren. Intussen is het gedachtegoed van Johan Rockström & Co, de
planetaire grenzen, al jaren algemeen erkend en gedragen. Het verhaal noemt
negen planetaire grenzen: biodiversiteit, klimaat, stikstof, ozonlaag, verzuring, landgebruik,
zoetwater, gifgrens en de aerosolgrens.
En toch, na tien jaar terugkijken op Lynas & Rockström
geeft een andere blik op dezelfde werkelijkheid. Rockström & co
ontwikkelden het concept van de planetaire grenzen en Lynas droeg bij om het te
populariseren. Het concept was onbekend, anders en nieuw, en vandaag is het
mondiaal verspreid, veelvuldig gebruikt en algemeen erkend. Pijnlijk is
natuurlijk dat de planetaire grenzen alleen meer onder druk zijn komen te staan
en steeds meer overschreden worden.
https://www.epo.be/nl/milieu-ecologie/126-De-mens-als-god-9789062245109.html
4. Een juridische aanpak voor het klimaatprobleem
Revolutie
met recht, Cox, 2011 (Stichting Planet Prosperity Foundation)
Vandaag lijkt het allemaal voor de hand liggend. De druk op
bedrijven die actief zijn in fossiele brandstoffen neemt voortdurend toe.
Klimaatactivisten prikkelen voortdurend, klimaatbewuste aandeelhouders stellen
vragen, formuleren eisen en vullen bestuursmandaten in. Grote institutionele
beleggers wensen duurzaamheidstoetsen en stappen nu en dan op uit beleggingen
in de olie- en gasindustrie. De rol van Roger Cox in deze omwenteling kan niet
worden overschat. Roger Wie? Cox. Tien jaar geleden een nobele onbekende,
recent opgenomen in de lijst van 100 mondiaal meest invloedrijke personen.
Cox is een geëngageerd sniper. Zijn wapen? De rede, en zijn
speelveld is het recht. Meestal vertoeft hij in de coulissen. Uitzonderlijk gaf
hij eind mei 2021 een hele trits interviews na de juridische overwinning op
Shell. Alvorens dat ene schot te lossen, onderzoekt Cox alles, maar dan ook
alles. De grondigheid en nauwgezetheid van de voorbereiding bepaalt namelijk
het succes. Het kiezen van het doelwit, het kiezen van het tijdstip, het
minutieus onderzoeken van de omstandigheden, … In de reeks interviews die hij
gaf naar aanleiding van het Shell-succes liet hij zich ontvallen dat hij zich
(opnieuw) ging terugtrekken en lang ging nadenken over een volgende stap.
Cox is een briljant jurist met een hoog maatschappelijk
engagement. In een eerste stap werd met Urgenda de Nederlandse staat aangepakt,
recent ook een bedrijf (Shell). “Een bescheiden advocaat uit Nederlands Limburg
joeg deze week een schokgolf door de directiekamers van menig multinational.
Nadat hij al de Nederlandse regering heeft gedwongen om de CO2-uitstoot te
verminderen, doet hij nu hetzelfde met Shell” (De Tijd 29/5/2021).
Zijn gedachten en aanpak leidden ook in België tot een
Klimaatzaak, gestart door 12 individuen. Vanaf 2014 startten met inmiddels 62
000 ondertekenaars een procedure tegen de verzamelde overheden. Na langdurig
getreuzel, oeverloze rondjes zwartepieten en formele taalperikelen oordeelde op
17 juni 2021 de rechtbank dat de overheden nalatig waren.
Het boek “Revolutie met recht” verscheen in 2011 en werd
gepubliceerd door de Stichting Planet Prosperity Foundation. Het is een sobere
uitgave: geen foto’s, geen afbeeldingen, geen tabellen, enkel tekst, zwart-wit.
Op de cover heeft het woord “revolutie” een groen kleur. Het meest opmerkelijke
was de rode wikkel om het boek met de tekst “WARNING You do not have the right
to remain silent after reading”.
Geschuifel, zou ik het boek wel lezen? Wat ga ik doen? Cox
grijpt de lezer bij zijn nekvel al vóór je het boek openslaat. En hij laat die
lezer niet meer los. Nooit. De uitspraak op de wikkel doet denken aan een
oneliner die aan Bertold Brecht wordt toegeschreven: “hij die niets weet, is
een domoor, en hij die weet en niets doet, is een misdadiger”. Is zwijgen een
misdaad? Is zwijgen een vorm van medeplichtigheid? Is zwijgen een recht? Cox is
niet enkel verontwaardigd over de manier waarop we leven maar hij neemt
initiatief en handelt. Hij richtte een Stichting op en wil vooral dat ook
anderen helpen om onze maatschappij bewust een andere keuze te laten maken.
Cox lezen is een verademing in onze blitse infocultuur. De
tekst is logisch opgebouwd, paragraaf na paragraaf. Het eerste deel gaat over
olie en zet de informatie op scherp. Het bestuurlijke geknoei van de OPEC, de
misleidende informatie over de (strategische) reserves, het dalen van de
rendementen van de oliewinning, met schaliegas als dramatisch dieptepunt, de
kwetsbaarheid van het systeem: een beschrijving die je niet echt vrolijk maakt.
Aan het einde komt hij tot de essentie. De staat heeft een gebrek aan macht, de
burger een gebrek aan info, en dus kan de burger zijn burgerplicht niet
vervullen. De democratie kan niet (meer) functioneren. Hij pleit voor een onder
curatele stellen door de rechterlijke macht van regeringen en parlementen.
Illustratief is de recente actie van de Klimaatzaak. Drie maanden na de
rechterlijke uitspraak werd een open brief aan de eerste minister bezorgd. De
boodschap is eenvoudig: “de rechter spreekt en de boer, hij ploegde voort”. Of
nog, één precisieschot van Cox ontbloot haarfijn de ongeschiktheid van het
actuele democratische systeem voor een structurele aanpak van het
klimaatprobleem.
https://www.revolutiemetrecht.nl/
5. De betekenis van de natuur voor de mens wordt erkend
De levende berg, Nan Shepherd, 1977 (en 2020) (De
Arbeiderspers)
Velen leggen het begin van de liefde voor het landschap
graag bij Petrarca,die de Mont Ventoux beklom (26 april 1336) en de omgeving
lyrisch beschreef. Maar ook Nan Shepherd zette de toon met haar beschrijvingen
van de natuur in haar nabije omgeving, de Schotse hooglanden. De bergen,
plateaus, rivieren en meren hebben, hoe kan het ook anders, namen waar je tong
over struikelt, zelfs zonder een glas whisky.
Het boek van Nan Shepherd lag lang onder het stof. “Nan”
staat voor “Anna”. Ze studeerde af in 1915, onderwees Engels, schreef, en
wandelde héél veel in haar omgeving. Aan het einde van de Tweede Wereldoorlog
schreef ze een boek “The Living Mountain”. Haar uitgever keilde het in de
prullenmand. In 1977 werd het dan toch uitgegeven. En pas in 2020 kreeg het
boek een Nederlandse vertaling.
Intussen liggen er stapels literatuur van mensen die de
natuur waarderen. Kortom, Nan Shepherd heeft onbewust een literatuurberg
geïnspireerd.
De levende berg bevat prachtige beschrijvingen van de
omgeving. Nans teksten zijn geen bombastisch proza, het is veeleer sober, en ze
probeert zo precies mogelijk haar indrukken weer te geven. Ze vertaalt de sfeer
met beschrijvingen als “in de roerloosheid van een intense zomerhitte”. Het tweede
wat opvalt is haar kennis over de natuur in haar omgeving. Ze kent de wegels,
de waterlopen, de meertjes, de plateaus, de viewpoints, de overhangende rotsen,
de stroomrichtingen, de geografie, de geologie, de wolken, het weer, vooral de
ruwheid en de grilligheid, en ze deelt die kennis graag. Het boek is
opmerkelijk omdat het zo veel meer bevat. Ze beseft als geen ander dat natuur
en landschap ook waardevolle eigenschappen kunnen hebben als
“ontoegankelijkheid” en dat de exclusiviteit waardevol is voor mensen die
eenzaamheid appreciëren. Ze beschrijft hoe je best kijkt opdat je het best de
natuur kan ervaren. Ze bewondert en toont diep respect.
Ze dicht de berg (en zijn omgeving) ook tal van
eigenschappen toe die je aan een dier of een mens toeschrijft. De ene berg is
een reus, een andere beschrijft ze met begrippen als “een logge rug, muil en
slagtanden”, wat verder staat de ronduit merkwaardige zin “Water babbelt.” Wat
verder schrijft ze dat de berg zijn waardigheid ontleent aan zijn enormiteit.
Ze zet nog een stap verder en praat over het rationeel ongrijpbare. “Water …
zoals alle diepe mysteries is het zo eenvoudig dat het me bang maakt”. Elders
beschrijft ze hoe ze samen met een gezellin in een meer waadt. “Ik waadde
langzaam terug naar het ondiepe water. Er was niets wat het waard leek om
gezegd te worden. Mijn ziel was even naakt als mijn lichaam.” Nan Shepherd
schrijft ergens “omdat de berg niet sprak” en juist daarom geeft zij de berg,
haar berg, een identiteit. Het maakt haar berg tot een levende berg, tot een
persoon die ze koestert.
Het is genoegzaam bekend: schrijvers inspireren schrijvers.
Net als bij een rivier kan de oorsprong van een gedachte intrigerend zijn, maar
er is niet steeds één unieke, helder afgelijnde bron. Het boek bevat ook een uitgesponnen
inleiding van Robert Mcfarlane, bekend van bijvoorbeeld “de laatste wildernis”
en “de oude wegen”. Hij duidt het belang van het boek, en legt uit waarom Nan
Sheperd zijn muze is. De beschrijvingen, de waarnemingen, de beschouwingen, de
filosofische gedachten, het mystieke, het zen-gehalte,…
Intussen liggen er stapels literatuur van mensen die de
natuur waarderen. Kortom, Nan Shepherd heeft onbewust een literatuurberg
geïnspireerd. Bovendien heeft Nan Shepherd onmiskenbaar bijgedragen aan de maatschappelijke
erkenning van natuur. Ze voelt zich één met de natuur en denkt vanuit die
eenheid. Ze geeft de berg een stem, voor haar is het een persoon en een persoon
heeft rechten. De stap naar de rechtspersoonlijkheid is dan ook snel gezet.
Shepherd heeft dus niet enkel een literatuurberg geïnspireerd, ze heeft ook
bijgedragen aan het toekennen van een rechtspersoonlijkheid aan de natuur.
https://www.singeluitgeverijen.nl/de-arbeiderspers/boek/de-levende-berg/