zondag 27 februari 2022

Sneeuw, hond, voet

 Claudio Morandini




 

 “De witte, kille zon is verblindend, maar weet de sneeuw amper te smelten. Het lijkt eerder of ze die heel zachtjes streelt, kneedt op plekken waar die iets inzakt, waardoor ze dus juist alleen maar compacter en harder wordt.” Alweer een “bergboek”? Het onderwerp is de aftakeling van een mens, het decor is een desolate berghut. Waar de hut staat en wat het meest nabije dorp is, is irrelevant. De hut ligt afgelegen en wordt ’s winters (bijna ?) volledig door sneeuw overdekt. Om toevallige, en door de man ongewenste ontmoetingen met bergwandelaars te voorkomen, zoekt hij in de zomer een hoger gelegen plek op, een metalen schuilhut, aan de rand van een ravijn, amper plaats biedend om in te zitten. De hond die hem vergezelt, kan er niet bij. Geeft Claudio Morandini niet zelf het antwoord in de titel? Drie zelfstandige naamwoorden, nl. sneeuw, hond en voet. Het woord “berg” staat er héél bewust niet.

Onhandig voor de lezer is dat het lastig is het boek nauwkeurig op te bergen. Het boek verhaalt de aftakeling van een man, verscheurd door het desolate. Het is knap geschreven. Opmerkelijk is dat de toonaard erg dynamisch is. De sfeer is bevreemdend, soms beklemmend. Morandini dwingt je naar de stilte te luisteren. Geleidelijk begrijp je beter waarom de hoofdfiguur zich afzijdig houdt van het dorp. Hij is contactschuw. Sporadisch opduikende toeristen worden met stenen bekogeld. Na één van zijn schaarse bezoeken aan “het dorp” blijft hij verweesd achter, afgewezen. Voortdurend neemt Morandini je mee in zijn gedachten, dwaal je over sneeuwvlaktes, beland je in overlevingsmodus, ervaar je wild als eten, tast je in het duister over tijd en is de wereld buiten de berghut onbestaand. En toch is het boek soms hilarisch. Sommige dialogen met de hond zijn om te schateren, en gelijktijdig word je er stil van. Naast de hoofdfiguur en de hond komt er nog een lokale jachtopziener in het boek voor, en sporadisch een kruideniersvrouw.

Hij is erg in zichzelf gekeerd en voert gesprekken met een hond. Het is niet zijn hond, wel een hond die hem koos en bij hem blijft. De hond wordt geleidelijk een volwaardig gesprekspartner en houdt nu en dan de oude man een spiegel voor. Hij verliest zichzelf, zijn geheugen glijdt weg, en hij verwart werkelijkheid, droom en fantasie. Het is zo meesterlijk verteld dat de lezer, net zoals de man, elk gevoel van houvast voelt wegdeemsteren. Jaarlijks slaat hij in de herfst voorraden in. De kruideniersvrouw maakt hem er op attent dat hij vorige week al is langs geweest, wat hij zich niet herinnert. En dat is nog maar het begin. “Naarmate hij dieper in zijn geheugen graaft, in dat armzalige geheugen dat hem is toebedeeld en dat alles door elkaar haalt, weet hij flarden herinneringen op te diepen. Hij weet niet of het echte herinneringen zijn of juist overblijfselen van denkbeeldige herinneringen die we creëren wanneer we opeens in een situatie terechtkomen die we al eerder hebben meegemaakt, en dan kijken we verschrikt om ons heen en begrijpen niet waar en wanneer dat wat we ons herinneren heeft plaatsgevonden, maar die onzekerheid is zo levensecht dat het ons bijna de adem beneemt.” Het wegglijden van zijn geheugen en het verlies van de werkelijkheid zijn bepalend in zijn leven. “ … die zich daarentegen terughaast naar zijn berghut, met het hart in de keel, en zich daar opsluit en erin slaagt alles te vergeten, pagina na pagina, ademhaling na ademhaling, totdat die dag een dag als alle andere wordt: lang en traag en eentonig.”

Tussendoor lees je ook waarom hij zo geworden is. Twee elementen zijn bepalend, de hoogspanningsleiding in het dorp en de oorlog.  De impact van hoogspanningsleidingen op gezondheid is een oud zeer. In De Standaard van 18/2/2022 staat “internationale studies wijzen op een sterk verhoogde kans op ernstige gezondheidsaantastingen rond hoogspanningsverbindingen op wisselstroom. Dan gaat het vooral over leukemie, hersentumoren, kanker, dementie, Alzheimer en vrouwelijke onvruchtbaarheid”. Morandini schrijft fictie en verwoordt het dus anders: “de beesten gingen dood zonder dat er een reden voor was, of ze werden gek in de wei, ze namen elkaar op de hoorns en stierven, de jongen van die beesten (oké, niet allemaal, een paar) werden misvormd of dood geboren. Het zijn de kabels, het zijn de kabels, zei zijn moeder, en ze sloeg een kruisje. Adelmo Farandola is er allang van overtuigd dat als er in zijn hoofd iets mis, dat komt door die jaren onder de kabels van de hoogspanningsleiding. Ik ben gek, ik ben gek, herhaalt hij dan, maar niet nadrukkelijk, alsof het een doodnormale constatering is, want iemand moest met die kabels worden opgezadeld, en hij was de klos geweest.” Elders lees je ook dat hij zich met plezier, maar vooral met absurde volharding, tot de ongekroonde koning kon uitroepen van het spelletje “het langst een prikkeldraad mét stroom met beide handen omknellen”.

Of de hoogspanningskabels en het draadspelletje de oorzaak waren, daarover spreekt hij zich niet helemaal uit. Wel over de oorlog. Als jongeman vluchtte hij de bergen in en werd er op hem en vele lotgenoten meedogenloos gejaagd door “hardnekkige achtervolgers in grijze jassen”. “In die oorlogsjaren leerde Adelmo Farandola hoe troostend het is om in jezelf te praten, en je de stemmen in te beelden van de dieren en de dingen die hem antwoord wilden geven. In die jaren leerde hij de kou niet te voelen en de honger te negeren, door ze allebei de huid vol te schelden en ze uit te dagen tot eindeloze duels van spitsvondigheden en scheldkanonnades.”

De afzondering in combinatie met de insluiting (sneeuw) en zijn verlies van elk besef van werkelijkheid herleidt leven tot overleven. Het woord “zin” wordt zinloos. Voedsel en drank wordt aan het eind van de herfst ingeslagen en opgeborgen en dan start het doelloze overwinteren. Aan het eind van de overwintering is het voedsel op, terwijl de winter volhardt.“Keer op keer worden alle hoeken van de berghut uitgekamd, daarna die van de stal. Elk minuscuul schilfertje eten wordt onderschept en in de mond gestoken. Adelmo Farandola likt de binnenkant van de polentapan af, waarin iets van de vettigheid van jaren is blijven hangen, een geur, of ten minste de herinnering aan een geur. Het vinden van een voet in de sneeuw leidt geleidelijk tot een hallucinant slot. Een uitgemergeld lichaam, een aftakelende geest, woekerende gedachten, ultieme overlevingsdrang, … Een dun boek, stof tot nadenken, nu en dan schaterlachen, confronterend, onbegrensde fantasie, meesterlijk verteld.

https://www.koppernik.nl/project/sneeuw-hond-voet-claudio-morandini/#:~:text=Sneeuw%2C%20hond%2C%20voet%2C%20voor,%2C%20Frans%2C%20Spaans%20en%20Turks.

 

dinsdag 15 februari 2022

De hertenman

De Hertenman, zeven jaar overleven in het wild



Geoffroy Delorme


De tekst verscheen op de site van BBL op 14 februari 2022.

https://www.bondbeterleefmilieu.be/artikel/de-hertenman-zeven-jaar-overleven-het-wild-geoffroy-delorme

 

“Ik moet niet proberen mijn lichaam te dwingen, want dat werkt niet. Het bos is goed noch slecht, het noopt je alleen voortdurend jezelf opnieuw uit te vinden.” Een ervaren psycholoog aan het woord? Nee, Geoffry Delorme in zijn ontwapenende boek “Hertenman”. Over zijn belevenissen tijdens zeven jaar onderdompeling in een Noord-Frans bosgebied (Normandië).

De aanleiding is treffend. Bij een verplichte zwembeurt met de school wil de zesjarige Geoffry niet in het zwembad. De grote waterpartij boezemt hem angst hij. Hij wordt er in gegooid, ervaart een trauma en belandt als gevolg hiervan in thuisonderwijs. Wat volgt, is een geleidelijke isolatie en vervreemding van andere kinderen en zijn medehuisbewoners. Geleidelijk zoekt hij de natuur op, vooral ’s nachts. Hij staat open voor nieuwe ervaringen, leert verschil in geuren, smaken, kleuren, beelden en geluiden. In de naweeën van zijn pubertijd ervaart hij intens hoe moeizaam hij kan functioneren in de “normale maatschappij”.

Hij vertelt over hoe hij leeft, welke planten hij eet, hoe hij zijn vitamine C-voorraad op peil houdt, voedsel droogt en voorraden aanlegt, welke kleding hij draagt en waarom. Twee zaken zijn voor hem belangrijk. Ten eerste: je moet op vele plaatsen droog hout verzamelen, in kleine stapels. Op elk moment kun je je dan, meestal ’s nachts (een beetje) verwarmen en vooral drogen. Ten tweede, je slaappatroon wijzigen. ’s Nachts is er veel meer activiteit in het bos dan overdag. Je neerleggen en slapen leidt makkelijk tot onderkoeling, maar ook word je een speeltje voor everzwijnbiggen. Van de reeën leerde hij om diverse malen kort te dutten of te slapen in een periode van 24 uur. Zo riant mogelijk ontbijten en dan wat rusten, opnieuw eten en rusten enz. Geleidelijk ebt zijn verlangen naar energierijke maaltijden, warm bad, sauna, … weg. Enkel batterijen voor zijn fototoestel en vooral lucifers dwingen hem om sporadisch inkopen te doen.

Hij is erg nieuwsgierig naar de reeën en probeert ze voortdurend te volgen en te imiteren, bijvoorbeeld in zijn zoektocht naar voedsel. Hij zoekt uitermate geduldig contact door hun interesse te wekken. Geleidelijk dringt hij beter tot hen door en wordt hij toegelaten in hun leven. Hij is uitermate gelukkig wanneer hij erin slaagt een ree geborgenheid te bieden en te aaien, en nog gelukkiger wanneer de rollen omgekeerd worden. Hij leert de reeën om te gaan met de jacht en beschouwt de dieren als zijn gelijke. Hij gebruikt voor vele handelingen menselijke termen, dicht ze menselijke emoties toe (terneergeslagen, wanhoop, tevreden, vertrouwen) en menselijke gedachten. Hij vertelt ook zijn belevenissen en emoties aan de reeën. Hij flirt met de grens tussen een wild dier en een huisdier.

Voor een rationeel lezer is het boek een uitdaging, zeker met merkwaardige zinnen als “ik voel de wortels bewegen onder mijn voeten”. Voor een lezer die zich open stelt, is de waardering die hij krijgt van de reeën heel bijzonder. Wat het meest raakt, is de oprechtheid. Geoffroy focust op zijn emotie, hoe comfortabel hij zich in het bos voelt, hoe hij respect geeft en krijgt van de andere bosbewoners, eerst schuchter, dan afwachtend, en geleidelijk, héél geleidelijk krijgt hij toegang tot hun “zijn”. Toch kan hij zijn afhankelijkheid van de mensenmaatschappij niet uitsluiten: zowel functioneel, voor voedsel, kleding en materiaal, als qua zingeving. Uit de maatschappij stappen, zoals kloosterlingen doen, of eruit gezet worden, zoals gedetineerden, krijgt juist zin vanwege die (afgesloten) maatschappij.

Een merkwaardig en uniek boek. De combinatie van sneeuw en vorst, met intense kou en gebrek aan voedsel, dwingen hem om een punt te zetten achter zijn bosleven. Hij kiest voor een rol als woordvoerder van de reeën. Hij vertelt zijn ervaringen, legt uit hoe de mens de reeën bedreigt: met bosbeheer, jacht, bouw, verkeer, lawaai, recreatie. Hij toont, met tekst en foto’s, de schoonheid van hun leven.

Nu is er ook een boek, met 26 verhalen geschreven vanuit een oprecht gevoel, verteld in een luie zetel, genoteerd door een geduldig notulist. De verhalen zijn niet voorzien van plaatsnamen en tijdstippen, hooguit een seizoen. Wie op zoek is naar survivaltips moet het hele boek lezen, maar ook die tips komen alleen aan bod als ze passen in het verhaal. Ook de redactie, met een beperkte woordenschat, weerspiegelt zeven jaar isolement. Dat leidt tot merkwaardige, ietwat misantrope uitspraken zoals “om gelukkig te leven moet je verborgen leven”.

https://www.vbkbelgie.be/boek/de-hertenman/

 


dinsdag 1 februari 2022

Denkers van vandaag, voor de wereld van morgen

Alicja Gescinska




 

“Met het Einstein Instituut in Berlijn probeert Neiman precies dat te doen: het werk van intellectuelen relevant maken voor de maatschappij. Denken, écht denken, is een daad van betrokkenheid. Dat belichaamt ook Neiman met haar boeken en artikels, stuk voor stuk relevant voor onze tijd en onze samenleving”. Met deze zinnen sluit Alicja Gescinska haar tekst over het gesprek met Susan Neiman af. De zinnen vertellen ook de kern van het boek, waarom Gescinska het gemaakt heeft. “Binnenintellectuelen” zijn aan haar niet besteed, intellect maak je best maatschappelijk relevant.

Gescinska opent haar boek met een pleidooi voor dialogen, liefst levend en verwijst dadelijk naar Plato. Ze dialogeert uitgebreid met 12 mensen. Soms zijn het gesprekken van enkele uren, soms enkele dagen. De neerslag is steeds een gesprek in interviewvorm van een vijftiental pagina’s. Gescinska neemt je op sleeptouw door haar opleiding(en) en mensen die stenen hebben verlegd in haar denken, die haar inspireerden en vooral die een uitgesproken en onderbouwde mening hebben.  Het resultaat is een waaier van diverse mensen, divers in beroep, afkomst en mening. Eén element hebben ze allen, ze zijn erg gedreven. De meesten hebben al wat jaren op de teller (65 +). Ze praatte niet enkel met filosofen, maar ook met schrijvers en met een musicus (Philippe Herreweghe).

Elk gesprek is veel meer dan uitgetikte versie van een oppervlakkige babbel over de laatste faits divers. Bij Scruton volgde ze les, Temelkuran ontmoette ze op literaire festivals of debatavonden, jaarlijks neemt ze deel aan de reünieconferentie van de Princeton University van de onderzoeksgroep van Robert P. George, en ga zo maar door. Al haar gesprekspartners hebben enkele boeken (ééntje CD’s) gepubliceerd, uitgebreid gestudeerd en nog belangrijker, nemen standpunten in. Die standpunten zijn de start van de gesprekken. Telkens geeft ze het gevoel dat je mee aan tafel (nu en dan de PC voor een zoom-interview) zit, bv. als ze met Scruton praat over zijn glas wijn, ze trekt naar Wenen, Utrecht, Berlijn, …, je belandt in landhuizen, appartementen en  een kloostertuin.

De meeste gesprekken verschenen eerder in een kortere versie in Newsweek België, enkele werden toegevoegd. Zoals het een goed auteur past, kiest ze voor een mooie tekstopbouw, met een inleiding en een slot. Telkens legt haar teksten mooi neer, meestal met een anekdote die illustreert wat ze o zo belangrijk vindt en hoe het haar eigen leven beïnvloed heeft. Ze heeft al haar interviews zeer goed voorbereid, kent zelf zeer goed de inhoudelijke en maatschappelijke achtergrond, en zorgt telkens voor de vertaalslag door mensen te prikkelen om hun ideeën toe te passen op de concrete omgeving/realiteit. Denkers leggen haarfijn uit hoe Obama, Trump en Boris Johnson denken, wat er scheelde aan het nazisme, waarom cultuur en geschiedenis belangrijk zijn in je leven … Het resultaat is geen hoogdravend, abstract filosofisch werk, wel een boek dat ingaat op tal van actuele maatschappelijke spanningsvelden zoals de brexit, de algemene ziekteverzekering in Amerika, de strijd voor vrouwenrechten, populisme, cynisme in de politiek, en ga zo maar door. En tussendoor lees je inderdaad over Foucault, Deleuze, de Beauvoir, Irigaray, Hegel, Marx, Spinoza, en Descartes. Voordeel voor de lezer is dat Gescinska al denkwerk voor jou heeft uitgevoerd en het resultaat bundelt in een teksten van een halfuurtje lezen. Als ze Geert Mak laat zeggen dat we bij verkiezingen niet meer kiezen als burger (maatschappelijke voordelen) maar als individu (persoonlijke voordelen) blijft de boodschap van Gescinska hangen, hoewel ze formeel niet zelf het standpunt inneemt. Het illustreert vooral hoe weloverwogen haar selectie van personen is met wie ze spreekt. Gescinska maakt het de lezer makkelijk, zij heeft al het zoek- en denkwerk gedaan. Enkel lezen resteert.

Valgevaar

 Rik Van Puymbroeck



Soms zijn situaties écht herkenbaar.




Lees in De Tijd in de rubriek “Nergens zonder weg” van Rik Van Puymbroeck het artikel van 15 januari 2022 met de titel “valgevaar”.


https://www.tijd.be/dossiers/nergens-zonder-weg/nergens-zonder-weg-in-geel/10359619