vrijdag 23 november 2018

wandelen met flora

 

Wandelen met Flora, Nic Meynen




Een Vlaming die met vrouw en kind wandelt in de Pyreneeën en zijn mijmeringen met je deelt.

 

Een trektocht, te voet, van de Atlantische oceaan tot aan de Middellandse zee, doorheen de Pyreneeën met een kind. De tocht werd over enkele jaren uitgesmeerd. Ervaringen dus met een draagdoek (kan heet zijn), luiers (soms bedelen om er te pakken te krijgen), een draagrugzak (veel mannelijk zweet) tot een pijnlijk stuiterende peuter, niet van een hoge berg, maar van de trappen in een reisbureau. Authentieke ervaringen.

Of het goed is, verantwoord, haalbaar, …? Geen nood, het kan, goede voorbereiding en er bewust mee omgaan zijn cruciaal. Doorslaggevend is hoe je naar de werkelijkheid kijkt, naar het halflege of het halfvolle glas. Je wordt niet overstelpt met praktische info, die vind je op de blog, maar je maakt snel deel uit van een trio dat gehaast is om zich te onthaasten, en zich graag verbindt met de natuur. Nick Meynen verbergt zijn opleiding en kennis als geoloog niet, speelt graag met woorden, en vooral, durft zichzelf te relativeren. Zonder meer hét sterke punt van het boek. Die zelfrelativering speelt in alles, bij filosofisch geïnspireerde gedachten, mentale uitstappen naar de Himalaya, bij zijn job als milieuactivist, … Voortdurend neemt hij zijn spiegel ter hand. Hij verkiest om met een beperkte hoeveelheid materie door het leven te gaan, en prikkelt zijn naasten om dezelfde keuze te maken.

Het boek is erg persoonlijk, en dus niet vrijblijvend. Nick Meynen geeft zich bloot. Gelijktijdig is dit ook de zwakte van het boek. Hij staat centraal, de wereld vertrekt en eindigt bij hem, althans in het boek. Je leest wat hij leest, denkt, voelt, ziet, ervaart, …  De invalshoek is dus net het tegenovergestelde als bij de reportage over de voettocht naar Santiago de Compostella van Arnout Hauben. Hauben bracht een moderne raamvertelling, die sterk was omdat hij telkens de opmerkelijke ervaring, zienswijze, … van een ander lospeuterde. Meynen mijmert tijdens een inspirerend initiatief, maar stelt wellicht ongewild, zichzelf wat veel centraal. Zijn zelfrelativering maakt het aangename literatuur om op zonnige dag op een kampeerterrein van te genieten, aan het zwembad, mét cocktail. Zelfrelativering alom.

 

https://www.epo.be/nl/reizen/2505-Wandelen-met-Flora-9789491297519.html

donderdag 8 november 2018

De waarde van niets, waarom alles zo veel meer kost dan we denken

 



Een uitdagend en prikkelend stuk. De ongelijke verdeling van voedsel staat centraal.

Zijn er grotere cliché’s denkbaar? Als kind van een Indische kruidenier thuis jarenlang rekken moeten vullen en prijsetiketten kleven op winkelproducten. En dan een boek schrijven met als titel “ de waarde van niets”. In Vlaanderen wordt “gratis” steevast verbonden met een ex-politicus, en al gauw aangevuld met de bedenking dat “gratis” vooral betekent dat je de rekening bij een ander legt.

Raj Patel gaat in op de betekenis van “prijs” en “waarde”. Hij duidt op de zwaktes van ons actuele financiële systeem en geeft aan welke richting we kunnen bewandelen. De idee van “The commons” speelt een centrale rol in zijn boek. Hij haakt met plezier in op het befaamde artikel van Hardin (1969), dat het milieubeleid erg beïnvloedde, volgens hem een systeem dat diende om de armsten in leven te houden.

In zijn inleidende tekst verwijst hij diverse malen naar Nassim Taleb (de zwarte zwaan http://www.nieuwezijds.nl/Boek/9789057123672/De-Zwarte-Zwaan/) , en dan kan je enkel erg geïnteresseerd zijn. Raj Patel is academicus, maar vooral een sociaal geëngageerd kritisch schrijver. En dat merk je aan het boek. Zeer stevig gedocumenteerd (achteraan vind je tientallen pagina’s voetnoten), alle dominante economen van de recente geschiedenis passeren de revue, hij neemt écht geen blad voor de mond, en linkt zich (graag) aan de andersglobalisten. Vandaar dat hij regelmatig de indruk wekt om “pamflettair voor de intellectuelen” te schrijven.

Diplomatiek taalgebruik is hem niet eigen. Voordeel is dat hij een sterk gevoel voor humor heeft. Hij pakt graag uit met zijn boekenkast en gebruikt zijn kennis graag voor de onderbouwing van zijn keuzen. Hij amuseert zich met het doorprikken van plattitudes en gratuite redeneringen.

Voedsel is zijn uitgesproken passie, ook dat heeft wellicht ook met zijn jeugd te maken. Waarom hebben we honger? Eenvoudig volgens Patel, we distribueren eten als privé-bezit via de markt. Voila.

https://www.singeluitgeverijen.nl/de-geus/boek/de-waarde-van-niets/


De leefstraat, experimenteren met de stad van straks

 



Leefstraat is onhandig boek voor een recensent. De traditionele onbeschreven pagina’s voor- en achteraan ontbreken. Kribbelen in de marge wordt een gedwongen opdracht. Het boek, alias cahier, oogt mooi, hip, dynamisch, ongedwongen, spontaan. Bovendien, een lezer kan moeilijk zeggen dat hij bedolven wordt onder het leesvoer. 80 pagina’s A4, opgedeeld in een tiental brokjes, met quotes, inzetstukjes, foto’s, sterke one-liners, … Hoewel het niet-academisch oog, is de inhoud erg relevant, en vooral toegankelijk.

Leefstraat. Merkwaardig woord, net alsof er ook straten zijn die een ander doel hebben, een sportstraat, een fietsstraat, een autostraat, een werkstraat, … Merkwaardig, omdat het aangeeft dat er dus ook straten zijn die niet dienen om in te leven. Merkwaardig ook omdat vroeger straten (en wijken) werden benoemd op basis van hun activiteiten, met tal van namen die er expliciet naar verwijzen zoals, schipperskwartier, de wasserijstraat, brouwersvliet,  … De activiteiten leiden tot ruimtelijke zones waarbij het meest stroomopwaarts die activiteiten lagen die behoefte hadden aan de beste waterkwaliteit, de bierbrouwerijen dus. Helemaal stroomafwaarts lag de “rotzooi “ zoals de leerlooierijen. Poulussen heeft daar een prachtig verhaal over geschreven (Poulussen P., Van burenlast tot milieuhinder, het stedelijk leefmilieu, 1500 -1800, 1987, Antwerpen). Het belang van de betekenis van de openbare ruimte, de identificatie, de dynamiek, … kan moeilijk onderschat worden. In haar boek De Hongerige Stad gebruikt Caroline Steel voorbeelden van mensen die voor een wegbeschrijving de plaats van de groentenverkopers in de stad gebruiken (https://jvdboek.blogspot.com/2019/11/de-hongerige-stad.html)

Leefstraat heeft als onderwerp de straat waarin men leeft. Mensen worden niet enkel actief betrokken, mensen worden geprikkeld tot ze zelf denken en doen. Opvallend is de idee om auto’s uit de straat te gooien, en elders te stallen. Leefstraat is een mooie toepassing van “Think Globally, act locally, change personally”. Het is dus niet even je auto dumpen bij de buren en klaar is kees. In leefstraten wordt gestofzuigd, praten buren niet enkel via email met elkaar, wordt de weg naar het buurtcafé gevraagd in plaats van gezocht op het internet via smartphone, worden nieuwtjes over buren niet enkel via facebook gedeeld, worden gesprekken gevoerd op straat over de (aan de waslijn drogende) onderbroeken van de buren, …Een “leefstraat” is ook een “deelstraat”, mensen delen ruimte, tijd, materialen, … “Delen”, zonder twijfel een belangrijk werkwoord in de (nabije) toekomst.

Koen Stuyven (studiebureau Vectris) wordt de titel “geestelijke vader van de leefstraat” toegedicht.  Hij voorspelde dat in een leefstraat het speelgoed gewoon op straat zou blijven liggen. En hij kreeg gelijk. Voor de idee verwees hij naar Barcelona (nvdr, ruim 20 jaar geleden het voorrecht gehad om Koen tijdens één van zijn bezoeken aan Barcelona te vergezellen), dat geen woonerven of zone-30 straten kent , maar een strategie heeft van stedelijke huiskamers die met autovrije gangen met elkaar verbonden zijn.  Koen is ‘briljant in zijn dynamiek’, “struinen” staat niet in zijn woordenboek, hij ziet alles, vertelt honderduit, is begeesterend, en zoeft door een stad. Briljant in zijn dynamiek.

Een haalbare keuze? Een verantwoorde keuze? Staan onze politici te drummen om overal leefstraten in te voeren? Even het interview uit De Standaard van 22/4/2015 met Jonas Eliasson er naast leggen. Hij is de architect van de tolheffing voor auto’s in Stockholm. Behoorlijk vervelend was de negatieve houding van de publieke opinie vóór de invoering van de tolheffing. Hij vertelt dat het een erg onpopulaire maatregel was, en dus wilden de politici de tolheffing niet. Hij krijgt de vraag voorgeschoteld: “hoe hebt u de publieke opinie veranderd?”, en antwoordt “Niet. Die is uit zichzelf veranderd.  …grote verrassing … Ik dacht dat de zelfs na de invoering de meningen negatief zouden blijven … vandaag … geen discussie … Iedereen beschouwt het als normaal”.

Zijn omstandigheden toeval? Het cahier heeft ronduit indrukwekkend colofon. Velen zijn betrokken, en allen willen eenzelfde richting uit. Mooi is, dat in een zelfde periode, er vanuit alle hoeken meegewerkt, wordt. Beleidsmatig werkt Gent werkt al jaren aan haar klimaatbeleid. Tom Balthazar (schepen in vorige en huidige bestuursploeg) was het project genegen en stond mee aan de wieg, Filip Watteeuw (schepen in de huidige bestuursploeg) was jaren actief rond stadskernvernieuwing.  Filip De Rynck is een autoriteit in de bestuurskunde, onderzoekers van UGent en VITO, een vernieuwer als Jan Rotmans aan boord (DRIFT),  studiebureau’s, VITO,  … Het colofon laat geen toeval over. Het colofon illustreert ook wat Luc Huyse zo mooi noemt “de democratie voorbij” (Huyse Luc, de democratie voorbij, 2014, Leuven). Samen doen, van onder uit.  De start van een nieuwe beweging?

Het cahier is beschikbaar bij het Lab van Troje voor 10 euro, 15 euro inclusief verzending.

https://www.leefstraat.be/eerste-leefstraat-congres/

 

maandag 5 november 2018

De oude wegen

 



Macfarlane schrijft poëtisch proza en prikkelt tot denken over natuur en landschappen. Hij is een klasse apart.

Lezen van Robert Macfarlane is genot. Zuiver. Hij beheerst zijn taal, en biedt gelijktijdig ruimte. “Werkpaden kreukelen het land … lucht als zeemleer”. Hij hanteert treffende beelden, schrijft nu en dan meer omfloerst, verhullend, om dan weer weelderig te worden, en iets verderop haarfijn, accuraat. Hij vangt een gevoel en schrijft dit neer, en net zoals je de lucht uit een opgeblazen ballon kan laten wegglijden, laat hij dat gevoel in je geest indringen, zachtjes. Macfarlane is een taalvirtuoos (met pluim voor de vertaler !). Hij is niet enkel een taalvirtuoos, hij gebruikt taal ook als drager, als middel om beelden te scheppen, om gedachten over te brengen en om illusies te laten ontstaan.

Oude paden is een verhalend boek, over trajecten, over menselijke keuzen in de natuur, geïnspireerd door de natuur, en gelijktijdig de vorm van de natuur een beetje herknedend. Over  geologie, geografie, geomorfologie, hydrografie, … niet in kaarten, maar met taal als instrument dat een omgeving tekent. Zoals wijlen Jan Wauters als geen ander een voetbalwedstrijd zichtbaar kon maken voor een blinde, zo maakt Macfarlane landschappen zichtbaar. “Een trage mist had de dalen gevuld”.

Macfarlane biedt ruimte voor gedachten, stimuleert overpeinzingen, zet aan tot denken over, neemt je mee, … “Paden lopen evenzeer door mensen als door plaatsen”, wandelen als stuwende ritmiek voor ‘denkbewegingen’, om verhalen te vertellen moet je vooraf te voet reizen, het verband tussen wandelen en weten is diep ingesleten in de taal, leren is een vorm van paden volgen, landschap en wandelen zijn onmisbaar voor de zin aan zichzelf en de wereld,  een oud pad als een vervlechting van verhalen en herinneringen, … Steeds opnieuw dwingt hij de lezer om even stil te staan bij de gedachte. Graag vertoeven op het Britse schiereiland, althans in gedachten (droog !), is een voordeel.

https://www.debezigebij.nl/boek/de-oude-wegen