donderdag 27 mei 2021

Een kleine biologische moestuin

 



tekst verscheen op de site van BBL op 26/5/2021

 https://www.bondbeterleefmilieu.be/artikel/een-kleine-biologische-moestuin-arthur-mott

 

Arthur Motté

 

Ontwapende eenvoud. Begeesterend.

Een uit de kluiten gewassen knaap, amper 18 jaar schrijft een tuinboek. Omdat niet elke tuinier “facebookt” en tuinboeken goed in de markt liggen, is er ook interesse voor zijn boodschap bij de boekenuitgevers. Bovendien: wat een plezant idee om een jonge knaap advies te laten geven aan doorgaans oudere tuiniers. Vorig jaar belandde het boek bij een Parijse boekenuitgever. In het Nederlands kan je sinds kort bij KNNV terecht.

Arthur Motté vertelt het gekende verhaal: maak een moestuin, overschat je krachten niet en maak de tuin niet te groot, investeer niet te veel, ga zorgzaam met je materiaal om en doe het stap voor stap. En, als je aandachtig kijkt en je inspanningen goed doseert, dan lukt het allemaal wel. Dat weten we, maar de manier waarop hij het vertelt, is ontwapenend.

 Hij is gedreven door passie en schrijft enthousiast. Hij is geen ADHD-boskapper die met zijn vrienden wedstrijden organiseert om zo snel mogelijk bomen om te zagen met een kettingzaag, nee, hij was gefascineerd door een oudere buur die zorgvuldig zijn tuin beheerde. Arthur ging veelvuldig op bezoek, sloeg een praatje en stelde voortdurend vragen, capteerde kennis en ging aan de slag.

Het boek meet 15 cm bij 21 cm, heeft een harde kaft, en bevat ook tal van tekeningen en foto’s. Telkens weer valt op dat schijnbaar moeilijke zaken makkelijk en juist worden voorgesteld. Met heldere tekeningen leert hij je potjes te maken van kranten of WC-rolletjes, legt hij uit hoe je zaait in eierdozen, hoe je zelf een insectenhotel maakt, hoe je terracottapotten in een boom hangt om oorwormen te verschalken (met een klein stokje om je stroprop er goed in vast te houden), legt hij uit hoe je terracottapotten kan gebruiken om je bodem vochtig te houden, enzovoort.

Na de obligate inleiding volgt een beschrijving van wat je best doet in je tuin, niet per maand maar per seizoen geschikt. De tuinier kiest zelf wanneer ie wat doet.  Daarna volgt “teelt per gewas”, zeg maar groentefiches voor 22 groenten. Ook hier: niet te veel groentesoorten, wel de meest courante, één per pagina, met telkens een korte beschrijving, een eenvoudige schets, de obligate kalender, en een zestal criteria onder meer over zaaiwijze en grootte (in functie van de plantafstand). Afsluitend volgt een beperkt aantal recepten.

Een opmerkelijk detail: Arthur is écht niet vergeten dat een oudere buurman spontaan zijn liefde en passie voor een moestuin aan hem bezorgde. Arthur legt met veel plezier uit hoe je kinderen kan betrekken bij het tuinieren. Tot slot, enkele zinnen uit de inleiding: “Mijn wapen is het delen van mijn passie voor tuinieren. Maar het is meer dan een wapen. Het is een middel tegen stress en levert verrukkelijke biologische groenten op, die voor de deur geteeld zijn. Wat heb je nog meer nodig om gelukkig te zijn? Want ja, als een jongen van achttien zoals ik op amper vijftien vierkante meter een paradijsje heeft kunnen creëren, dan kan iedereen dat”. 

https://knnvuitgeverij.nl/artikel/arthur-mott%C3%A9.html

woensdag 26 mei 2021

De geknipte leidraad

 

De geknipte leidraad bij de keuze van je tuinboek(en)                                                                                                                                                  


Op de site van BBL verscheen op 26/5/2021 de inleiding én verwijzing naar deze tekst.

https://www.bondbeterleefmilieu.be/artikel/een-kleine-biologische-moestuin-arthur-mott

                                                                                                       

In de boekenrubriek van BBL werd gekozen voor het boek “een kleine biologische moestuin” van Arthur Motté en uitgegeven door KNNV. Een moeilijke keuze. Inhoud, passie en ontwapenende eenvoud. En toch waren er heel veel andere keuzes mogelijk. Een leidraad door het Nederlandstalige tuinboekenlandschap.

Als je boeken met de nieuwsberichten van afgelopen jaar vergelijkt, valt op dat er het afgelopen jaar een opvallende gelijkenis was tussen de nieuwsberichten en boeken. Je kan van beide drie soorten onderscheiden. Nieuwberichten: corona, sport en weer; boeken: koken, tuin en andere. En zoals steeds zijn grenzen voor discussie vatbaar en zijn er grensgevallen. Of nog, de verborgen criteria van de zoekmachines sturen je soms kompasloos een woestijn in. Surf naar een grote Nederlandse webwinkel en voeg de woorden “boek” en “tuin” in, en je krijgt …31 504 resultaten. Als je alle tuinboeken gelezen hebt die in mijn blog staan, heb je er nog steeds meer dan 31 480 door te nemen. Er zijn dus zonder twijfel eenvoudiger opdrachten dan het kiezen van het ultieme tuinboek dat iedereen verkiest. Voor een selectie van een tiental recentere tuinboeken, kan je op de blog terecht, aangevuld met enkele oudere boeken. Wat zoek je? Bomen, bloemen, fruit, groenten, werk, een kalender, eten, een ontwerp, kunst, de onderwereld, vogels, kippen, boomhutten, tuinontwerpers, tuinaannemers, plantenkwekerijen, … En is je tuin groen, smaakvol, geheim, inspirerend, gemakkelijk, klein, vergeten, barstensvol, hapklaar, ecologisch, biodynamisch, jungle, …Voor het duurste tuinboek mag je meer dan 500 euro neertellen. Alles begint dus bij jezelf, hoe je het woord “tuin” invult en wat je wil weten. Enkele wegwijzers doorheen het tuinboekenlandschap.

 

Wat het meest opvalt, is dat bijna geen enkele auteur aandacht besteedt aan het woord “tuin”. Blijkbaar weet iedereen wat dit is, net alsof het deel uitmaakt van de eindtermen van het kleuteronderwijs. Loethe Olthuis stelt in haar boek “duurzaam handboek voor de luie tuinier”, verwijzend naar een enquête van het Algemeen Dagblad, dat meer dan 75 % van de Nederlanders een tuin heeft. Meer dan driekwart ???  70% er van is betegeld of verhard. Is het dan nog een tuin, en wat is dit nu precies?  Eén van de weinigen die het woord “tuin”omschrijft, is Dennis Moet in zijn boek “ontsloten tuin”. Juist omdat er zo weinig aandacht aan wordt besteed, blijf ik er even bij stilstaan en citeer een volledig tekstblok uit zijn boek.

“Tuinen en tuinieren

We laten de wilde natuur achter ons en richten ons op het fenomeen tuin in de vorm van beteugelde of verrijkte natuur. Tuinieren is het naar eigen inzicht op een afgeperkt stukje grond vormgeven van een groene werkelijkheid: koestergroen. Een sierlijk verbond met de natuur dat de tijdgeest, smaak en ijver van de maker weerspiegelt. Het verschil tussen tuinstijlen, van formeel en barok tot naturalistisch en wild, heeft alles te maken met de mate van ingrijpen, plantenkeuze en de ecologie in de tuin. De tuin en tuinier ademen samen, beide rijpen met de jaren. ‘Wie een tuin plant, plant geluk’ is een wijze, oude Chinese spreuk. Een tuin is nooit af, nooit hetzelfde en de tuinman of –vrouw heeft zeker niet alles in de hand. Daarin ligt juist ook de bekoring. Tuinieren leert ons om te gaan met de tijd en de ritmiek van het leven zelf. We ervaren de natuurlijke cycli door veranderingen gedurende de dag en opeenvolgende seizoenen. Tuinbeheer is continu verzorgen, loslaten, bijsturen en restaureren van het gewenste beeld en de totaalervaring van de tuin. Het kweekt bij de tuinier geduld en een gevoel voor harmonie en de schoonheid van imperfectie.”

Dennis Moet spreekt dus niet over de oppervlakte, de arbeidstijd, groente en/of fruit, de traditie, de overlevering, de … Een éénduidige, algemeen aanvaarde definitie van “tuin”, en als het gevolg daarvan van de definitie van “tuinboek” lag niet binnen handbereik. Intuïtie, ervaring en het aanbod van uitgeverijen bepalen dus of we een boek als “tuinboek” benoemen of niet.

 

Tuinboeken zijn vervelend. Het eerste wat ze zo lastig maakt, is het succes. De schrijver is altijd succesvol. Sporadisch loopt er iets mis. Gelukkig wordt dan ook gemeld wat je best doet om je fout of gril van de natuur recht te trekken. Als je dus geïnformeerd wordt over een gebrek aan resultaten of een ongewenst resultaat, dan is het in de tekst. Zelden vind je er foto’s van. Van één ding ben je dan zeker, de schrijver beseft dat een beeld meer indringend is dan tekst.

Er zijn heel veel verschillende uitgeverijen die heel veel boeken van heel veel verschillende auteurs op de markt brengen, alle met één doel, vermarkten. In het oog springen is dus het meest cruciale. Een coverfoto is één, een ronkende titel is iets anders. De copywriters schakelen een versnelling hoger en je komt terecht bij worden als “jungle” of “guerrilla”. Wat gebruik je voor een overvolle kamer? “urban jungle”. 

De foto’s in tuinboeken zijn dikwijls misleidend (of idealiserend). Een border staat steeds barstensvol bloemen, de kleuren spatten er van af, je ruikt bijna de bloemen als je naar de foto’s kijkt. Zelfs als je een ordentelijk resultaat behaalt, zelden behaal je de sprankelende resultaten die fotografen laten zien. Mooi dat je weet wat haalbaar is, jammer dat als je dat moeizaam haalbare resultaat na enkele pogingen niet bereikt, dat je dan afhaakt. Ook opvallend, sommige uitgevers brengen hetzelfde tuinboek in diverse vertalingen op de markt in diverse Europese landen. Namen van groenten kunnen makkelijk worden vertaald, maar in de Franse wijnwereld is het begrip “terroir” terecht heilig. Een groente die pakweg in Polen makkelijk te kweken is, is dat niet noodzakelijk ook in Vlaanderen en Nederland. De vertaling van de groentenaam wekt de indruk dat het boek ook hier makkelijk bruikbaar is, maar dat is niet steeds zo.

Moet een tuinboek recent zijn? Het is aangenaam om een nieuw(er) boek vast te pakken. De vormgeving is actueel en dat geeft een comfortabel gevoel. Bovendien gaan we er steeds vanuit dat “de meest recente wetenschappelijke inzichten” in het boek meespelen. Maar aan de andere kant, er speelt ook traditie. Kijk bijvoorbeeld naar de oude(re) Engelse tuinen met hun riant ogende bloemenborders. Bovendien speelt zeker bij tuinboeken waarbij de relatie met voedsel (groenten & fruit) wordt gelegd dat jarenlange ervaring zowel in productie, maar zeker bij bewaartechnieken een belangrijke rol speelt. Een andere trend die ook speelt, is het kijken naar de natuur en vanuit de natuur naar je tuin kijken. Het resultaat zijn dan tuinboeken van tuinspecialisten die van (ver)wilde(rde) natuur houden, tuinboeken van specialisten in natuur- en bosbehoud, en tuinboeken uitgegeven door natuurverenigingen.

 

Een overzicht van de tuinboeken die recent op mijn blog verschenen

Hoe functioneert een tuin?  Kijk je best elke avond naar de weervoorspelling? Vele overpeinzingen vind je in het boek “de tuin”. Eén nadeel, je kan er niet mee aan de slag. Zoek je gestapelde kennis in tuinbijbels, boeken waar je alles vindt over tuinieren? Twee mogelijkheden, ofwel klop je aan bij VELT of bij KNNV. Als je een overzicht zoekt van alle bloemen, geschikt volgens kleur, dan kan je terecht bij Kosmos. Samen goed voor ongeveer 1500 bladzijden. Eens gelezen, wist of weet je alles, kan je opnieuw beginnen lezen, ofwel, uit je zetel en begin eraan.

Als je een busreis wil maken kan je, als BV althans, aankloppen bij Wim Lybaert. Je mag wel niet kieskeurig zijn qua bestemming. Wil je van alles te weten komen over zijn tuin? Zelfde adres. In beide gevallen is de hoofdlijn dezelfde, Wim laat je meegenieten van zijn onuitputtelijk enthousiasme.  Zoek je meer informatie over hoe gelauwerde sterrenchefs je verwennen, dan kan je terecht bij Lannoo. De idee is dat wat zij doen, kan je ook.

Hét argument dat velen gebruiken om geen groenten of fruit te kweken, is plaatsgebrek, gevolgd door geen tijd. Voor beide zijn er oplossing. Als je je moet behelpen met een terras of een hoekje naast je kleine gazon biedt Velt biedt raad, telen in potten op het balkon. Er zijn vele tuinboeken die een strikte kalender volgen, zoals het boek van Wim Lybaert. Arthur Motté kiest voor een kleine moestuin (15 m2) en schikt de activiteiten per seizoen.

Ben je geboeid door bloemen en kleuren en wil je zelf bloemborders aanleggen, dan is het boek “planten combineren” een aanrader, en hou je best de encyclopedie van Kosmos binnen handbereik. Als je met bloemen graag naar de wereldtop kijkt, dan zijn de boeken van Piet Oudolf inspirerend. Voor bomen kan je aankloppen bij Martin Hermy.

Wil je een klimaatvriendelijke tuin of een duurzame tuin? Ook dat kan. Beide boeken hebben één groot voordeel, heel praktisch en voor iedereen haalbaar.

Lees je graag verhalen van anderen over de eenvoud en het genot van een tuin, wil je je laten betoveren door schoonheid en vooral over het waarom mensen zo geïntrigeerd zijn door een tuin dan is het boek “de ontsloten tuin” een absolute aanrader. Droom je graag, dan is gardens of eden aangenaam.

Op mijn blog vind je nog andere tuinboeken, over kinderen, over boomhutten, …

 


 

Een lijst van tuinboeken


Tuinplanten encyclopedie op kleur, met meer dan 2 500 afgebeelde planten

Modeste Herwig

2021 (2012), 480 pagina’s, Kosmos, 46,99

https://jvdboek.blogspot.com/2021/05/tuinplanten-encyclopedie-op-kleur.html

https://www.kosmosuitgevers.nl/boek/tuinplantenencyclopedie-op-kleur/

 

De ontsloten tuin, over lusthoven, tuintovenaars en bloementaal

Dennis Moet

2020, 176 pagina’s, Blauwdruk, 21,50 euro

https://jvdboek.blogspot.com/2021/05/de-ontsloten-tuin.html 

https://www.uitgeverijblauwdruk.nl/deontslotentuin/

 

Zakboek voor de klimaattuin, koele oases voor hete zomers

Marc verachtert & Bart Verhelst

2020, 176 pagina’s, Lannoo, 19,99 euro

https://jvdboek.blogspot.com/2021/05/zakboek-voor-de-klimaattuin.html

https://www.lannoo.be/nl/zakboek-voor-de-klimaattuin

 

Een kleine biologische moestuin, geïnspireerd op methoden van de permacultuur

Arthur Motté

2020, 136 pagina’s, KNNV, 19,95 euro

https://jvdboek.blogspot.com/2021/05/een-kleine-biologische-moestuin.html

https://knnvuitgeverij.nl/artikel/een-kleine-biologische-moestuin.html


The gardens of eden, new residential garden concepts & architecture for a greener planet

Abbye Churchill

2020, 256 pagina’s, Gestalten, 39,90 euro

https://jvdboek.blogspot.com/2021/06/the-gardens-of-eden.html

https://gestalten.com/products/gardens-of-eden

 

Duurzaam handboek voor de luie tuinier, in 10 stappen meer natuur in je tuin of op je balkon

Loethe Olthuis

2020, 222 pagina’s, Spectrum, 24,99 euro

https://jvdboek.blogspot.com/2021/05/duurzaam-handboek-voor-de-luie-tuinier.html

https://www.spectrumnonfictie.nl/producten/duurzaam-handboek-voor-de-luie-tuinier-9789000372300

 

Volkstuinverhalen, over het groene stadsleven

Suzanne de Boer & Marieke de Geus

2020, 192, KNNV, 22,50

https://jvdboek.blogspot.com/2021/05/volkstuinverhalen.html

https://knnvuitgeverij.nl/artikel/volkstuinverhalen.html

 

Oudolf gardens by Hauser & Wirth in Somerset, planten en beplanting

Rory Dusoir

2020, 208 pagina’s, Terra, 34,99 euro

https://jvdboek.blogspot.com/2021/05/oudolfs-garden.html

https://www.terralannoo.nl/nl/oudolf-gardens-bij-hauser-wirth-somerset

 

Maak je eigen jungle, meer dierenleven in je tuin

Katja Staring, Anna Kemp & Kim Veenman

2020, 193, KNNV, 24,95 euro

https://jvdboek.blogspot.com/2020/11/maak-je-eigen-jungle.html

https://knnvuitgeverij.nl/artikel/maak-je-eigen-jungle.html#:~:text=Katja%20Staring,-Katja%20Staring%20is&text=Voor%20KNNV%20Uitgeverij%20schreef%20zij,jouw%20tuin%20te%20maken%20hebben.

 

De juiste boom voor elke tuin

Martin Hermy

2020, 384 pagina’s, Bornmeer Noordboek, 34,90 euro

https://jvdboek.blogspot.com/2021/02/de-juiste-boom-voor-elke-tuin.html

https://www.bornmeer.nl/winkel/de-juiste-boom-voor-jouw-tuin/


Hypernatuur, planten met het oog op de toekomst

Cor van Gelderen en Wouter van der Tol

2020, 256 pagina’s, Bornmeer Noordboek, 35 euro

https://jvdboek.blogspot.com/2020/11/hypernatuur.html

https://www.bornmeer.nl/winkel/hypernatuur/

 

Planten combineren, ontwerp zelf prachtige borders

Modeste Herwig en Jeanne Van Rijs

2019, 192 pagina’s, Forte Groen, 29,99 euro

https://jvdboek.blogspot.com/2021/05/planten-combineren.html

https://fortegroen.nl/boek/planten-combineren#:~:text=In%20april%202019%20verscheen%20bij,beplanten%20van%20de%20hele%20tuin.

 

De tuin, ontdek de verborgen boodschappen van wind, wolken, planten en dieren

Peter Wohlleben

2019, 208 pagina’s, A.W. Bruna Uitgevers, 18,99 euro

https://jvdboek.blogspot.com/2021/05/de-tuin.html

https://www.awbruna.nl/boek/non-fictie/peter-wohlleben/de-tuin/

 

Praktijkboek, het nieuwe moestuinieren, natuurlijk moestuinieren en eerlijk voedsel

Hans van Eekelen

2017, 840 pagina’s, KNNV, 39,95 euro

https://jvdboek.blogspot.com/2021/05/het-nieuwe-moestuinieren.html

https://knnvuitgeverij.nl/artikel/praktijkboek-het-nieuwe-moestuinieren-1.html

 

Mijn moestuin

Wim Lybaert & Laurence Machiels

2017, 368 pagina’s, Manteau, 29,99 euro

https://jvdboek.blogspot.com/2021/05/mijn-moestuin.html

https://press.manteau.be/de-nieuwe-mijn-moestuin-wim-lybaert-maakt-moestuinieren-nog-gemakkelijker


Snoeien & leiden

Christopher Brickell & David Joyce

2017, 336 pagina’s, terra (TerraLannoo), 29,90 euro

https://jvdboek.blogspot.com/2021/05/snoeien-leiden.html

https://www.terralannoo.nl/nl/terras-handboek-snoeien-leiden-nieuwe-editie

 

Groenten in potten

Lieven David

2014 (2012), 47 pagina’s, Velt, 5,5 euro

https://jvdboek.blogspot.com/2018/04/groenten-in-potten.html

https://winkel.velt.nu/groenten-in-potten

 

Tijdreis in je eigen tuin

Bram Wolthoorn & Roger Klaassen

2012, 120 pagina’s, KNNV

https://jvdboek.blogspot.com/2020/03/tijdreis-in-je-eigen-tuin.html

https://knnvuitgeverij.nl/artikelen/tuinieren-gezondheid-voeding.html?fav=&brand_prefix=&overview_config_id=1&search=&svalue=&geo_svalue=&geo_distance=&page_size=&sort=&group_id=58&extra_field=&sort_tech=&fromfilter=&voucher=

 

Holzer’s permacultuur

Sepp Holzer

2012, 304 pagina’s, Jan van Arkel, 21 euro

https://jvdboek.blogspot.com/2013/04/holzers-permacultuur.html

https://janvanarkel.nl/holzers-permacultuur/

 

Groen in de stad

Bart Haverkamp en Pieter Kroes

2012, 176 pagina’s, Lannoo, 29,99 euro

https://jvdboek.blogspot.com/2016/04/groen-in-de-stad.html

https://www.epo.be/nl/milieu-ecologie/103-Vrij-spel-voor-natuur-en-kinderen-9789062244706.html

 

The Botanic Garden of Brussels

D. Diagre-Vanderpelen

2011 , 312 pagina’s, National botanic garden of Belgium, 25 euro,

https://jvdboek.blogspot.com/2014/04/the-botanic-garden-of-brussels.html

https://shopbotanicgarden.be/The-botanic-garden-of-Brussels-(1826-1912)-p-31-c-21_50.html

 

Naar meer natuur in tuin, park en landschap

Ger Londo

2010, 202 pagina’s, KNNV, 9,99 euro (e-book)

https://jvdboek.blogspot.com/2011/04/naar-meer-natuur.html

https://knnvuitgeverij.nl/artikel/naar-meer-natuur-in-tuin-park-en-landschap-ebook.html

 

Boomhutten en speelhuizen

David Stiles

2008 (2003), 95 pagina’s, Deltas, 17,95 euro

https://jvdboek.blogspot.com/2021/05/boomhutten-en-speelhuizen.html

https://www.standaardboekhandel.be/p/zo-bouw-je-boomhutten-en-speelhuizen-9789044717556#!

 

Vrij spel voor Natuur en kinderen

Willy Leufgen & Marianne van Lier

2007, 252 pagina’s, Jan van Arkel, 20 euro

https://jvdboek.blogspot.com/2011/07/vrij-spel-voor-natuur-en-kinderen.html

https://www.epo.be/nl/milieu-ecologie/103-Vrij-spel-voor-natuur-en-kinderen-9789062244706.html

dinsdag 25 mei 2021

Duurzaam handboek voor de luie tuinier

 

Duurzaam handboek voor de luie tuinier

In 10 stappen meer natuur in je tuin of op je balkon

 

Loethe Olthuis

 

Een intrigerende titel. Wie kiest er nu niet voor én duurzaam én bijna geen werk? Is er een beeld aanlokkelijker dan “hangmatliggen in een duurzame tuin”?

Het is geen boek met een neutrale, zakelijk toon, nee, het gaat over een maatschappelijk engagement en het maken van keuzen. Het boek leest als een uitgave van een NGO. Het boek focust op principes en vult ze concreet in.

Het is een leuk boek met eenvoudige tekeningen. Er wordt intens ingezet op eenvoudige, haalbare ingrepen. De inhoud is opgedeeld in 10 stappen, gaande van “weg met die tegels” tot “maak een smultuin (of smulbalkon)“. Je leest over een buienborder (wadi), pimp je balkon, lekker nat, het mysterieuze mulchen, zaden verzamelen bij je vrienden, biobollen voor de bijen, hommelkoninginnenwinterpaleis, zwetende bomen, kleine zelfstandigen, snoeistop, spitstop, doodsbedreigingen, bonenmest, …  Het boek heeft een positieve toon, bevat geen ellenlange teksten, veel titels en kaderstukjes.

Wat écht opvalt, is de taal. Het is een vlotte schrijftaal, regelmatig flirtend met spreektaal, soms bijna een laconiek toontje. Regelmatig duiken taalflarden op die in Vlaanderen ongebruikelijk zijn, zoals “strak en gelikt”, “je moet echt even aan de bak”, “aan gort slaan”, “milieustraat”, “boerensloot”, enz. Leg er bovendien het voorwoord naast, dan is er geen discussie over mogelijk, het boek is gericht op Nederland. 

https://www.spectrumnonfictie.nl/producten/duurzaam-handboek-voor-de-luie-tuinier-9789000372300

maandag 24 mei 2021

De ontsloten tuin

 

Dennis Moet

 

Het is een boek om te koesteren. Eén detail vertelt veel over het boek. In het colofon vind je wie de kalligrafie verzorgde. In het boek vind je enkele pagina’s met Chinese tekens (telkens één pagina voor één teken), maar ook een tiental haarscherpe macrofoto’s van gedroogde planten en enkele kunstwerken. Harde kaft, mooi lettertype, matte foto’s, dik papier, kortom, heel snel weet je dat dit een uitzonderlijk boek is, een boek dat schoonheid ademt, een boek voor “lief-hebbers”.

Ook de tekst is opmerkelijk. Niet te veel, een veertigtal pagina’s, helder geschreven, maar niet in een vakje te duwen. De auteur, Dennis Moet, wandelt van landschappen en ecologie naar kunst en filosofie, hij bekijkt de geschiedenis van de mens, stopt regelmatig bij wetenschap, maakt tijd voor schoonheid (vooral van de natuur), laveert tussen ratio en passie en geeft aan wat belangrijk is voor het begrip “tuin”. Een opmerkelijk verschil met vele andere tuinboeken is dat hij een definitie geeft van een “tuin”. Wat zoeken we in een tuin? Schoonheid? Zielenrust? Tevredenheid?

176 pagina’s vereisen structuur. Moet legt uit waarom hij het boek maakte, in de ‘inleiding’ als verhaal over zijn levensloop, kijk op het verleden en de toekomst en zijn maatschappijbeeld, in het ‘nabeeld’ meer als verantwoording. In het nabeeld borrelt een teleurstelling op over de wijze waarop vandaag onze wereld zich ontwikkelt. Hij zoekt een nieuwe balans tussen cultuur en natuur, een nieuwe positie voor de mens. De hoofdbrok van het boek gaat over tuinen, over de hortus conclusus en over de hortus botanicus. Na een korte inleiding geeft hij telkens vier voorbeelden. Je leest over Nat King Cole, Japanse levensfilosofie, Christendom, kruidenboeken, Hildegard von Bingen, Dodoens, Noorse mythen, contemplatie, Monet, liefde voor, Alfred Russel Wallace, Robert Macfarlane, universele, tijdloze levenswaarden, Frank Lloyd Wright, bonsai, jugendstil, art nouveau, …

De uitgave van het boek werd gesteund vanuit het Hugo De Vries Fonds, een vzw die steun verleent aan wetenschappelijke botanische projecten en de aandacht wil (blijven) vestigen op de rol en betekenis van Hugo de Vries voor de botanie.

Een boek over schoonheid dat de ratio prikkelt.

https://www.uitgeverijblauwdruk.nl/deontslotentuin/

Verscheen op de site van BBL op 10 april 2024

https://www.bondbeterleefmilieu.be/artikel/vier-tuinboeken


vrijdag 21 mei 2021

Bij de boer

 


Bij de boer

Verhalen en recepten van trotse boeren

 

Sophie Dejaegher

 

Een plaatjesboek, met korte teksten. Een imagopoetsbeurt.

 

Landbouw en boeren komen regelmatig op een manier in het nieuws die ze niet wensen, als ongeëvenaarde boosdoeners. Ze vernietigen natuur, ze helpen het milieu naar de vaantjes, hun tractoren zijn heersers op de landelijke wegen, ze rijden fietsers en voetgangers ongegeneerd van de weg, en ga zo maar door. Ze voeren massaal veevoeder in en laten daarvoor bossen omhakken, ze brengen zoveel mest op de weiden en akkers dat het nitraatgehalte in waterlopen en grondwater te hoog is, ze veroorzaken mestoverschotten, ze stoten stikstof uit die de natuurgebieden bedreigt enz. Wat een stiel! Wie wil nu nog boer zijn, niemand toch? Het is maar een deel van het beeld van de werkelijkheid. Een ander deel gaat over de mensen, mensen zoals u en ik, mensen met een verhaal, het beeld achter “de boer”.

Mooie familieverhalen. Bewust wordt een landbouwer niet weggezet als een “boer Sjarel”, een wegdeemsterend fenomeen, de (schijnbaar ?) arme, eigenwijze, grappige eenzaat, eigengereid en zelfredzaam, uitgedoofd stompje van een zelf gerolde sigaret klevend aan de onderlip, geteisterd gebit, verweerde en getaande gezichtshuid, afstand nemend van de alle meer actuele technieken en toestellen, verstoken van alle comfort, en zonder erfgenamen, genietend van zijn nabije omgeving. En de obligate pet.  

De geitenboerderij van de familie De Maesschalck uit Zele illustreert het best hoe het ideale landbouwbedrijf vandaag in elkaar zit. De familie is de hoeksteen van het verhaal. Het doorgeven van het bedrijf tussen generaties kan enkel succesvol verlopen als de nieuwe generatie interesse heeft én betrokken is. Hoe doe je dat? Als ouder betrek je je kinderen bij het bedrijf, je leert hen hoe het werkt, leert hen spelenderwijs hoe je met grond, dieren, machines, klanten, planten, collega’s … omgaat, je leert hen vergaderen, luisteren, keuzes maken, argumenteren, cont(r)acten evalueren, … Essentieel, liefde vóór iets geef je met de pap- en later pollepel mee, zo eenvoudig is dat. Je leert kinderen ook de voor- en nadelen ervaren van een bedrijf. Een bijkomende bestelling leidt tot meer speeltijd en meer werktijd. Het leidt ook tot het ervaren van succes, geapprecieerd worden voor wat je produceert. Moeilijker is het niet. Ook hier valt op dat men nauwgezet gewaakt heeft over een positieve beeldvorming.

Het boek bevat meer foto’s dan tekst. Er staan 11 verhalen in, van 11 families, verspreid over Vlaanderen, van Kinrooi tot Handzame. Je leest over varkens, witloof, aardbeien, tomaten, melkvee, aardappelen, vleesvee, groente, fruit, geiten en tot slot een gemengd bedrijf. Familiaal betekent niet kleinschalig. Op een foto van een serre heb je een verrekijker nodig om te kunnen zien wie aan het andere eind van de serre staat (tomaat- en aardbeibedrijf). Ook zegt het woord familiaal niets over de automatisering. Boeren runnen bedrijven en gebruiken alle mogelijke technieken (automatisering, computersturing) om tijd en kosten te sparen. Boeren hebben een ingebouwde rekenmachine in hun hoofd, een noodzaak om te kunnen (over)leven. Een kleine familie met een groot bedrijf. Het ene bedrijf gooit graag de deuren open (het witloof- en het gemengd bedrijf met de asperges bijvoorbeeld), het andere is er behoedzamer mee (serrebedrijf)., het ene heeft een winkel (aardappelen) andere niet, het ene bedrijf zet volledig de stap in het korteketenverhaal, het andere nog niet. De verhalen werden gekruid met leuke details over bijvoorbeeld het eeuwige kip/eidilemma, de historiek van prei, de invloed van de muziek (Studio Brussel) in de kaasmakerij.  Naast het familieverhaal kan je ook telkens een drietal recepten lezen (één pagina), met foto. Het verhaal achter het product.  

De uitgave werd verzorgd door SBS (de zendergroep achter play 4 en vele andere)  Manteau/De Standaard Uitgeverij en Boerenfront, een vzw die tot de Boerenbondkoepel behoort. Door de talrijke recepten doet het boek soms denken aan hét standaardwerk in de keuken van elke Vlaamse familie, “ons kookboek” van KVLV, eenvoudige, oprechte, voor iedereen toegankelijke recepten. Een belangrijk voordeel voor de uitgever, kookboeken liggen goed in de markt. Een imagopoetsbeurt.

 

https://www.standaarduitgeverij.be/boek/bij-de-boer-9789022337783/

 


dinsdag 18 mei 2021

Oudolfs garden

 

Oudolf Gardens

Oudolf Gardens bij Hauser & Wirth in Somerset; Planten en beplanting

 

Rory Dusoir

 

Als je een tuin wil creëren aansluitend op een galerie, nodig je best een kunstenaar uit. Oudolf is er zo ééntje, artistiek bevlogen en wereldvermaard, vooral met zijn prairietuinen. Oudolf versterkte de artistieke beleving van de galerie met zijn tuinen. Er is een kleine omsloten tuin en een grote “buitentuin”. De omsloten tuin biedt de sereniteit van een kloostertuin (sober, minimalistisch). De grote tuin is betoverend mooi, tot je de foto’s ziet van het terrein er enkele jaren eerder uit zag. Dan is niet enkel betoverend mooi, maar ook niet te vatten hoe tovenaar Oudolf dit klaar speelde. De meester creëerde een tuinstuk.

Piet Oudolfs missie is het creëren van landschappen die kleurrijk en dynamisch zijn, maar minder onderhoud vergen dan de formele sierbeplanting in traditionele, grote Engelse tuinen. Tuinen draaien om emotie, wat Oudolf omschrijft als “mijn grootste inspiratiebron is de natuur; ik wil haar niet kopiëren, maar de emotie opnieuw vorm geven”. Piet creëert een combinatie van harmonie met wildheid, en bekomt een gestileerde natuur. Het verhullen van grenzen en patroon, het wekken van illusie. Piet werkt met een matrixbeplanting (door elkaar weven van verschillende plantensoorten in één blok; staat tegenover blokbeplanting, één plantensoort in één blok) en kiest voor soorten die vooral in de herfst en de winter idyllische beelden bieden. Om het prairietuinbeeld te bekomen werkt hij uitbundig met diverse grassen.

Kan je dat thuis ook? In principe wel, maar … Piet Oudolf werkt niet alleen, hij leidt een team. Ze werkten voltijds met verschillende mensen langdurig aan een project. Ten tweede, alles staat en valt met het ingenieuze ontwerp. Ten derde, Piet Oudolf (en zijn team) hebben een zeer uitgebreide plantenbibliotheek en –kennis. Ze kiezen voor planten  omwille van bepaalde eigenschappen die meestal enkel bij die ene cultivar van een specifieke soort voorkomen. Hollen naar het plantencentrum om de hoek leert dat je daar enkel de meest courante planten en de meest courante cultivars vindt. Oudolf ontbreekt uiteraard in hun klantenbestand. Voor het project in Somerset werkte hij met één uitgekozen kwekerij die zich op het project toelegde. Aanleg van de Piet Oudolftuin vereiste onder meer een zeer exacte tekening op de bodem en een zeer minutieuze etikettering van alle vaste planten. Kortom, je kan het in theorie niet uitsluiten, maar in de praktijk is het niet haalbaar.

Het boek is een beschrijving van een tuin en gelijktijdig een ode, een langgerekte lofrede aan Piet Oudolf, regelmatig wel wat breedvoerig en langgerekt. Het zijn soms uitgesproken lyrische beschrijvingen. Stellen dat Oudolf behoort tot de “mondiale voorhoede van de ecologische beweging binnen de tuinarchitectuur” is een gedurfde uitspraak. Een boek van 200 pagina’s over één tuin van 6 000 vierkante meter is niet voor de hand liggend. En toch, de foto’s zijn dikwijls betoverend, de illusie is overal en altijd aanwezig.

https://www.terralannoo.nl/nl/oudolf-gardens-bij-hauser-wirth-somerset

maandag 17 mei 2021

Mijn moestuin

 



Mijn moestuin Wim Lybaert & Laurence Machiels

Het boek profileert zich als het ideale cadeauboek (je haalt Wim Lybaert in huis) voor de beginnende én de gevorderde moestuinier. Het voorwoord opent met verkoopcijfers van het boek om te illustreren dat het boek goed in de markt ligt. Er werden 40 000 exemplaren verkocht (editie van 2021, zesde druk; eerste druk 2017, herwerkte versie), informatie die een uitgever zelden deelt behalve als de cijfers zeer succesvol zijn.

Van de Mont Ventoux zegt men in Vlaanderen graag dat het “de berg is die zichzelf verkoopt”. Het exact duiden van de onvoorstelbare aantrekkingskracht van de berg is niet mogelijk. Eens je in de nabijheid bent van de Mont Ventoux kan je alles doen, behalve de berg negeren. Wim Lybaert heeft iets gelijkaardigs. Iedereen associeert hem met het beeld van een empatische, sympathieke levensgenieter. Zijn TV-programma’s dragen natuurlijk daar toe bij. Wie wil nu niet met een omgebouwde bus doorheen Europa reizen, ongedwongen kamperen, een glaasje, een vlotte babbel, een ondergaande zon, wat hilariteit met een douche, enz. Kortom, het beeld van een knuffelbeer die graag elke oma over zijn bol laat aaien.

Het boek behandelt niet “een” of “de” tuin, nee, het behandelt “mijn” (moes)tuin. Wim spreekt lezers direct aan en vertelt hoe hij het zelf in zijn tuin aanpakt. Hij start met de essentie, “mannen maken plannen”. Moestuinieren is iets anders dan half mei  eens een tuinwandelingetje maken en te wachten tot een buur mooie tomatenplanten brengt. Moestuinieren vereist planmatig werken. In de winter een schets maken, aantekeningen van de vorige jaren raadplegen, nauwgezet groenten aan een deel van de tuin toewijzen, zaden kiezen en kopen (of de eigen oogst selecteren !), bemestingsschema’s opmaken in functie van de gekozen groente (knollen bijvoorbeeld vragen minder mest), enz. Na de inleiding volgt een beschrijving van wat je tijdens een maand best doet, telkens startend met de behoorlijk dwingende titel “nu doen”. Januari is nog beperkt maar vanaf april tot augustus staan er telkens een veertigtal activiteiten, geordend per groente, makkelijk als je het wat bescheidener aanpakt. Interessant zijn zeker ook de groentefiches, achteraan in het boek. Voor de meest courante groenten (een veertigtal) vind je telkens veel praktische informatie, zoals bijvoorbeeld een kalender, hoeveelheid compost, de zaaidiepte, de plantafstand, bewaartechnieken, enz. Handig, overzichtelijk en consequent.

Voor de prijs krijg je “veel boek”, een groot formaat, vrij dik (368 pagina’s) in verhouding tot vele andere (tuin)boeken. Even vergelijken met het boek “de tuin” van Peter Wohlleben. Het boek van Wim Lybaert kost inderdaad 50% meer, maar je krijgt, in gewicht uitgedrukt, 6 keer “meer boek”. Kan tellen. Het lettertype is wat groter, de pagina’s zijn niet overladen met informatie, er staan vele foto’s en regelmatig ontmoet je korte zinnetjes om je gedachten te prikkelen (“ik zaai nooit zaad, maar groenten en gerechten, eind oktober stap ik uit de moestuin en ik blijf eruit tot eind februari. Het is welletjes geweest, enz. ) Het boek heeft een co-auteur, Laurence Machiels. Zij profileert zich als “groenjournalist en tuinexpert”, is actief voor diverse media en heeft een tiental tuinboeken op haar naam (als auteur en als co-auteur). En zoals het kan worden verwacht in een Wim Lybaert-product is hij zelf vrij prominent aanwezig. Wim heeft een uitgebreide collectie ruitjeshemden.

 

https://press.manteau.be/de-nieuwe-mijn-moestuin-wim-lybaert-maakt-moestuinieren-nog-gemakkelijker

zondag 16 mei 2021

het nieuwe moestuinieren

 



Het nieuwe moestuinieren, natuurlijk moestuinieren en eerlijk voedsel

Hans van Eekelen/ Groenmoes

 

Dat niet alle Nederlanders uitblinken in bescheidenheid is een open deur intrappen. Maar wat te denken van de eerste zin van het boek, weliswaar in het voorwoord, “dit is een gouden boek voor iedere moestuinier.” Als je het letterlijk zou nemen dan kom je, omwille van de riante omvang en gewicht van het boek, aan een marktwaarde uit van meer dan één miljoen euro. Of nog, het voorwoord is één lofbetuiging. Terecht? Het boek bekleedt een aparte plaats in de tuinboekenwereld. Je vindt er (bijna) alles. De sleutelwoorden: informatie en opsomming.

Het is een encyclopedie. Je vindt informatie over (ongeveer ?)  alles wat van ver of dichtbij met een tuin te maken heeft of in verband kan worden gebracht. Alles wordt geschikt op basis van het alfabet. Een opsomming, dwars door het boek, illustreert de verscheidenheid van de toegelichte begrippen. Andijvie, Brabantse wal, collectietuin, dagelijkse voedingsrichtlijn, E-nummer 202, flageolet, genenbank, heermoes, illegaal tuinieren, jaarmarkt, kers, koudekiemer, lycopeen, moestuinforum, natuurwinkel, oogsten in juli, palletmoestuin, quinoa, rabarber, slow gardening, teeltplan, ugly food, velt, witlof, yacon, zelfoogstmoestuin. Kortom, je kan er ongeveer alles vinden over een tuin. Het opnemen van begrippen zoals bijvoorbeeld “moestuinforum”, “slow gardening”, een lijst van jaarmarkten, pop-up restaurant, … maakt het boek ook een beetje tijdsgebonden.

Er staat héél véél tekst in het boek, in een klein lettertype. Over de aardappel vind je bijvoorbeeld 20 pagina’s. De informatie werd opgedeeld in algemene informatie, teeltinformatie, teelttip, rassen, bewaartip, bereidingstip, informatie per ras, opinie, praktijkverhaal en praktijkvraag. In de rubriek “teelttip” vind je niet 1 tip, maar 44 tips, zoals bijvoorbeeld de keuze voor voedingswaarde, voorkiemen, vroege en late aardappelen, vroegheid vervroegen, bestrijding coloradokever, … Meest in het oog springend (en indrukwekkend !) is zonder meer de tabel over de rassen. Voor 52 rassen worden 10 criteria aangegeven, zoals bijvoorbeeld vroegheid, schilkleur, vleeskleur, grondsoort, … Om de informatie beter te ontsluiten, worden kleuren gebruikt. In het boek staan tientallen vergelijkbare tabellen, zoals over bijvoorbeeld éénjarige bloemen, boonsoorten, soorten doperwten, paprika’s, … maar ook over pH-waarden, jaarmarkten,  … Lees je nu en dan graag een brokje tekst? Ook dat kan met bijvoorbeeld een verhaaltje over Linnaeus en het belang van geslachtskenmerken bij planten, een makkelijke moestuin enz.    

Zoals het hoort bij een echte encyclopedie werden heel veel inspanningen geleverd om de informatie zo gemakkelijk mogelijk te ontsluiten. Je vindt bijvoorbeeld achteraan een volledige woordenlijst, een lijst van praktijkverhalen, een lijst van praktijkvragen, een lijst van groente-, fruit-, kruiden- en bloemeninformatie, en (uitgebreide !) lijst van geraadpleegde en aanbevolen literatuur, een lijst van geraadpleegde websites, een lijst van reeds eerder verschenen Groenmoespublicaties en een lijst van partners van Groenmoes. De foto’s en illustraties werden gekozen in functie van de tekst. Sporadisch vind je een paginagrote foto met een krachtige uitspraak zoals bijvoorbeeld “een moestuin langs de snelweg levert fijn stof tot nadenken”. Kortom, je vindt (bijna) alles over een tuin. Voor het omschrijven van het maakproces van het boek worden best termen als “monnikenwerk” en “engelengeduld” gebruikt. Het boek kan echt van goud waard zijn voor een gevorderde moestuinier die tijdens lange winteravonden zich graag verdiept in moestuinkennis.  

https://knnvuitgeverij.nl/artikel/praktijkboek-het-nieuwe-moestuinieren-1.html

Verscheen op de site van BBL op 10 april 2024

https://www.bondbeterleefmilieu.be/artikel/vier-tuinboeken

woensdag 12 mei 2021

De tuin

 

De tuin

Ontdek de verborgen boodschappen van wind, wolken, planten en dieren

Peter Wohlleben

 

Het is een ronduit merkwaardig boek. De titel “de tuin” laat dit al vermoeden. Het boek is behoorlijk universeel en op een veeleer hoog abstractieniveau geschreven. Het boek bevat geen enkele illustratie, enkel een coverfoto. Illustraties hoeven niet maar voor een boek over een tuin/de tuin/tuinen is dit zeer opvallend.

Tot voor een vijftal jaar was Peter Wohlleben een nobele onbekende voor het grote publiek. Hij was echter niet onbekend in het Duitse bosbouwwereldje, schreef zijn ideeën uit in een ‘gortdroog boek’, vond een uitgever en belandde wat later onder meer in de New York Times. Waarom? Hij vertelde op een heel geloofwaardige en bevattelijke manier over de communicatie tussen planten. Intussen verschijnen zijn boeken in vele landen en is door uitgeverijen zijn tekst ingebed in prachtige uitgaven boordevol uitstekende foto’s. In die zin is het nog merkwaardiger dat in dit boek geen enkele illustratie werd opgenomen.

De tekst bevat informatie over de omstandigheden, vooral de abiotische. Het weer, zon en maan, jaargetijden, klimaatverandering en dies meer. De informatie is relevant maar je kan er zelden/niet mee aan de slag. Een voorbeeld? Als je een aanbeveling zoekt over het tijdstip dat je met hoge zekerheid geen vorst meer kan verwachten, dan zegt en schrijft bijna iedereen “als je behoorlijk zeker wil zijn, wacht tot na de Ijsheiligen”. En wat schrijft Wohlleben? “klopt, maar daarna kan het ook nog vriezen”. Klopt, maar wanneer begin je dan? Een voordeel is dat hij nauwkeurig uitlegt waarom het later nog kan vriezen, maar dat is dan ook alles. Voeder je vogels in de winter? Een verhaal van vier pagina’s waarom hij vroeger “nee” zei en vandaag “ja”. Inhoudelijk aangenaam om lezen, maar, “niet onmiddellijk” bruikbaar voor de modale tuinier.

https://www.awbruna.nl/boek/non-fictie/peter-wohlleben/de-tuin/

 zie ook

https://jvdboek.blogspot.com/2020/02/het-verborgen-leven-van-bomen.html

dinsdag 11 mei 2021

Volkstuinverhalen

 

Volkstuinverhalen, over het groene stadsleven

Suzanne de Boer & Marieke de Geus

Het boek bevat heel gewone verhalen van heel gewone mensen. Het is een Nederlandse versie van “iedereen beroemd”. Alle verhalen spelen zich af in een volkstuinen. Elke kleine tuin maakt deel uit van een groter geheel, elk plekje wordt benut, en iedereen deelt in en werkt mee aan het geheel. De boodschap is zeer helder: “waardeer de kleine dingen in je leven”. Alle voorbeelden zijn voor iedereen haalbaar, althans als je een plekje kan bemachtigen. In Nederland wordt gewerkt met wachtlijsten, en soms moet je wel 10 jaar wachten. Wat ook opvalt, is het veelvuldig hergebruik van afgedankte spullen, een stukje dakgoot, enkele dakpannen, oude autobanden, flessen, … alles kan worden gebruikt in je volkstuin.

De oversteektuin, de duiventuin, de schone moestuin, de eetbare tuin, de ateliertuin, de watertuin, tiny tuinhuizen, de tuin als toevluchtsoord, eten van de tuin, een tuin vol thee, koken zonder stekker, een postzegeltuin, een groendak, … Tussendoor leer je compost maken, wat biodiversiteit is, hoe je permacultuur kan toepassen, bouw je een bijenhotel met afgedankte spullen (“Air Bee ’n Bee"), leer je gier maken, ontmoet je dames die trots zijn op hun bijnaam “takkenwijven”, … Omdat de tuin een openluchtschool is mogen bijvoorbeeld de “zaaimissers” niet ontbreken. 

Het boek bevat voorbeelden uit verschillende Nederlandse steden. Verschillende mensen vertellen ook dat ze hun tuin(tje) gebruiken als toevluchtsoord en er graag overnachten, meestal met een kleine houtkachel in de nabijheid. Geen nood, alles is ook in Vlaanderen toepasbaar.  

https://knnvuitgeverij.nl/artikel/volkstuinverhalen.html

 

maandag 10 mei 2021

Zakboek voor de klimaattuin

 

Zakboek voor de klimaattuin, koele oases voor hete zomers

Marc Verachtert & Bart Verhelst 

Het boek speelt in op de actualiteit, het klimaatprobleem. Via klimaatadaptatie kunnen we allen een bijdrage leveren om de effecten van klimaatverandering te milderen. In het boek vind je concrete voorstellen om dit aan te pakken.

De kracht van het boek is zonder twijfel de systematische no-nonsense aanpak, in combinatie met een strak stramien. Voor 17 onderwerpen staat er een top 5 in, nooit 4 noch 6, nee steevast 5. Dat is bijzonder aangenaam. Telkens beslaat een top 5 twee pagina’s (telkens links en rechts) , met op één pagina foto’s, en op de andere een korte tekst. Je vindt bijvoorbeeld een top 5 voor dakbomen (sierbes, amberboom, moerbei, moerasboom, gewimperde linde), bolbomen, geschikte planten voor een kiezeltuin, planten voor een mediterrane heuvel, … De reeks van 15 verschillende “top 5” wordt gesitueerd in een tiental onderwerpen zoals een dak tegen de zon, borders met kleur, gratis regen- of hemelwater enz. Kortom, hou rekening met het wijzigende klimaat.

Het formaat is wat groot voor een zakboekje, en is dan ook een zakboek. Wellicht hebben tuiniers en groene-vingermensen grote zakken want 17 bij 21 cm is toch al een stevig formaat (ongeveer 3 gsm’s). De foto’s zijn vooral foto’s van middelgrote tuinen met diverse tuinhoeken, horend bij een open bebouwing. Bijna alle tuinen zien er zeer netjes uit, met geborstelde terrassen, geschoren hagen enz. Het boek is zakelijk en informatief, oogt wat gekunsteld en sporadisch komen ook enkele bedrijven in beeld. 

Een opmerkelijk hoofdstuk behandelt het gazon en stelt scherp op het groen houden van het gazon. Een opvallende keuze voor een boek met als titel klimaattuin. Klimaatverandering en het verlies aan biodiversiteit worden in de literatuur steeds samen bekeken, met hun onderlinge relatie. Tuinen bieden de mogelijkheid om de biodiversiteit in je nabijheid te verhogen. Wat wordt dan eerst bekeken? Het gazon. Om de biodiversiteit te verhogen, wordt voorgesteld minder te maaien, niet te mesten, niet te verticuteren, enz. In dit boek wordt uitgelegd wat je moet doen om je gazon groen te houden, dus verticuteren, regelmatig mesten, voldoende kalk strooien, … Dus het boek snel in het verdomhoekje gooien? Nee, het speelt gewoon in op een reële vraag van velen. Schaduwmuren, regenwaterwater opvangen, enz, allemaal zinvolle initiatieven. Het gazon? Dat volgt wel.

https://www.lannoo.be/nl/zakboek-voor-de-klimaattuin

 

zondag 9 mei 2021

Tuinplanten encyclopedie op kleur

 


Tuinplanten encyclopedie op kleur

Modeste Herwig

 

Plantkundigen zijn voor “normale” mensen rare wezens. Ze delen planten op in groepen, deelgroepen, deeldeelgroepen, deeldeeldeelgroepen, en ga zo maar door. Om een naam aan één specifieke plant toe te bedelen, stellen ze je een lange lijst vragen over de kenmerken van de plant en hanteren de befaamde dichotome tabellen. Elke vraag naar een kenmerk heeft twee mogelijke antwoorden. Als je een hele rits van die vragen beantwoord hebt, daal je af van “alle planten” tot die ene plant waar je naar kijkt, althans als je geen fout hebt gemaakt bij bijvoorbeeld de beoordeling van de bladrand, de beharing, de groeiplaats, de bloemvorm, … Niet-plantkundigen kijken naar één ding, de kleur, juist omdat de kleur het eerste is wat ons intrigeert.

De tuinplanten encyclopedie beantwoordt aan de verwachtingen. Het is een dik boek, het is encyclopedisch, het heeft een strakke opbouw en het is makkelijk raadpleegbaar. Het leuke, en ook unieke, is de invalshoek. De planten worden samengebracht op basis van de kleur. Het boek bevat twee delen, één deel met foto’s van de planten (tot pagina 287) en één deel met plantenbeschrijvingen (tot 468), aangevuld met een register. Er zijn 16 bloemkleuren en 7 bladkleuren. Om misverstanden te voorkomen, werd in het fotodeel de kleur ook aangebracht op de buitenrand van elke pagina. Geen nodeloze gedachtewisselingen dus over het verschil tussen bijvoorbeeld grijspaars en paarsviolet of witbont en geelbont. Bij elke foto staat de Latijnse naam, de Nederlandse naam, de voorkeur voor zon of schaduw, de hoogte en de bloeiperiode.  Elke pagina bevat een tiental foto’s. In het tweede deel, de plantenbeschrijvingen, staan de planten, alfabetisch gerangschikt op basis van de Latijnse naam. De lijst begint telkens met een korte beschrijving van het geslacht, met de vermelding van de Nederlandse naam, en daarna een opsomming van een aantal soorten en/of cultivars. Komen verder aan bod: standplaats; vermeerdering;  zon- of schaduw-voorkeur; hoogte;  bloeitijd (per maand); één-of tweejarig; vaste plant bol, knol- of wortelstokgewas; struik of boom; en het al of niet winterhard zijn.

Kortom, een encyclopedie dus, en vooral interessant voor mensen die vertrouwd zijn met het onderwerp. Het hoeft geen betoog, maar iedereen weet dat het maken van zo’n boek niet enkel héél véél tijd vraagt, ook veel kennis en ervaring. Modeste Herwig groeide niet enkel op tussen de tuinplanten, haar ouders en grootouders lepelden nog wat extra plantenliefde in.

Als je graag zelf aan de slag gaat om de encyclopedie te gebruiken, kies dan planten op basis van kleuren en gebruik het boek “planten combineren” van dezelfde auteur, samen met Jeanne van Rijs.

https://www.kosmosuitgevers.nl/boek/tuinplantenencyclopedie-op-kleur/

 

zaterdag 8 mei 2021

Planten combineren

 

Planten combineren, ontwerp zelf prachtige borders

Modeste Herwig en Jeanne van Rijs

De eerste zin van het boek vertelt héél véél. Een geslaagde beplanting is geen samenraapsel van allerlei planten. Nadenken vooraf is noodzakelijk. Het is aangenaam dat de auteurs dit niet enkel met borders doen, maar ook met het boek. Borders worden bekeken, boeken ook. De opbouw van het boek is heel nauwgezet. Inhoud en vorm zijn zeer precies op elkaar afgestemd. In één oogopslag zie je één onderwerp, linker- en rechterpagina samen. Tekst, foto’s met korte toelichtingen, en een variabele samenstelling. Indien een onderwerp meer ruimte vraagt, worden 2, uitzonderlijk 4 of 6 pagina’s toegevoegd.

Borders zijn mooi, verleidelijk, betoverend, intrigerend, aantrekkelijk, inspirerend, bekorend, aanlokkelijk, … tot je ze zelf aanlegt. De kracht van het boek is de analyse én vooral de synthese. Stap voor stap wordt uitgelegd hoe je een border aanlegt. Het boek helpt je kiezen op basis van bijvoorbeeld de bladvorm, de kleur, de bloemvorm, het karakter, … Je leert planten groeperen en een beplantingsplan maken. Er komen verschillende types border aan bod zoals bijvoorbeeld de Engelse border en de naturalistische border. De schetsen over de opbouw van een border zijn dikwijls stapsgewijs, en gedetailleerd. Blijft lastig, het vinden en kopen van de juiste cultivar. Als je voor één border met bijvoorbeeld 30 soorten er drie moet wijzigen omdat je de juiste cultivar niet vindt, dan bekom je een ander eindresultaat. De foto’s in het boek zijn uiteraard niet enkel “ondersteunend”, ze zijn het verhaal van het boek.

Achteraan in het boek vind je de gebruikelijke lijsten. Als je de weg verliest tussen al de plantennamen, foto’s, ecologische verlangens van planten, … duikel je best even in het boek “tuinplanten encyclopedie op kleur” van Modeste Herwig, één van de twee auteurs.

https://fortegroen.nl/boek/planten-combineren

 

vrijdag 7 mei 2021

Snoeien & leiden

 

Snoeien en leiden

Christopher Brickell & David Joyce

Het boek is een herwerkte uitgave en dateert van 2017.

De tuin is voor beiden niet nieuw. Beiden publiceerden een behoorlijk aantal boeken over tuinen. Brickell was er beroepshalve mee verbonden (diverse leidinggevende functies, veelvuldige reizen en tientallen boeken), Joyce publiceerde 20 jaar geleden al uitgebreid over tuinieren in potten en bakken.

De kaft vooraan vertelt veel over het boek. Informatie, informatie en informatie. Veel tekst, veel illustraties en een snoeischaar. Voeg daar aan toe dat het over meer dan 800 planten gaat en dan weet je wat je vindt. Het is een technisch boek dat je kan raadplegen. Het boek bevat heel veel tekst, 3 kolommen per pagina, met behoorlijk kleine letters. Uiteraard is de informatie netjes geschikt, vind je registers enz. De foto’s zijn correct, de illustraties helder. Het is een hele uitdaging om iets te bedenken wat je niet in het boek vindt. Vooral de schetsen met de exacte aanduiding van de plaats waar je moet snoeien zijn handig.

Maar snoeien is ingrijpen, en ervaring is een voordeel. Zelfs met het beste handboek en de beste lesgever ter plaatste blijft het snoeien van bijvoorbeeld een hoogstam fruitboom een proces van keuzes, keuzes en keuzes. Die keuzes moet je zelf maken, telkens opnieuw. Als je er dan in slaagt om nauwgezet te onthouden welke keuze je vorig jaar maakte en hoe de plant reageerde, bouw je zelf ervaring op. Als dat niet lukt, laat je beter een ander snoeien.

https://www.terralannoo.nl/nl/terras-handboek-snoeien-leiden-nieuwe-editie

donderdag 6 mei 2021

Boomhutten en speelhuizen

 

Zo bouw je boomhutten en speelhuizen, leuke en avontuurlijke projecten voor urenlang bouw- en speelplezier

David Stiles

Een boekje (95 pagina’s) uit 2003, enkele jaren later vertaald in het Nederlands. Het boek speelt in op een universeel verlangen: overal en altijd droomt elk kind van een eigen plek.  Nog merkwaardiger, vele volwassenen steken graag de handen mee uit de mouwen om kinderen te helpen en intussen hun eigen niet-gerealiseerde droom te verwezenlijken.

De kracht van het boekje zijn de illustraties. Stapsgewijs, helder en precies . Je vindt enkele voorbeelden, volledig uitgetekend en uitgelegd, net als een aantal foto’s. Vergis je niet, het bouwen van een boomhut is niet eenvoudig. In het boek wordt ook uitgelegd hoe je een uitkijktoren bouwt, een project dat wellicht slechts voor enkelen weggelegd is. Hoe geraak je aan palen van 7 m lang, onderaan 25 cm diameter, bovenaan 15 cm? Niet voor de hand liggend. En als je in een bos 4 geschikte bomen hebt geveld, hoe sleep je die naar huis zonder vrachtwagen? De meeste Vlaamse 80-plussers vertellen je dat. Neem 2 fietsen, verbindt ze met twee planken, hijs de paal tussen de fietsen en hop. Opgepompte banden is een voordeel, en een korte afstand zeker. Eens thuis moet je die palen nog rechtop krijgen, en niet echt risicovrije klus. Leuk droomboekje, maar uitkijken voor desillusies.

 

https://www.standaardboekhandel.be/p/zo-bouw-je-boomhutten-en-speelhuizen-9789044717556#!