Tuinplanten encyclopedie op kleur
Modeste Herwig
Plantkundigen zijn voor “normale” mensen rare wezens. Ze
delen planten op in groepen, deelgroepen, deeldeelgroepen, deeldeeldeelgroepen,
en ga zo maar door. Om een naam aan één specifieke plant toe te bedelen,
stellen ze je een lange lijst vragen over de kenmerken van de plant en hanteren
de befaamde dichotome tabellen. Elke vraag naar een kenmerk heeft twee
mogelijke antwoorden. Als je een hele rits van die vragen beantwoord hebt, daal
je af van “alle planten” tot die ene plant waar je naar kijkt, althans als je
geen fout hebt gemaakt bij bijvoorbeeld de beoordeling van de bladrand, de
beharing, de groeiplaats, de bloemvorm, … Niet-plantkundigen kijken naar één
ding, de kleur, juist omdat de kleur het eerste is wat ons intrigeert.
De tuinplanten encyclopedie beantwoordt aan de
verwachtingen. Het is een dik boek, het is encyclopedisch, het heeft een
strakke opbouw en het is makkelijk raadpleegbaar. Het leuke, en ook unieke, is
de invalshoek. De planten worden samengebracht op basis van de kleur. Het boek
bevat twee delen, één deel met foto’s van de planten (tot pagina 287) en één
deel met plantenbeschrijvingen (tot 468), aangevuld met een register. Er zijn
16 bloemkleuren en 7 bladkleuren. Om misverstanden te voorkomen, werd in het
fotodeel de kleur ook aangebracht op de buitenrand van elke pagina. Geen
nodeloze gedachtewisselingen dus over het verschil tussen bijvoorbeeld
grijspaars en paarsviolet of witbont en geelbont. Bij elke foto staat de
Latijnse naam, de Nederlandse naam, de voorkeur voor zon of schaduw, de hoogte
en de bloeiperiode. Elke pagina bevat
een tiental foto’s. In het tweede deel, de plantenbeschrijvingen, staan de
planten, alfabetisch gerangschikt op basis van de Latijnse naam. De lijst begint
telkens met een korte beschrijving van het geslacht, met de vermelding van de
Nederlandse naam, en daarna een opsomming van een aantal soorten en/of
cultivars. Komen verder aan bod: standplaats; vermeerdering; zon- of schaduw-voorkeur; hoogte; bloeitijd (per maand); één-of tweejarig;
vaste plant bol, knol- of wortelstokgewas; struik of boom; en het al of niet
winterhard zijn.
Kortom, een encyclopedie dus, en vooral interessant voor
mensen die vertrouwd zijn met het onderwerp. Het hoeft geen betoog, maar
iedereen weet dat het maken van zo’n boek niet enkel héél véél tijd vraagt, ook
veel kennis en ervaring. Modeste Herwig groeide niet enkel op tussen de
tuinplanten, haar ouders en grootouders lepelden nog wat extra plantenliefde
in.
Als je graag zelf aan de slag gaat om de encyclopedie te
gebruiken, kies dan planten op basis van kleuren en gebruik het boek “planten
combineren” van dezelfde auteur, samen met Jeanne van Rijs.
https://www.kosmosuitgevers.nl/boek/tuinplantenencyclopedie-op-kleur/