donderdag 22 augustus 2019

Uit de olie

 Jeremy Legget




“In 2015 crasht onze economie door de eindigheid van de olievoorraden”, zo luidt de boodschap die in een kleine cirkel, rechts bovenaan op de cover werd geplaatst. De boodschap is helder, de toon gezet.

Het boek werd door uitgever Jan van Arkel (inmiddels uitgeverij Vonk) opgenomen in de paradigmaserie. In deze serie wordt ruimte geboden aan diverse auteurs om hun eigen licht te laten schijnen op maatschappelijke ontwikkelingen. Vooral voorstellen om het samen beter aan te pakken staan centraal.

Jeremy Legget is zonder meer goed geplaatst. Hij was lesgever aan oliegeologen en -ingenieurs (Royal School of Mines van het Imperial College), was op 33 al hoogleraar, veelvuldig gelauwerd onderzoeker en wereldwijd consulent voor de olie-industrie, maar stapte uit dit wereldje en werd milieu-activist en milieu-ondernemer. In 1997 richtte hij onder meer een bedrijf op voor zonne-energie, Solarcentury .

Legget bundelt zijn gedachten rond een vijftal systeemrisico’s. Spontaan duikt dan ook Econoshock van Geert Noels in gedachten op (zes crises, de crash van het financiële systeem, de verschuiving van het economische zwaartepunt naar het oosten, het einde van de goedkope fossiele energie, klimaatsverandering, en de wijzigingen in respectievelijk demografie en ICT). Legget praat over het gevaar van een olieschok, de klimaatschok, (verdere) ineenstorting van het mondiale financiële systeem, de koolstofzeepbel in de kapitaalmarkten en de explosieve groei van de schaliegaswinning. Opvallend, Geert Noels kijkt op een ruimere naar dezelfde werkelijkheid kijkt.

Leggets uitgangspunt is dat piekolie (treedt op wanneer de uitputting van de bestaande oliereserves niet meer kan worden aangevuld met nieuwe reserves) leidt tot een ontwrichting van het huidige economische systeem. Legget is accuraat met informatie. Hij had er toegang toe, kende ze, en deelt ze graag (bijvoorbeeld dat 80% van de wereldproductie van olie afkomstig is van mammoetvelden die werden ontdekt voor 1970, informatie over de verouderde staat van de olie-infrastructuur, de details over de temperatuurstijging, en ga zo maar door). De opstapeling van feiten doet wat denken aan Revolutie met Recht van Cox, met dat verschil dat Legget ze in een verhaal stopt en Cox in een redevoering.

Beeldspraak gaat hij niet uit de weg. Hij vergelijkt de actuele mondiale situatie met een rommelende vulkaan, waarbij er voortdurend mensen opduiken om de massa te stimuleren om het gerommel te negeren. We zitten te suffen, precies zoals de burgers van Pompeï en Herculaneum, die naar hun rokende vulkaan keken in de volle overtuiging dat zijn lange periode van inactiviteit nog wel even zou voortduren. Ze negeerden zijn gerommel en werden onder puin en as bedolven.

Wat onmiskenbaar een groot voordeel is, zijn de stapels notities die Legget nam en later gebruikte. Vele gesprekken worden levensecht voorgesteld. Bovendien is hij erg goed geplaatst. Hij zat/stond veelvuldig op de eerste rij, nam zelf deel aan debatten met prominenten, en vult dikwijls de officiële versie aan met informele informatie die men hem, meestal onbewust, na een formeel gesprek of debat, toevertrouwde. Hij was initieel werkzaam in het hart van de oliesector, genoot er aanzien, en werd dan ook veelvuldig opgevoerd, meestal op plaatsen en in gezelschappen waar de NGO-wereld niet enkel ontbreekt maar ook als “ongepast” wordt ervaren. Bovendien heeft hij, via zijn bedrijf, kansen gekregen om met prominenten te praten vanuit een positieve en constructieve invalshoek zoals bv. tijdens het bezoek van Cameron en later prins Charles. Nadeel is evenwel dat het boek daardoor iets meer Brits aanvoelt…

Het meest onaangename aan het boek is de spanning tussen vorm en inhoud. De vorm wil erg verhalend zijn, de inhoud is meestal erg toegespitst op feiten. Legget brengt zijn non-fictie op een verhalende wijze wat aangenaam leest, althans voor elk verhaaltje op zich. De spanningsboog voor het boek ontbreekt echter. Legget zal, niet onterecht, aandragen dat die spanningsboog schuilt in de dramatiek van de feiten, die niet kunnen worden weerlegd. De bundeling van de feiten, in de vorm van een naslagwerk, was niet zijn keuze. Opzoeken en terugvinden van feiten blijft nu wat zoeken.

Lezen dan maar als een locomotief doorheen zuivere fictie, terwijl je veel feiten en details vluchtig van je heen laat glijden? Ook dat is niet echt een goede keuze, want aan ’t eind stelt je vast dat je veel informatie mist om het geheel te begrijpen. Kortom, de paragrafen zitten goed, de drive in het hele boek kon beter. Lezen wordt soms labeur. En toch lees je het beter.

https://www.epo.be/uitgeverij/boekinfo_boek.php?isbn=9789491297908

2/2015, geredacteerd