Maak je eigen jungle, meer dierenleven in je tuin Katja Staring, Anna Kemp & Kim Veenman
Wat is een tuin? Een ruimte op onze aarde. Ergens in een
kast hebben we allen een document dat legitimeert dat dat stukje van de aardbol
exclusief van ons is. Is dat wel zo? Dieren lezen die documenten niet. Voor
dieren en planten is het een ruimte zoals een ander: sommige migreren dus door
je tuin, enkele blijven er. Is een tuin een opgave of maak je er plezier?
Minder inrichten, meer genieten, meer aanvaarden, en schijnbare nadelen
ombuigen in voordelen. Een voorbeeld: “De mol maakt je tuinbodem luchtig en eet
plaagdieren. Hij bezorgt je gratis verse, schone, luchtige potgrond, schep die
weg en zaai op de kale plekken biologische wildebloemenzaadjes, bijvoorbeeld
klaver … Heb je toch vreselijk last van de mol? Doe dan je gazon weg !” Voor
velen een moeilijke stap om te zetten. Je kan immers geleidelijk van je gazon
afstappen door minder te maaien, het gras niet meer af te voeren, niet te
verticuteren en niet te mesten. Het boek laat er geen gras over groeien en
kiest resoluut: “maak je eigen jungle”. Je hoeft je niet elke dag uit te sloven
van ’s ochtends tot ’s avonds, en als je inrichtingsklusjes opknapt in je tuin,
maak dan je tuin aantrekkelijker voor dieren: insectenhuisjes, doorgangen voor
egels, oorwormpotjes …
De taal en de opmaak zijn speels, en het boek staat
boordevol illustraties en foto’s. Merkwaardig zijn de vele tekeningen en
schetsen. Ze ontlokken verwondering, de eigenschap die velen geleidelijk
verliezen als ze ouder worden. Het boek lijkt dan ook vaak een kinderboek. Maar
de tekst is dat niet. De ludieke aanpak is creatief, maar het is wel
voortdurend balanceren tussen kinderen (sommige illustraties) en de tekst
(volwassenen). Vele tuinboeken sluiten af met lijsten en tabellen. Voor dit
boek is dat niet anders. Je vindt beschrijvingen van beelden per seizoen,
lijsten van planten, een bloei- en oogstkalender van bijvoorbeeld beuk, braam
en lijsterbes.