De voetprintariër, naar een modern leven met een positieve
voetafdruk, Kees Aarts
Bij de pakken blijven zitten, is geen optie. Als je
overtuigd bent van de ernst van de klimaatcrisis, dan sta je op en handel je.
Twijfel niet, Kees Aarts heeft lef. Een boek op de markt
brengen met als titel een onbestaand woord. En toch klinkt het niet onbekend.
Even de taalbank raadplegen. “Voetprintariër is geïnspireerd op de
Engelse term footprintarian en dus samengesteld met voetprint (een
hybride samenstelling van voetafdruk en footprint)
en het laatste deel van vegetariër, waarmee gewoonlijk namen van
personen worden gevormd die een bepaald type voedsel gebruiken. Nu kun je
ecologische voetafdrukken (of klimaat- dan wel koolstofvoetafdrukken) niet
eten, dus vanuit dat perspectief is voetprintariër wel een
vreemd woord. Dat het een vreemd woord is, blijkt ook uit het feit dat je bij
het lezen van voetprintariër wellicht even de neiging hebt het
op te vatten als de naam van een soort ariër (een
Indo-Europeaan). Deze mogelijke verwarring is een faalfactor voor voetprintariër,
maar geen garantie dat dit (inadequate) woord weer snel zal verdwijnen”. Als
definitie gebruikt de taalbank “iemand die een dieet volgt waarmee hij een zo
klein mogelijke ecologische voetafdruk nalaat”.
Kees Aarts gaat
verder in zijn invulling van het door hem gekozen begrip “voetprintariër”.
Uiteraard vertrekt hij ook van het idee van de afdruk die een individu of een
groep van individuen nalaat. Hij kent ook uitdrukkelijk een (streef)doel toe
aan een voetprintariër, die WIL zijn voetafdruk verkleinen. Een voetprintariër
combineert kennis met een overtuiging en een levensattitude. Een voetprintariër
verbiedt niemand iets, begrijpt dat niet iedereen altijd kan bijdragen aan een
oplossing voor het milieuprobleem, kijkt naar alle onderdelen van leven,
handelen, kopen en activiteiten, maakt afwegingen rondom wat wel en niet past
binnen de doelstellingen. “Kortom: de voetprintariër geeft op een positieve
manier uitleg aan keuzes die mensen maken”. Een beschrijving van een levensattitude
die niet iedereen gegeven is. Gevolg, enkel een beperkt aantal mensen kan
voetprintariër worden. En wellicht was en is dat juist niet de bedoeling.
Het doel van het
boek is mensen motiveren, prikkelen tot engagement. Als je begrijpt en beseft
dat de planeet naar de verdoemenis gaat, doe dan iets, sta recht en handel. En
kom niet af met bedenkingen dat je eigen bijdragen niet opwegen, dat … begin
bij jezelf, verander vandaag. En zoals Greta
Thunberg het zo dikwijls zei “no one is too small to make
difference”.
Kees Aarts handelt, hij is een echte entrepreneur. Hij richtte
het bedrijf Protix op. Protix kweekt duurzame grondstoffen voor veevoer en
vleesvervangers. Miljoenen vliegen zetten voedingsresten (industrieel) om in
eetbare eiwitten. Het bedrijf begon in Nederland en plant nieuwe
“vliegenkwekerijen” elders in Europa en Noord-Amerika.
Het boek heeft iets apostolisch, sta op en bekeer. En als je
dan rechtstaat, stopt Kees Aarts je nog een stapel debatfiches in je tas. Een
behoorlijk deel van het boek laat zich lezen als een stapel losse, maar telkens
uitgebreide steekkaarten voor een publiek of een politiek debat. Locatie en
vorm zijn daarvoor niet relevant, dus het kan gaan om een formele locatie zoals
een cultuurtempel, een radiostudio of een tooggesprek in het lokale café. Een
voorbeeld, het “gemeengoeddilemma”. Een mooie term om The Tragedy of the
commons” van Hardin te duiden. Hij stipt Hardin aan en geeft twee concrete
voorbeelden. Daarna schrijft hij aan wat hij van een voetprintariër verwacht,
nl. kennis van het gemeengoeddilemma, besef dat systemen maxima kennen en dat
het in elkaar stuikt als je over dat maximum gaat. Bovendien verwacht de auteur
dat een voetprintariër als basisprincipe openstaat voor overleg en informatie
en die gebruikt voor het kiezen van de marsroute. Wellicht pijnlijk voor Kees
Aarts maar niet zo veel mensen voldoen aan die eisen. En dat is nog maar voor
één onderdeel. Het tekstblok dat hier aan vooraf gaat, behandelt “co2 eenvoudig
uitgelegd” en het volgende is “wetenschap en meningen”. Bij boeken is het een
voordeel dat er een inhoudelijke relatie is tussen de tekstblokken die elkaar
opvolgen, en die ontbreekt. Jammer.
Het leukste deel is “voetafdruk in je dagelijkse leven”. Hij
start met je LGI (Lichaam Gezelligheid Index), een goede carrière, je relatie
uit het slop trekken, je huis, je eetpatroon, je vervoer, je vakantie, je
spullen, je werk en je kunst. Het is leuk, maar het is ook een allegaartje.
Aarts houdt je een spiegel voor en, belangrijk, stelt je regelmatig gerust dat
je niet ‘tot het gaatje’ moet gaan.
Het is geen boek met een spanningsboog zoals een thriller
waarbij je naar het eind gezogen wordt. Het bevat vele losse stukjes, bijna los
van elkaar, en lijkt soms wat op een weinig geordende gedachtecollectie. Telkens
neemt hij één gedachte, bijvoorbeeld Tragedy of the commons, verwijst
tussendoor héél kort naar de (wetenschappelijke) achtergrond, legt het
bevattelijk uit, regelmatig met een voorbeeld, maakt keuzes en vertelt ze.
Allemaal mooi, maar als boek (soms) erg vrijblijvend. Kortom, positief, oprecht,
handelt, begint zelf, gaat niets uit de weg, maar soms wat vrijblijvend en de
samenhang kan beter.