donderdag 26 november 2020

De slimste vogelgids junior

 



De slimste vogelgids junior, Jan Rodts

 

In de inleiding vertelt Jan Rodts hoe hij als achtjarige snaak de natuur in trok en schetsen maakte. Een degelijke vogelgids ontbrak, en dat vindt hij jammer, vandaar dat hij schrijft “had ik maar een  vogelgids”. Er had beter gestaan, “had ik maar deze vogeldgids”.

Alweer een vogelgids. In 2019 lanceerde Houtekiet een vogelgids van Jan Rodts met een uitdagende titel, “de slimste”. Moet je durven. Rodts gaat er prat op dat je in zijn gids alle vogels van BelgiĆ« en Nederland vindt. Is hij daarom de slimste? Nee, hij hanteert een andere indeling. Vele gidsen beschrijven vogels per land (bv. vogels van Nieuw-Zeeland), per biotoop (watervogels), gedrag (zangvogels, roofvogels, …) of verwantschap (meeuwen, …). Jan Rodts gebruikt de grootte van de vogel. Intussen is de vijfde druk verschenen en werden meer dan 15 000 exemplaren verkocht.

Vooral de foto’s met aanwijsstreepjes zijn handig. Vogelaars hebben immers/gelukkig een jargon met zeer nauwgezette omschrijvingen van ‘vogelonderdelen’, die niet voor elke leek helder zijn. Voorbeelden? Bandering, mantel, wangvlek, vleugelstreep, snorstreep, baardstreep, mondstreep, oogmasker, teugel, kinvlek, baret, handpenprojectie, … In de gids worden ze telkens zeer nauwgezet aangeduid op de foto. Zalig.

In het begin is het even wennen. Een lengtemaat is voor velen moeilijk te schatten, vogels vliegen niet met een liniaal rond, en de foto’s van kleine en grote vogels zijn even groot afgedrukt in de gids. Daarom worden de vogels in vijf groepen opgedeeld. Via een icoontje kan je zien hoe de vogel zich verhoudt ten opzichte van de kleinste en de grootste vogel van de groep.

De tekst is uiteraard afgestemd op de tekst van het de vogelgids die Jan Rodts vorig jaar publiceerde, maar is toegankelijker. Hier zijn 90 van de 192 daarin vermelde soorten geselecteerd. Op de tijdsbalk staat informatie over de aanwezigheid in ons land, de periode dat het nest gebouwd wordt, eieren gelegd worden, en de jongen uitgevlogen zijn. De tekst werd ingekort en qua taal afgestemd op de doelgroep. Ook enkele rubrieken, zoals de namen in andere talen en de beschermingsstatus, zijn niet opgenomen. Tussendoor vertelt hij ook voor die vogel kenmerkend gedrag en met welke andere vogels je die ene vogel kan verwarren. Soms staat er ook iets over het geluid/de zang. Over de eieren lees je, en dat is aangenaam, niets. Op die manier worden kinderen niet gestimuleerd om op zoek te gaan naar het nest en de vogels op het nest te storen.

 

http://www.houtekiet.be/boeken/p/detail/de-slimste-vogelgids-junior

http://www.houtekiet.be/boeken/p/detail/de-slimste-vogelgids