Van plek naar gedeelde wij~k, stadsontwikkeling in dialoog met haar diverse bewoners, Greet De Brauwere, Tine Vanthuyne, An Lescrauwaet & Jolijn De Haene
Wat opvalt, is het woord “wij~k”. In het woord “wijk”
gebruiken de auteurs een speciaal leesteken, de tilde. Meestal wordt het boven
een letter aangebracht, maar onder meer in de natuurwetenschappen wordt het als
zelfstandig symbool gebruikt. De auteurs willen de aandacht vragen én een
speciale betekenis geven aan “wij~k”. Pagina 7 staat: “wij~k” gaat over samenleven, over ‘wij als
wijk’. Dat een woonwijk aandacht verdient, is niet nieuw in de ruimtelijke
planning.
Het boek richt zich tot wie aan de slag wil in een wijk in
verandering. Het biedt handvatten om de leefbaarheid in een woonwijk te
verbeteren. De auteurs gebruiken vier invalshoeken: het concrete verhaal van
hun eigen proces in de Gentse wijk Rabot-Blaisantvest, theoretische kaders,
methodieken om concreet aan de slag te gaan en inspirerende praktijkervaring
vanuit andere projecten op andere plaatsen, uiteraard in dezelfde periode. Aangenaam is dat het boek grotendeels inzoomt
op het derde deel, de methodieken. Het deel is héél concreet. Het biedt
inspiratie aan anderen om op andere plaatsen een gelijkaardig proces op te
zetten. Het boek wil de leefbaarheid in de stad verhogen. Het straalt een
positieve aanpak uit. Samen op pad, verbinding zoeken en het geheel verbeteren.
Je leest een uitgebreid verslag van een proces met tips. Het
doel is helder: het verhogen van de leefbaarheid. Je doet dat met mensen niet
met stenen, plannen en procedures. Praten helpt en samen wandelen werkt
verbindend. Soms wordt het zo concreet dat het lijkt op een draaiboek voor de
organisatie van een info-avond (meebrengen van magneten, maken deelnemerslijst,
vlaggetje voor elke deelnemer, …). Dat een uitgeverij als Garant zich toelegt
op wetenschappelijke uitgaven is bekend. Garant richt zich ook op het brede
publiek, maar deze info is wel zeer concreet.
Het boek is het verslag van één concreet project. Wellicht
weten alle Gentenaars waar de wijk Rabot-Blaisantvest ligt, maar een kaart met
de situering van de wijk in Gent ontbreekt. Op hoofdlijn zijn er twee zaken die
een ruimere toelichting verdienen, nl. de wetenschappelijke context en de
beleidscontext. Vanuit de wetenschappelijke context had ik verwacht dat er
eerst werd uitgelegd wat leefbaarheid is, hoe dit gemeten wordt, hoe de
leefbaarheid in Gent is per wijk, waarom de Rabot-Blaisantvestwijk gekozen
wordt enzoverder. Ten tweede, nergens wordt ingezoomd op beleidskeuzen,
intenties, perspectieven. Je vindt geen ruimtelijke plannen maar wel
praatkaarten, je vindt geen bestuurlijke beslissingen noch uitgestippelde
juridische procedures maar wel gedeelde ervaringen. Uitgerekend voor Gent is
dat toch merkwaardig. Stadsvernieuwing speelt er al lang, gaande van de vele
discussies over het Patershol, het tijdschrift “wijken of wonen” van de jaren
tachtig (vorige eeuw !), met onder andere Filip Watteeuw en Marc Heughebaert in
de redactie (beiden nog actief in Gent), de studies van de groep van
bestuurskundige Filip de Rynck (bijvoorbeeld, burgerparticipatie in Vlaamse
steden, naar een innoverend participatiebeleid, De Rynck, F. en Dezeure, K.),
de activiteiten van het Lab van Troje (zie bij voorbeeld het cahier “Leefstraat”),
…
Het boek telt 167 pagina’s. In het boek vind je vele foto’s
en illustraties. De pagina’s werden niet volgepropt met tekst, de vormgeving is
speels. Inhoud en vorm zijn goed op elkaar afgestemd. De vier invalshoeken
kregen een eigen kleuraccent. Het boek is erg concreet en biedt inderdaad vele
handvatten om zelf aan de slag te gaan. Achteraan werd een wandelboek
toegevoegd voor de wijk Rabot-Blaisantvest. Om het boek beter te begrijpen, is
kennis over en betrokkenheid met Gent een onbetwistbaar voordeel.
http://www.maklu.be/MakluEnGarant/BookDetails.aspx?id=9789044137521