Smaakvol, duurzaam koken met lekkers van dichtbij, Elise Van
de Poele
Het boek “smaakvol” is een kookboek. Zoals het hoort, vind
je dus recepten. De recepten werden opgedeeld per seizoen. Het boek start met de
herfstrecepten, gevolgd door winter, lente en zomer. Voor elk recept vind je
een foto, een tekst met de te volgen werkwijze, de lijst met ingrediënten en de
bereidingstijd. Meestal staat er ook een korte tekst met een appreciatie of een
tip. En welke recepten vind je? Pasta met bloemkool, kalkoenstoofpotje,
linzengehaktballetjes, walnotenfrangipane met peren, homemade fishsticks, feesthummus van witte bonen, vegan optie van
de minestrone, volledige kip met venkel en appelwijn, … Niet twijfelen, ook
frieten, mayonaise, hoeveboter, zout, … komen aan bod.
De subtitel “duurzaam koken met lekkers van dichtbij” wordt
uitgelegd. Het uitgangspunt voor de keuze van de recepten is eenvoudig. De
auteur kiest voor de smaak, en dus de kwaliteit. Ze kiest voor recepten waarin
vlees, vis en zuivel niet langer de hoofdrol spelen. Ze zijn de smaakmakers.
Het is dus geen kookboek voor vegetariërs noch veganisten. Ze kiest ook voor
lokaal beschikbare ingrediënten. Ze kiest bewust. Wat je niet in het boek
vindt, is de wetenschappelijke en/of cijfermatig onderbouwde keuzes. Ze noemt
haar keuze een middenweg, gebaseerd op gezond verstand. Ze stelt zich de vraag
of je alle smaakpatronen die we sinds grootmoeders tijd kennen op korte tijd
door iedereen moeten worden vervangen. Ze pleit voor kleine haalbare
wijzigingen en vooral lokaal gekocht voedsel. Wijzigingen die iedereen haalbaar
zijn, opdat iedereen zijn eigen voetafdruk kan verkleinen.
Het is een kookboek en telt 217 pagina’s. De
maatschappelijke boodschap is beknopt en duidelijk. Al maar goed, want een
kookboek koop je voor de recepten. Vele recepten vragen een behoorlijke
bereidingstijd. En verder vind je vele mooie foto’s van de gerechten, aangevuld
met landschappelijke foto’s, foto’s van kinderen, en beknopte gedachten.
Voordeel is dat je (bijna ?) alle ingrediënten in je tuin (of de tuin van je
buurman), in de kleinhandel om de hoek of in een lokale supermarkt vindt. Geen
gedoe dus met een zoektocht op het
internet of een lange speurtocht in een stad naar gespecialiseerde winkels. Jammer
genoeg heb ik nog niet alles geproefd, want het oogt zo verleidelijk.