Sepp Holzer
Een geboren verteller, die graag onderneemt, daarna kijkt
en overdenkt, en tot slot zijn handelingen
aanpast aan de werking van de natuur.
En wat oudere kerel, rond gezicht, hoed, op de voorgrond
tussen een schijnbare chaos van bloemen, groenten en struiken, een krop sla in
de ene hand, en een (gloednieuwe) mestvork in de andere, kijkend in de lens.
Een pose. Holzer wordt naar voor
geschoven als de founding father van de permacultuur, of beter, hij schuift
zichzelf naar voor.
Holzer kreeg vroeger
in Oostenrijk de naam “boerenrebel”. Waarom? Hij dacht zelf na en zocht
verklaringen, stelde vast dat in de traditionele landbouwtechnieken er vanalles
fout liep en vertelde openhartig hoe de vork aan de steel zit. Hommeles is dan
gegarandeerd. Als je echter kijkt met
welke snelheid bepaalde regio’s in Europa vandaag omschakelen van traditionele
landbouw naar biolandbouw, dan zou hij minder snel zo’n term verdienen.
Holzer vertelt uitbundig. Bovendien heeft hij niet
stilgezeten als kind, hij ondernam. Hij plantte zelf bomen, hij verplantte
kruiden, hij werkte in de tuin, hielp bij het bereiden van het eten, … Zoals
alle kinderen stal hij met zijn ogen, maar opmerkelijk, hij onthield het zeer precies. Bij alles wat
hij deed, keek hij telkens nauwlettend
naar de gevolgen van menselijke handelingen, en indien nodig, corrigeerde hij,
op basis van hoe de natuur werkt. Dat is alles. Zijn principes zijn gebaseerd
op de werking van de natuur, die hanteert bij het bebouwen van het land. Zijn
emotie is de kracht van zijn verhaal, zijn vertelkunde maakt het boeiend.
Voor wie op zoek is naar nieuwe theorieën, is dit boek niet
geschikt. En toch wordt dit boek, en de
permacultuur, terecht, ruimschoots
gewaardeerd. Zijn aanpak wordt best geïllustreerd met een voorbeeld, zoals
fruitbomen. Traditioneel een voorbeeld van zorgvuldige selectie, planten met
wortelbescherming en steunpaal,
vakkundig snoeien, nauwgezet maaien, bestrijden van ongedierte en
kankers, bemesten, … Pas afgestudeerd startte Holzer op dezelfde wijze bij
enkele klanten. Reeds na één jaar liep het op diverse plaatsen slecht af, en
hij reageerde onmiddellijk. Geen groot gat, geen kunstmest, omheen de boom
mulch leggen en enkele stenen (verzwaren van de wortelkluit, condenswater, en
habitat voor bodemdieren), bodemverbeterende planten zaaien in de onmiddellijke
nabijheid van de boom. Niet snoeien zorgt er voor dat de takken hun veerkracht
behouden, en onder hun eigen gewicht uit elkaar gaan hangen, waardoor het
zonlicht tot diep in de boom kan doordringen. En tot slot voegt hij er aan toe dat hij spijt heeft dat hij
niet eerder op grotere hoogte boven de zeespiegel fruitbomen heeft aangeplant. Ze
groeien trager, en vooral bloeien later, maar zorgen voor bv. kersen in de late
zomer of vroege herfst. Leuk als spreiding doorheen het jaar, maar vooral voegt
hij er fijntjes aan toe dat de prijzen dan veel beter zijn. Opmerkelijk is de
aandacht die hij besteed aan het enten: cruciaal voor fruitbomen, en hij doet
het nauwgezet, uitvoeriger en met heldere tekeningen.
Het boek bevat zes hoofdstukken. In ‘landschapsarchitectuur’
behandelt hij de inrichting van zijn tuin en velden, bijna naadloos overlopend in
een groot natuurgebied. Boeiend, want hij beschikt over een stevige oppervlakte
(meer dan 50 ha), én een mooie helling, én een natuurgebied. Gevolg, bijna alle
Vlamingen kunnen zijn principes nauwgezet volgen, hem bijna perfect imiteren is
wellicht voor bijna niemand mogelijk in Vlaanderen. Daarna gaat hij in alternatieve
landbouwmethoden, fruitlandschappen , het kweken van paddenstoelen (ook een
idee waar Gunter Pauli graag mee uitpakt; link bespreking blauwe economie). In
het deel over tuinen vertelt hij naar hartenlust over zijn ervaringen als kind,
gaat in uitvoerig in op een aantal kruiden en hun voordelen, en voegt nog een
aantal recepten toe. In het hoofdstuk “projecten” belicht hij enkele projecten
van welstellende klanten. Holzers aanpak is vergelijkbaar met wat Pedro Parra
doet voor de grootste wijnmakers. Ook hij reist de wereld rond en adviseert, en
ook hij maakt het schijnaar onmogelijke mogelijk, louter door zeer goed te
analyseren, te kijken en na te denken. Zijn Clos de Fous (de naam is een bewuste
keuze !) in Chili illustreert dit; welke bodem, welke ondergrond, hoe is het
reliëf, de windrichtingen, het klimaat, de topografie, de neerslag, de
druivensoort, de kloon, welke oriëntatie voor de planten, … En beiden slagen.
Opmerkelijk voorbeeld van Holzer is dat hij zijn principes ook met succes
toepast op de zure veengrond van een Schots heidelandschap. Een sterk staaltje
!