The Botanic
Garden of Brussels (1826-1912): Reflections of a Changing Nation
D. Diagre-Vanderpelen
Een collectorsitem met
authentieke prenten om je vingertoppen over te laten glijden.
Even helder zijn, het boek behandelt DE plantentuin, ronduit
uniek. Gelegen in de (langgerekte) schaduw van het atomium, met zijn fabuleuze
serrecomplex als publiekstrekker. Je vindt er meer dan 18.000 plantensoorten. Het
oorspronkelijke gebouw op de originele site wordt veelal “Bota” genoemd, het koosnaampje
voor het culturele centrum van de Franstalige gemeenschap, het sierlijke gebouw
met tuin, centraal in Brussel, net aan de rand van de vijfhoek. Argeloze
toeristen worden er, misleid door een taxichauffeur, gedropt, stadskuieraars
vinden verpozing in de tuin, journalisten ervaren het als een heerlijk plekje
voor interviews, en gedreven cultuurzoekers vinden er dans, theater, concerten,
… De Nationale Plantentuin vond inmiddels onderdak in Meise.
Vrijdag 7 december 2012 vergaderden de ministerraad van de
Vlaamse en de Franse gemeenschap samen in Namen. Hét opvallendste besluit was
zonder twijfel dat de plantentuin van Meise wordt toevertrouwd aan Vlaanderen.
Het was al eens afgesproken, in 2001, en opgenomen in de Lambertmontakkoorden,
maar het was wachten op uitvoering. Belangrijkste hinderpaal was het taalkader
van het personeel, belangrijkste resultaat is dat er een gesprekspartner is. Iedereen
wenst uiteraard dat de waardevolle en beroemde collectie intact blijft, maar
inspanningen zijn vereist. Vooral de lamentabele toestand van sommige serres is
zorgwekkend.
Wellicht hing het akkoord al een poos ‘in de lucht’, want
bij het begin van de herfst pakte de Nationale Plantentuin uit met “er groeit
iets in Meise”. Niet enkel qua tijdstip een doordenker. Er werd een boek
voorgesteld over de historiek, eerst in het Engels, inmiddels volgde een versie
in het Frans. Een Nederlandstalige uitgave is niet voorzien.
Denis Diagre-Vanderpelen werkt als onderzoeker en archivaris
bij de Nationale Plantentuin van België. Zes jaar geleden behaalde hij een
doctoraat met een historisch onderzoek over de Nationale Plantentuin, op de
originele site, hartje Brussel. De titel is deels misleidend. In de titel werd
uitdrukkelijk 1912 vermeld, in het boek werd een deel toegevoegd over de
historiek na 1912. De Nationale Plantentuin heeft een uitstekend archief, waar
kon worden uit geput.
De Nationale Plantentuin startte als droom van de sociale
elite van de negentiende eeuw en bevatte drie elementen: grote serre, mooie
tuin en exotische planten. Napoleon was nog maar net buiten, en er werd
gestart, kort voor de onafhankelijkheid van België. Leuk aan het boek is zonder
twijfel de aandacht voor de context, hoe zit de maatschappij in elkaar en welke
invloed heeft dit op de Nationale Plantentuin. De tekst heeft een intense
aandacht voor detail, zonder het globale beeld uit het oog te verliezen. Vergis
je niet, er staat héél veel informatie in het boek. Opvallend is dat het harken
naar geld en het zoeken naar zekerheden de hele geschiedenis hebben gespeeld.
Iets vertellen over een Belgisch kroonjuweel (inmiddels toevertrouwd aan
Vlaanderen), gesteund door vorst, staat en bourgeoisie, zonder een uitstap naar
Congo, is niet mogelijk, zeker niet als planten het object zijn.
Als je van vluggertjes houdt, biedt het boek een rijke
collectie van prenten, gaande van orchideeën, plannen, plantenverzamelaars,
namenlijsten, portretten, een plantencatalogus, plantenlijsten van
verzamelaars, ingehuurd door de Belgische staat, een uittreksel uit de kaart
van Vandermaelen (1844) met de Zenne als kronkelende, open rivier doorheen
Brussel, … Om te illustreren hoe mooi zo’n prenten zijn, vooral als ze
origineel zijn, werd op de cover (zowel voor- als achterzijde) een prent
gebruikt met een bruine vlek op. Lef van de uitgever, en sporadisch
vertwijfeling bij de lezer.
https://shopbotanicgarden.be/The-botanic-garden-of-Brussels-(1826-1912)-p-31-c-21_50.html#fp