dinsdag 1 februari 2022

Denkers van vandaag, voor de wereld van morgen

Alicja Gescinska




 

“Met het Einstein Instituut in Berlijn probeert Neiman precies dat te doen: het werk van intellectuelen relevant maken voor de maatschappij. Denken, écht denken, is een daad van betrokkenheid. Dat belichaamt ook Neiman met haar boeken en artikels, stuk voor stuk relevant voor onze tijd en onze samenleving”. Met deze zinnen sluit Alicja Gescinska haar tekst over het gesprek met Susan Neiman af. De zinnen vertellen ook de kern van het boek, waarom Gescinska het gemaakt heeft. “Binnenintellectuelen” zijn aan haar niet besteed, intellect maak je best maatschappelijk relevant.

Gescinska opent haar boek met een pleidooi voor dialogen, liefst levend en verwijst dadelijk naar Plato. Ze dialogeert uitgebreid met 12 mensen. Soms zijn het gesprekken van enkele uren, soms enkele dagen. De neerslag is steeds een gesprek in interviewvorm van een vijftiental pagina’s. Gescinska neemt je op sleeptouw door haar opleiding(en) en mensen die stenen hebben verlegd in haar denken, die haar inspireerden en vooral die een uitgesproken en onderbouwde mening hebben.  Het resultaat is een waaier van diverse mensen, divers in beroep, afkomst en mening. Eén element hebben ze allen, ze zijn erg gedreven. De meesten hebben al wat jaren op de teller (65 +). Ze praatte niet enkel met filosofen, maar ook met schrijvers en met een musicus (Philippe Herreweghe).

Elk gesprek is veel meer dan uitgetikte versie van een oppervlakkige babbel over de laatste faits divers. Bij Scruton volgde ze les, Temelkuran ontmoette ze op literaire festivals of debatavonden, jaarlijks neemt ze deel aan de reünieconferentie van de Princeton University van de onderzoeksgroep van Robert P. George, en ga zo maar door. Al haar gesprekspartners hebben enkele boeken (ééntje CD’s) gepubliceerd, uitgebreid gestudeerd en nog belangrijker, nemen standpunten in. Die standpunten zijn de start van de gesprekken. Telkens geeft ze het gevoel dat je mee aan tafel (nu en dan de PC voor een zoom-interview) zit, bv. als ze met Scruton praat over zijn glas wijn, ze trekt naar Wenen, Utrecht, Berlijn, …, je belandt in landhuizen, appartementen en  een kloostertuin.

De meeste gesprekken verschenen eerder in een kortere versie in Newsweek België, enkele werden toegevoegd. Zoals het een goed auteur past, kiest ze voor een mooie tekstopbouw, met een inleiding en een slot. Telkens legt haar teksten mooi neer, meestal met een anekdote die illustreert wat ze o zo belangrijk vindt en hoe het haar eigen leven beïnvloed heeft. Ze heeft al haar interviews zeer goed voorbereid, kent zelf zeer goed de inhoudelijke en maatschappelijke achtergrond, en zorgt telkens voor de vertaalslag door mensen te prikkelen om hun ideeën toe te passen op de concrete omgeving/realiteit. Denkers leggen haarfijn uit hoe Obama, Trump en Boris Johnson denken, wat er scheelde aan het nazisme, waarom cultuur en geschiedenis belangrijk zijn in je leven … Het resultaat is geen hoogdravend, abstract filosofisch werk, wel een boek dat ingaat op tal van actuele maatschappelijke spanningsvelden zoals de brexit, de algemene ziekteverzekering in Amerika, de strijd voor vrouwenrechten, populisme, cynisme in de politiek, en ga zo maar door. En tussendoor lees je inderdaad over Foucault, Deleuze, de Beauvoir, Irigaray, Hegel, Marx, Spinoza, en Descartes. Voordeel voor de lezer is dat Gescinska al denkwerk voor jou heeft uitgevoerd en het resultaat bundelt in een teksten van een halfuurtje lezen. Als ze Geert Mak laat zeggen dat we bij verkiezingen niet meer kiezen als burger (maatschappelijke voordelen) maar als individu (persoonlijke voordelen) blijft de boodschap van Gescinska hangen, hoewel ze formeel niet zelf het standpunt inneemt. Het illustreert vooral hoe weloverwogen haar selectie van personen is met wie ze spreekt. Gescinska maakt het de lezer makkelijk, zij heeft al het zoek- en denkwerk gedaan. Enkel lezen resteert.