Maart betekent lente. De eerste gewassen mogen de grond in en de bomen krijgen kleur. Een goed moment om de opgeklopte kloof tussen landbouw en milieu weer te dichten? Vier duurzame landbouwboeken brengen voedselproductie en natuurbehoud samen.
John Seymour, De gulheid van het land, leven in harmonie met de natuur (Oevers, 2023)
Op de voorpagina van het boek pronkt John Seymour met een
wijnetiket van zijn eigen wijn. Hij produceerde die op zijn eigen terrein, na veel
trial and error, maar vooral met veel ondernemingszin en goesting, genietend
van wat het land hem biedt. De oorspronkelijke uitgave, The Fat of the Land,
dateert van 1961. In 2023 verscheen een Nederlandse vertaling met als titel De
Gulheid van het land. In de jaren vijftig trokken journalist John en
pottenbakker Sally naar een afgelegen hutje, stichtten er een gezin en bouwden
een boerenbedrijf uit zonder enige kennis vooraf, boordevol energie en
enthousiasme. Binnen de kortste keren werd een zelfvoorzienend bedrijf uit de
grond gestampt, voorzien van een koe, enkele varkens, een paard, ganzen,
eenden, kippen, voederbieten, aardappelen, granen en groenten. Uiteraard
volgden ook fruit en druiven en werd ook wijn gemaakt. Hun huis stond open voor
velen, waardoor voorraden soms als sneeuw voor de zon smolten.
Het is een Brits verhaal, met dus ook Britse humor, met veel
vallen en telkens weer opstaan, met bijvoorbeeld uitweidingen over
inmaaktechnieken, aardperen telen opdat de varkens spitten overbodig maken, of
de verschillende wijzen waarop een varken moet worden geslacht. Uiteraard zijn
tal van inzichten over landbouw, natuur en milieu gewijzigd, de passie gelukkig
niet. Het is een no-nonsense verhaal, geen gladgestreken idylle, maar ook en
vooral een verhaal dat uitschreeuwt dat, hoe moeilijk het soms ook moge zijn,
het leven meer is dan louter overleven. Voortdurend spuit hij opmerkingen over
bijvoorbeeld loonslavernij, maar ook dat hij zelf geen slaaf wil zijn van
mesthoop en modderveld, over kapitaal, over de maatschappelijke organisatie,
over comfort, … en vooral over hoe fier hij is over wat ze samen hebben
opgebouwd.
John Seymour heeft velen geïnspireerd. In Vlaanderen heb je
zo Boer Peter, die een kantoorjob verliet en een kleinschalige
varkensbioboerderij startte. Het boek is wel wat breedvoerig met behoorlijk wat
herhalingen. En toch, knippen zou jammer zijn geweest, want het meandert zo
mooi over het land. ‘Gulheid’, wat een mooi woord.
https://www.uitgeverijoevers.nl/p/john-seymour-de-gulheid-van-het-land/
Louis De Jaeger, We
eten ons dood: hoe we met onze landbouw de wereld kunnen redden (Houtekiet,
2021)
‘Een queeste’ is zonder twijfel het meest gebezigde woord in
het boek van Louis De Jaeger; zelfbewustzijn is hem niet vreemd. Een queeste is
een zoektocht, meestal een levenstaak; in dit geval een taak die hij zichzelf
heeft toebedeeld. 18 worden, de wereld ligt aan je voeten, je nabije omgeving
verwacht dat je gaat studeren, en dan vertel je op een familiefeest doodleuk
dat je een jaar met je lief naar de VS trekt. Je bent begeesterd door voedsel
en vraagt je voortdurend af waarom het zo moeilijk is om iedereen toegang te
bieden tot hoogwaardig voedsel.
Je doorkruist het land, praat en bevraagt voortdurend
iedereen waarvan je denkt dat zij/hij kan bijdragen tot een zinvol antwoord,
van boeren tot kooplieden en professoren. Na een jaar beland je in
Zuid-Frankrijk, je zoekt en probeert, en uiteindelijk beland je weer in België.
En terwijl je blijft zoeken, verkondig je boodschappen. Hij praat met Marjolein
Visser (professor agro-ecologie), Piet Vanthemsche (Boerenbond), drinkt een
biertje met Kate Raworth en gaat in gesprek met Vandana Shiva. Het illustreert
de kracht van Louis De Jaeger: niemand laat hem op de stoep staan en bovenal,
vooroordelen zijn aan hem niet besteed. Hij blijft zoeken. Hij wil met open
vizier iedereen beluisteren en met iedereen in gesprek gaan. Leuk is dan ook
dat bij mensen die zijn visie niet uitdragen, zoals een pesticidenproducent,
hij sakkert als hij niet exact kan duiden wat er onjuist is in het betoog van
de gesprekspartner.
Hij verkiest agroforestry, voedselbossen, permacultuur,
initiatiefnemers en bezielers. Juist omdat het een queeste is, is hij gevoelig
voor mensen die hem een meer filosofische kijk bieden, zoals Kurt Sannen van
het Bolhuis. De grond van de zaak? Een goede bodem is het begin van alles, we
moeten samenwerken, met elkaar en vooral met de natuur, en mozaïeklandbouw is
de weg vooruit. De lijst met geïnterviewden is ronduit indrukwekkend, het
verhaal openhartig en vooral authentiek.
https://www.houtekiet.be/nl/louis-de-jaeger
Joël Broekaert, De wereldgeschiedenis in twaalf bonen (Atlas
Contact, 2023)
Is het juist en volledig? Werd al het bronnenmateriaal
nauwgezet gecontroleerd, liefst tweemaal? Werd de tekst voorgelegd aan een
extern team van experten? Allemaal irrelevante vragen als je een boeiend
haardvuurverhaal vertelt, want dat is de kern van het boek van Joël Broekaert,
geloofwaardige verhalen vertellen. Hij legt de lat hoog, de geschiedenis van de
wereld vertellen. Zijn verhalenkapstok zijn bonen. De invalshoek is niet nieuw,
Sally Coulthard vertelde een kleine geschiedenis van de wereld in een boek van
iets meer dan 300 pagina’s en gebruikte daarvoor schapen als verhaalkapstok.
Joël Broekaert vertelt alles op iets meer dan 100 pagina’s aan de hand van
bonen, of toch bijna.
Het leukste aan het boek is zonder meer de toonaard. Het is
laconiek, speels, soms wat uitdagend. Aangenaam om lezen als je onderuit in je
zetel bent gezakt, of inderdaad een haardvuurverhaal beluistert. Hij neemt je
mee naar de Vruchtbare Sikkel, vertelt over het Pythagorische (tuin)bonenverbod
en legt met plezier uit wat een ‘patatje oorlog’ — een frietje met mayonaise en
satésaus, al of niet met gesnipperde rauwe uitjes — is en hoe het ontstond.
Daarvoor belandt hij bij de pinda en de aardnoot, de Verenigde Oostindische
Compagnie, het platbranden van plantages, het malen van pinda’s, Chinese
restaurants, om dan in het volgende hoofdstuk te belanden bij de koffieboon en
de slavenhandel, koffiehuizen, seks, natuurwetten en de Verlichting. Verhalende
anekdotiek, wippend op een springveer, hinkstapspringend in tijd en ruimte,
zoiets is het ongeveer.
De wereldgeschiedenis leent er zich ook toe, want cultuur is
nooit statisch en je merkt dat doorheen de geschiedenis voortdurend culturele
toe-eigening plaatsvindt. Als voorbeeld vertelt hij over hummus en de strijd
tussen Syriërs, Libanezen en Israëliërs. Bovenal zijn het aangename
haardvuurverhalen, én hij geeft tussendoor ook een stevige boodschap mee. Want
er zijn nu eenmaal zaken waren we niet om heen kunnen, een boon haalt stikstof
uit de lucht, is dus een uitstekende bodemverbeteraar en onmisbare schakel in
alle systemen van wisselteelten en heeft een enorm aanpassingsvermogen. Omdat
arme mensen geen geld hebben voor vlees, is het hun eiwitbron bij uitstek.
Volgens Broekaert formuleerde Umberto Eco dit schitterend: “bonen hebben de
wereld gered”.
https://www.atlascontact.nl/boek/de-wereldgeschiedenis-in-twaalf-bonen/
Meino Smit, Naar een
duurzame landbouw in 2040, een nieuw perspectief (Nearchus, 2022)
“Het is eigenlijk verbazingwekkend dat de boeren niet in
opstand komen tegen de agro-industrie, de banken, de eigen belangenorganisaties
en de industriële landbouw … Eigenlijk demonstreren de boeren tegen hun eigen
belang, zonder dat ze dat beseffen … Je kunt niet zeggen dat een boer minder
koeien moet houden en tegelijkertijd zeggen dat Schiphol nog mag groeien.” Drie
letterlijke citaten uit het boek van Meino Smit, een boek dat niet gisteren
verscheen, maar twee jaar geleden (voorjaar 2022). Het boek formuleert een
visie op basis van cijfers, cijfers en nog eens cijfers. Vooral energie houdt
hem bezig.
Meino Smit is een wetenschapper met een onderbouwde mening.
Hij is ingenieur, behaalde een PhD en is momenteel boer. Hij analyseert en
zoekt het mechanisme, schept orde en maakt vakjes, bedeelt elke situatie aan
een vakje toe, en becijfert. Op die manier schept hij een systeem met vele
schakelaars en kan hij makkelijk becijferen wat er verandert als je aan een
bepaalde schakelaar omslaat. Zijn redeneringen zijn meedogenloos juist, hij is
trefzeker als een wereldkampioen vogelpik. Hij kiest ook steeds voor een
volledig beeld, dus lasten die je afwentelt op een ander (in tijd of ruimte)
brengt hij steeds aan je voeten terug. Denk hierbij aan de import van soja, de
productie van een tractor elders, van meststoffen, en zo meer. Wat hem echter
het meest boeit, is energie. Hoeveel energie stop je in een systeem en hoeveel
haal je er uit? Of je die energie er nu in stopt met menselijke arbeid,
dierenarbeid of een machine, is niet relevant. Het belangrijkste begrip is de
EROEI, de Energy Return On Energy Investment.
Zijn visie op de landbouw 2040 vertrekt vanuit die twee
gedachten: breng alles in beeld, ook de maatschappelijke kosten, en kijk naar
wat je er in steekt en wat je er uit haalt. Je leest dan ook dingen als
kapitaal vervangen door arbeid, beperken van transport, focus op het voeden van
de eigen bevolking, zet de grootschalige in- en uitvoer stop. Een ontnuchterend
boek.
https://nearchus.nl/nieuws/duurzame-landbouw
De tekst verscheen op de site van BBL op 25 maart 2024
https://www.bondbeterleefmilieu.be/artikel/vier-duurzame-boerenboeken