vrijdag 6 oktober 2017

Het zwarte goud wordt groen

Het zwarte goud wordt groen, energie na piekolie en Fukushima





Johan Braem

 

Johan Braem heeft jaren stapels documenten van overheden maar vooral van alle grote mondiale energiespelers uitgevlooid. Hij heeft de cijfers geschikt, herschikt, en berekeningen toegevoegd. Hij heeft analyses gemaakt en een verhaal neergeschreven.

Het boek ademt de sfeer uit van een rapport. Het is zakelijk qua inhoud en nuchter qua stijl, ook bij de voorspellingen. De schaal is mondiaal. De kracht van het boek is de ontsluiting van een berg cijfers in een toegankelijk verhaal. Eerst gaat hij in op het wereldwijde energieverbruik, daarna behandelt hij de belangrijkste energiebronnen apart (olie, aardgas, steenkool kernenergie, windenergie, zonne-energie, andere energiebronnen, elektriciteit). Voor de bespreking reikt hij een enorme hoeveelheid cijfers en grafieken aan. Zijn boek bevat 67 figuren en 33 tabellen. Daarna volgt het besluit. Hij rondt het geheel af met een doorlichting van 26 belangrijke energiebedrijven, zoals bijvoorbeeld BP, Gazprom, Lukoil en ENI. Telkens geeft hij een reeks vergelijkbare cijfers en een beknopte bespreking.

We moeten zuiniger zijn met ons energieverbruik. Het is gewoon een kwestie van tijd alvorens de toenemende vraag naar energie de besparing door zuinigere gebruikers zal overstemmen. De echte oplossing is dat elektriciteit gebruikt wordt als enige energiedrager (transport en verwarming). Voor de productie van elektriciteit worden zo weinig mogelijk fossiele brandstoffen gebruikt.   Hernieuwbare energie vraagt zo’n gigantische investeringen dat ze zeker ontoereikend zullen zijn voor het bereiken van gewenste elektriciteitsproductie.

Gevolg is dat de hulp van kernenergie en fossiele brandstoffen nodig zal blijven. Een verhoging van de aardgasproductie kan alvast de CO2-uitstoot doen dalen, zeker indien er minder steenkool zal worden gebruikt. Maar, net China en de USA beschikken over grote voorraden steenkool. Bovendien zijn steenkoolinstallaties niet zo makkelijk te wijzigen en is steenkool relatief goedkoop. De druk om steenkool minder te gebruiken kan dus enkel vanuit milieuhoek worden verwacht. Kernenergie kampt onder meer met de beperkte beschikbaarheid van uranium. De kernramp in Fukushima leidt weliswaar tot een aantal sterke beslissingen, maar, Tsjernobyl leert dat dit slijt. Hydro-elektriciteit is geografisch beperkt, windenergie is overal inzetbaar, maar heeft een onstabiele productie, net als zonne-energie. Bovendien, megazonneparken creëren een nieuwe geografische afhankelijkheid.

De cijfers gebruikt hij om mechanismen bloot te leggen en tendensen te duiden. Op die manier kan het boek makkelijk worden gebruikt als naslagwerk (voorkomt dat je zelf al die rapporten moet doorworstelen), én als toetssteen voor fragmentaire berichten. Zijn evaluaties zijn pragmatisch en strak logisch. Hij gaat er van uit dat de maatschappij geld verkiest boven milieu. Hij zegt regelmatig waar het op staat, en spreekt bv. over besluitloze klimaatconferenties, duidt alternatieve energie als “te duur”, noemt subsidies een bedrieglijke vorm van hulp,  stelt dat het toekomstige olieverbruik flink onderschat wordt (vooral van China !), stelt luidop vragen over de formele oliereserves, … Nu en dan maakt hij verwijzingen naar het verleden, bv. bij het aandeel van de diverse brandstoffen in het totale verbruik wijst hij op de terugkeer naar het verleden als het aandeel biobrandstoffen toeneemt, door bij elektrische auto’s de batterijverhuurplaatsen te vergelijken met postkoetswissels, …  Telkens hoedt hij zich voor emotie, en legt zich toe op feiten.

 “The facts, nothing but the facts”.

Juni 2012, geredacteerd

Niet meer beschikbaar bij de uitgever

https://lib.ugent.be/nl/catalog/rug01:001670452?i=17&q=%22Braem+%22&type=other-manuscript-article-audio-book