De mens als god
Mark Lynas
De mens als God, en Mark Lynas
als messias? Een befaamd auteur maakt duidelijke keuzen, en strijdt met open
vizier voor het overleven van de wereld. Hij heeft een weinig gebruikelijke
kijk op de mondiale milieuproblematiek. Zijn invalshoek is een uitdaging, zeker
als je van hersengymastiek houdt.
In 2008 publiceerde Mark Lynas
met zijn “Zes graden” het volgens de Royal Society in Engeland beste wetenschapsboek
van dat jaar. Zes graden slaat op een voorspelling van de (vermoedelijke)
stijging van de aardtemperatuur door de klimaatopwarming. Door velen werd voortdurend
gezegd dat men de opwarming kon beperken tot twee graden, maar, na de
klimaattop van Durban is dat een scenario dat weinigen nog haalbaar achten.
Lynas gaat echter bewust vele stappen verder. Hij is zonder discussie
invloedrijk en schrijft 'baanbrekend populair'. In het boek vertelt hij wat de
gevolgen zijn van de aardopwarming, graad per graad.
Omdat mensen volgens Lynas te weinig beseffen hoeveel er op het spel staat, wilde hij met het boek twee elementen aan de discussie toevoegen. Ten eerste wilde hij onderstrepen hoe groot het belang van de biodiversiteit is en hoe deze bedreigd wordt door de klimaatopwarming. Ten tweede wilde hij de klimaatopwarming in een breder geologisch perspectief plaatsen.
Omdat mensen volgens Lynas te weinig beseffen hoeveel er op het spel staat, wilde hij met het boek twee elementen aan de discussie toevoegen. Ten eerste wilde hij onderstrepen hoe groot het belang van de biodiversiteit is en hoe deze bedreigd wordt door de klimaatopwarming. Ten tweede wilde hij de klimaatopwarming in een breder geologisch perspectief plaatsen.
In 2011 publiceerde hij een
boek met als titel “de mens als God, hoe de aarde het Antropoceen kan
doorstaan”. De keuze voor de titel was voor hem eenvoudig. “We zijn
ontstellend, fenomenaal onwetend. Alsof God blind en doofstom is, zo blunderen
we maar door, zonder kennelijk enig besef of begrip van onze vermogens.” Juist
daarom stelt Lynas dat de natuur ons niet meer in de hand kan houden en dus moeten
we het zelf doen.
Een opmerkelijk boek, en
vooral, intellectueel een uitdagend boek. Het boek is deels het relaas van de
eerste wetenschappelijke workshop over planetaire grenzen, georganiseerd in het
kader van het Tällberg Forum in Zweden. Verder heeft hij continu kunnen putten
uit de Radcliffe Science Library. Lynas was uitgenodigd om samen met een groep
wetenschappers in besloten kring te discussiëren over het begrip ‘planetaire
grenzen’, een term die werd bedacht door Johan Rockström, directeur van het
Stockholm Resilience Centre. De wetenschappers, volgens Lynas allemaal
wereldwijd erkende experts, wilden bepalen welke delen van het systeem aarde
het meest beïnvloed worden door de mens en wat op die onderdelen de daarbij
behorende limieten van de menselijke activiteit zouden zijn. Bedoeling was om
de ruimte af te bakenen in het systeem aarde waarbinnen de mens veilig kan
opereren en zich tot in het oneindige kan ontplooien in welke richting hij maar
wil.
Lynas maakte de afspraak met
de wetenschappers dat hij, als schrijver en milieuactivist, moest doen wat de
wetenschappers niet konden, namelijk de wetenschappelijke kennis bekendmaken
aan het grote publiek. Juist daarom hadden de wetenschappers hem uitgenodigd.
Lynas vindt, net als de wetenschappers,
dat op korte tot middellange termijn de ecologische limieten geen beperkingen
hoeven te zijn voor de numerieke groei van de soort “mens”, noch voor de
economische activiteiten. Zoals de expertengroep schreef: ”zolang de drempels
niet worden overschreden, heeft de mensheid de vrijheid om sociale en
economische ontwikkeling op lange termijn na te streven”. De wereldwijde
beschaving kan onbeperkt blijven bloeien binnen de ‘veilige bewegingsruimte”
die de planetaire grenzen stellen.
De mensheid heeft drie van de
negen planetaire grenzen, biodiversiteit, klimaat en stikstof, overschreden. De
eerdere overschrijding van een vierde grens, de ozonlaag, werd succesvol
hersteld. Het overschrijden van de verzuringsgrens, de landgebruiksgrens en de
zoetwatergrens zijn (nog steeds) te vermijden. Lynas hoopt dat we de grenzen
kunnen eerbiedigen en dat we voor de drie eerste grenzen kunnen terugkeren naar
de veiligheidszone. De andere twee planetaire grenzen zijn de gifgrens en de
aerosolgrens.
Lynas heeft een eigen mening,
onderbouwt ze, maakt ze bekend, vecht er voor, probeert ze te realiseren, en
spaart niemand in zijn strijd voor zijn gelijk. Bovendien doet hij dit
ongecompliceerd en helder. Tekstblokken zoals “ik vind dat” komen veelvuldig
voor. Ongegeneerd stelt hij bv. “ik vind vaak dat rechtse mensen die waarheid
het best onder woorden brengen. Matt Ridley, de ‘rationele optimist’ zoals hij
zichzelf noemt, …”. Voordeel is dat Lynas geen gevoelige onderwerpen uit de weg
gaat en duidelijke uitspraken doet over geboortebeperking (hij vindt dit niet
relevant, je moet uitgaan van de planetaire grenzen). Soms kan hij écht niet
verbergen dat hij zichzelf hoog inschat.
Hij zet zijn vaardigheden in
als schrijver, en werkt deeltijds als adviseur voor Mohamed Nasheed, president
van de Malediven, een land dat niet enkel intens bedreigd is door
klimaatverandering, maar ook opmerkelijke maatregelen neemt, én er mee in beeld
loopt. Op die manier belandde hij, ongepland, in het heetst van de politieke
strijd in Kopenhagen, in het ultieme slotoverleg van een twintigtal politieke
wereldleiders. De volledige top zat aan tafel, behalve de Chinese president. De
hooggeplaatste ambtenaar had als enig doel een concreet akkoord voorkomen. Hij
slaagde vakkundig in zijn opzet. Lynas wijdt enkele pagina’s aan dit overleg,
en hoewel hij niet exact zegt hoe de gesprekken liepen, duidt hij precies de
posities, de standpunten en de beslissingen.
Opmerkelijk in het boek is
zijn relatie met de milieubeweging. Voortdurend goochelt hij met cijfers, en
relaties tussen gebeurtenissen, maar, zijn relatie met de milieubeweging (de
groenen, milieuactivisten, klimaatactivisten) is intens emotioneel, meestal
negatief. Lynas verhult niet dat hij een
tiental jaar geleden ook deelnam aan de strijd tegen genetisch gemodifieerde
planten, een strijd die hij nu (onderbouwd) veroordeelt. En hij is tegen de
nacht van de duisternis, tegen het lager zetten van de thermostaat (en
DikkeTruienDag), en vóór kernenergie, in evenwicht met andere energievormen die
geen koolstofuitstoot veroorzaken. Over Fukoshima praat hij in termen van
“overdreven berichtgeving”, “irrationele kijk op”, …
Ronduit een merkwaardig boek.
De auteur stelt dat het gaat over science, maar, de beslotenheid van het
overleg neigt naar scientology, de inhoud naar sciencefiction. Immers, toch
niet elke wetenschapper sluit zich op? Toch niet elke wetenschapper staat dagelijks
in de krant? Dat een groep wetenschappers van het kaliber van Johan Rockström
hun kennis niet weten te vermarkten en daarom bij Lynas moeten aankloppen, is
merkwaardig. Of waren er misschien nog andere auteurs betrokken in dit proces?
Daarover wordt in dit boek met geen woord gerept. Bovendien engageren de
wetenschappers een schrijver die doodleuk in het boek schrijft dat hij het niet
begreep, tot hij, tijdens het douchen, in een flits het idee vatte.
Merkwaardig. Een schrijver die van zichzelf zegt dat hij milieuactivist is,
maar erg inhakt op kernenergietegenstanders, en de ramp van Fukushima gebruikt
om zijn keuze te bevestigen en te verstevigen. Merkwaardig. Een groep
wetenschappers die bewust kiest voor een schrijver die het vooraf niet begrijpt.
Merkwaardig. Een groep (milieu) wetenschappers die kiest voor een fanatiek
verdediger van kernenergie. Merkwaardig.
Maar, aan de andere zijde, boeiend
om eenzelfde probleem (mondiale milieuproblemen) op een andere manier te zien
doorlichten. Lynas start dus niet vanuit de milieuproblemen zoals bv. teveel
auto’s, teveel energiegebruik, … Hij
negeert de druk op het milieu als uitgangspunt en stelt dat de Club van Rome
het niet bij het rechte eind had. Hij vertrekt dus niet met het drieluik
“onttrekking, toevoeging en wijziging van structuur”, gelinkt aan ruimte en
schaal. Ook gaat hij niet uit van de idee dat een milieuprobleem gekenmerkt
wordt door een afwentelingsmechanisme in ruimte en/of tijd, met kernenergie als
frappantste voorbeeld. Eén van de vragen is of Lynas invalshoek wel volledig
is? Uitgaand van zijn idee zijn er maar negen grenzen. Maar, wat als je een
tiende overschrijdt, net diegene waar hij geen rekening mee houdt? En de
relaties tussen de grenzen? En de impact van …
Het is aangenaam om zien en
lezen hoe strijdvaardig hij is (“doemprofeten kunnen overtuigend zijn, maar hun
raad leidt tot waanhoop”), maar, zeggen anderen niet “kennis helpt”? En,
vooral, volledigheid kan behulpzaam zijn. Lynas predikt dat we dom zijn, maar
weet hij alles? Weet hij voldoende? Waar haalt hij die zekerheid? Waarom zijn
wij dom en Lynas niet? Domme vraag?
De mens als god, hoe de aarde
het Antropoceen kan doorstaan, M. Lynas, isbn 978 1 57687 560 5, 2011,
uitgeverij Jan van Arkel, Utrecht, 299 p.
https://www.epo.be/nl/milieu-ecologie/126-De-mens-als-god-9789062245109.html
januari 2012, aangepast september 2019