De schoolvakantie begint, het weer zindert en klotst in alle richtingen. Autokaravanen trekken zuidwaarts, treingangpaden worden versperd door uitpuilende rugzakken, fietskettingen worden gesmeerd, leuk ogende terrassen hebben altijd net één plaats vrij en zwembaden ogen verleidelijker dan ooit, net als immer gevulde drinkglazen. Maar welk boek leggen we in de ligzetel? Onze recensent blikt terug op vijf boeken van het afgelopen jaar die écht een plaatsje in je reiskoffer verdienen. Met een stevige homp emo als kompas trekken we naar Italië, Oekraïne, Afrika en Lapland. Ook voor de thuisblijvers hebben we een tip.
Stefan Hertmans, Dius
Een boek over vriendschap tussen twee mannen, een doener en
een denker, wat jonger en wat ouder, handelend en afwachtend, initiërend en
overwegend, en ga zo maar door. De universitaire doctor blikt terug op zijn
kronkelige en onvoorspelbare levensloop. Stefan Hertmans heeft zich intens in
het onderwerp verdiept, met als resultaat een écht Hertmans-boek: uitbundig en
breedvoerig in de vele gedetailleerde beschrijvingen, nu eens inzake kunst,
zowel beeld als muziek, om dan weer over te schakelen op stapels rake
beschrijvingen van karakters en hun driften. Op de achtergrond blijft,
weliswaar, het gevoel schemeren dat Hertmans graag, liefst vanop een podium,
zijn voortreffelijke kennis etaleert. Et alors?
Om het op papier te krijgen, koos Hertmans ervoor zich een
lange poos in stilte op te sluiten. Dergelijke rituelen laten steevast hun
sporen na in het geschrevene; trek maar eens naar Monieux, een dorpje in de
buurt van de Mont Ventoux, kijk over de vallei heen en lees ter plaatse de
openingsscène uit zijn eerdere roman, De Bekeerlinge. Ondanks zijn isolement,
kleurt diezelfde liefde voor natuur en landschap ook Dius – goed voor vele
avonden leesplezier.
https://www.debezigebij.nl/boek/dius/
Gaea Schoeters, Trofee
Vele vakantiegangers zoeken op voorhand een lijstje met
hoogtepunten van een bestemming. Eens ter plaatse, hoeven ze deze slechts
puntje per puntje af te vinken en huiswaarts te keren. Op naar de volgende.
Schoeters’ roman mag gelezen worden als een morbide knipoog naar dergelijke
lijstjes. Jagers in Afrika gebruiken al heel lang de uitdrukking ‘the big
five’, met name de leeuw, het luipaard, de Afrikaanse buffel, de neushoorn en
de olifant. Deze lijst verzamelt geen te bewonderen of te koesteren dieren; nee,
je moet ze doden. Of je daarmee een beter mens wordt, is niet duidelijk.
Merkwaardig genoeg kijkt de lokale bevolking niet op die manier naar de dieren;
dat is voorbehouden aan vooral mannelijke en welgestelde westerlingen.
Inmiddels is het ritueel om deze dieren te doden, geëvolueerd naar een verhaal
van vergunningen waarvan de prijs, gelukkig, fors oploopt. Het merendeel van
deze sommen komt helaas niet bij de lokale bevolking terecht.
Gaea Schoeters neemt de lezer mee naar Afrika in de
voetsporen van een, in zijn ogen, succesvolle jager. Schoeters schiet met
scherp, regelmatig vlijmscherp, zowel op de hoofdlijn als in de vele details.
De jager, ‘Hunter White’ (tja), heeft bij aanvang al vier van de vijf hokjes
afgekruist. Enkel de neushoorn ontbreekt nog. De jacht wordt georganiseerd,
komt moeizaam op gang en mislukt vervolgens. White ervaart in diverse korte
gesprekken hoe de lokale bevolking anders naar hem kijkt dan hij denkt, en, nog
veel ruimer, dat ze heel anders in het leven staan dan hij. De mislukking
knaagt en leidt hem tot een lastig ethisch dilemma. Wat volgt, is een
aangrijpend, spannend, ongemakkelijk en vooral beklemmend verhaal.
https://www.singeluitgeverijen.nl/querido/boek/trofee/
Tommy Wieringa, Konvooi, reizen naar een land in oorlog
“Op foto’s van Maslak is te zien dat voor het transport van
de boten naar de rivier (de Dnjepr, nvdr) onze auto’s zijn gebruikt”. ‘No one is too small to make a
difference’, zou Greta Thunberg schrijven.
Tommy Wieringa reisde met een aantal kompanen naar Oekraïne om
diverse materialen te bezorgen. Het is een pakkend en persoonlijk relaas, met
veel aandacht voor de complexe gelaagdheid van de werkelijkheid. Beide zijden
kampen met een acute nood aan militair materieel; zelfs militaire musea werden
leeggehaald, wapentuig afgestoft en opgeknapt, en opnieuw in gebruik genomen.
Wieringa rijdt doorheen het land, kijkt en schrijft, niet over Russen en
Oekraïners, maar over Tataren, Kozakken, Joden, Nederlanders, Duitsers, Polen,
Armeniërs, … Hij stapt met hen terug in de tijd, vooral de Eerste en Tweede
Wereldoorlogen tegemoet, en blikt dan vooruit.
Hij houdt halt aan de geboorteplaats van de schrijver Joseph
Roth en laat zijn gedachten dwalen naar Kundera, Rousseau en Montesquieu, en
vele andere schrijvers. Hij schenkt aandacht aan kleine details die in het
leven het verschil kunnen maken, gaande van vodkadistilleerders tot kerkhoven.
Zijn bezoek aan een kliniek met vooral mannen zonder ledematen, en de
martelverhalen die dit oplevert, zijn indringend. Hij probeert de denkwijze van
het Russische volk te vatten, dat “... sinds mensenheugenis wordt ingeprent dat
de vijand overal is, dat de ziel van de natie met alle macht verdedigd moet
worden tegen het perfide Westen, tegen zijn consumptie en corruptie. Het
nationale curriculum is gedrenkt in vijanddenken en geloof in de heilige
volmaaktheid van het vaderland. Het vaderland, niets dan het vaderland
…principieel handelt het imperium naar zijn grondwet van angst en wreedheid,
die het schaamteloos etaleert”.
Maar bovenal is en blijft Tommy Wieringa een uitstekend
schrijver. Je leest over regensluiers die over de weg vegen, brokkelige asfalt,
bomen die zich steeds dieper over ons heen buigen … Wat blijft, is de taal van
verwoesting. Volgens berekeningen zou de laatste mijn in Oekraïne over 757 jaar
geruimd worden.
https://www.debezigebij.nl/boek/konvooi/
Lara Taveirne, Wolf
“Wolf, de jongen die op achttienjarige leeftijd naar Lapland
trok om onder het noorderlicht te sterven”: het is de droge beschrijving, van
een sober feit, die Lara Taveirne de lezer meegeeft. Maar het boek is veel
meer: het beschrijft het rouwproces (het verdriet en de oneindige ellende) en
het woekerende schuldgevoel van Lara Taveirne en haar omgeving, mooi geschikt,
intens, doorleefd en openhartig. Tussendoor lees je stapels details, ouders die
geen kerstboom meer zetten of een moeder die elke avond naar het kerkhof wil om
een deken te brengen naar haar overleden zoon. Taveirne beschrijft in het boek
wat velen voelen bij intens verlies maar niet onder woorden kunnen (of willen)
brengen. Ze beschrijft het ‘doodnormale’. Wat erg opvalt in het boek is dat het
niet enkel Wolf is die erg op zoek is: ook Lara zoekt en stelt zich soms erg
kwetsbaar op. Opvallend detail: de uitgever koos voor het boek een vorm die erg
lijkt op een Moleskineschrift – het type schrift dat Wolf gebruikte als
dagboek.
Maar laat je niet misleiden: dit is geen boekje om in één
keer uit te lezen. Ook de auteur moest haar schrijfproces een poos stopzetten
en opnieuw aanvatten. Het is emotioneel intens. Lara Taveirne spreekt over een
‘ontwapenende oprechtheid’ als ze fragmenten uit Wolfs dagboek aanhaalt.
Taveirne beschrijft haar emoties en ook die van anderen, aangevuld met
fragmenten uit het dagboek en stukjes van brieven die haar vader naar de
afwezige Wolf stuurde, een vader die de drang om te schrijven aan enkele van
zijn kinderen doorgaf. Op de begrafenis beloofde ze om Wolfs dromen waar te
maken, namelijk schrijver worden. Lara Taveirne schrijft schitterend, de
bezieling spat er van af. Het is een beklijvend boek. “Er was het verdriet om
jouw verlies en er was het verdriet om alles wat we erna bleven
verliezen”.
https://uitgeverijprometheus.nl/boeken/wolf-gebonden/
Rolf Falter, Het verdeelde land, België 1830 – 2025
De auteur, Rolf Falter, heeft een vader uit Duitstalig
België en een moeder uit het Leuvense. Ze ontmoetten elkaar in een bedrijf waar
Frans de voertaal was. Taal was, en is nog steeds, cruciaal in Falters leven,
en des te meer in zijn boek. Het is de rode draad van het boek en Falter is
goed geplaatst om over taal te denken en te schrijven. Falter beheerst alle
nuances van het Nederlands en is in diverse werksituaties actief geweest waar
hij telkens het belang van taal beleefde: als journalist, kabinettard, Europees
ambtenaar, docent en onderzoeker. Bovendien heeft hij geleerd om anderen
zorgvuldig te beluisteren en nauwgezet teksten te lezen. Taal biedt hem de
mogelijkheid om vanuit verschillende invalshoeken naar diezelfde werkelijkheid
te kijken.
Met de bagage van de historicus brengt hij het ontstaan van
België in beeld, neemt ons mee langs de invoering van het meervoudige
stemrecht, de ‘vernederlandsing’ van de universiteiten, de eerste erkenning van
het Nederlands als verplichte taal in Vlaanderen, de taalgrens, de
Voerencarrousel, het Egmontdispuut, Zwarte zondag, Brussel-Halle-Vilvoorde, …
Taal is zowel de verbindende als de verdelende wasdraad voor België.
Reizigers uit België stuiten in elk verafgelegen land op
iets merkwaardigs: niemand begrijpt de complexiteit van België. Waarom vechten
we dat niet even uit, dan is het gedaan met ‘al die zever’. Falter biedt de
lezer een beeld van het geheel, op de hoofdlijn chronologisch opgebouwd,
geordend op basis van inhoud, en geschreven met een journalistieke inslag. In
zijn naschrift verwijst hij naar de duizenden pagina’s ‘Parlementaire
Handelingen’; boeken die je niet leest, maar raadpleegt. “Ze vormen de
spitstechnologie van het logisch redeneren,” een techniek die Falter als geen
ander beheerst. Regelmatig biedt hij de lezer het gevoel een historische roman
te lezen, maar het blijft “dé werkelijkheid, niets anders dan de
werkelijkheid”. Wellicht wat stevig voor je hangmat, maar wil je je verliezen
in de geschiedenis van België, kan je niet om dit boek heen.
https://www.lannoo.be/nl/het-verdeelde-land
Deze tekst verscheen op de site van BBL op 1 juli 2025
https://www.bondbeterleefmilieu.be/artikel/vijf-vakantieboeken-voor-heinde-en-ver