Ben Hoare
Met zo’n titel kan je natuurlijk niet anders dan een dik
boek maken. Het is ook groot (ongeveer A4), heeft een stevige kaft, een
leeslint en de bladranden zijn verguld. Op de voor-en achterzijde staan veel
tekeningen. Kortom, het boek oogt schijnbaar oubollig, maar vooral
indrukwekkend. Als je als peuter zo’n boek krijgt, dan zijn er, in het beeld
van de peuter, op de hele wereld maar twee mensen met een écht dik boek waar
álles in staat. De Sint heeft het andere.
Het is een “doorgroei-encyclopedie”. Je start met het boek
als voorleesboek en later kan elk kind er makkelijk zelf in dwalen en lezen, de
ontdekking van de natuur vanuit de huiskamer. Als voorleesboek vertel je
dagelijks enkele weetjes over de natuur. Naast de weetjes staat het boek
boordevol tekeningen en foto’s, meestal écht grote plaatjes.
Naast planten en dieren vind je informatie over het
microscopische leven en over stenen en mineralen. De inhoud is erg
uiteenlopend. Bij de planten vind je bijvoorbeeld de paardenbloem en de
klaproos (intrigerende kleur), maar ook de zonnedauw (lokaal, minder frequent voorkomend),
de gomboom en de palm (daar moet je voor op reis). Bij de dieren vind je een
chimpansee, maar ook een wombat en een platworm. Je kan enkel verwonderd zijn
over de eindeloze variatie in de natuur.
Leuk vanaf vier. Als doorgroeiboek kan het rustig mee tot in
de puberjaren.
https://www.lannoo.be/nl/het-dikke-boek-van-onze-bijzondere-natuur
De tekst verscheen op de site van BBL op 21 januari 2021.
https://www.bondbeterleefmilieu.be/artikel/7-natuurboeken-voor-kleine-en-minder-kleine-kinderen