Marieke Lucas Rijneveld
Eén van de meest merkwaardige interviews van de afgelopen 20
jaar met een Belgisch politicus was met Karel De Gucht. Na alweer een zoveelste
regeringscrisis zag een journalist hem ergens in de verte, holde er naar toe en
vroeg hem, uithijgend: “Mijnheer De Gucht, gelooft u nog in een oplossing? Er
volgde een droog antwoord: “geloof begint waar de ratio stopt”. Een dorp, een
gemeenschap, een gezin van vier kinderen, bedolven onder een stolp, torsend het
mentale juk van het geloof. Reformisten. Wekelijks bezoeken een groep oudjes de
ouders van elk gezin, bevragen en onderzoeken hen, en kijken nauwkeurig alle
riemgespen na. Indien nodig worden ze wat aangesjord. Het gezin vecht om te
overleven.
De oudste zoon belandt in een wak tijdens een schaatswedstrijd,
een emotionele splinterbom voor het gezin. Elk individu lijdt, en de familie
knarst, wrikt, schuurt, … Een vader die elke vaardigheid ontbeert om over
emoties te praten, een moeder die dichtslaat en kinderen die zoeken, hopeloos,
net alsof ook zij zich onder een ijslaag bevinden en nergens een wak vinden.
Bij hun ouders botsen ze op een muur van stilte, opgetrokken als harnas om hun
eigen leed achter te verstoppen. De ouders verblinden zichzelf omdat ze hun
eigen emoties niet kunnen plaatsen en verliezen hun kinderen uit het oog.
Bovendien, ze hebben geen enkele vaardigheid om met zo’n probleem om te gaan.
De ontoereikendheid van het geloof.
“Ongemak” is een understatement van jewelste. Het is een
beklemmende roman, die, net als Mijn
lieve gunsteling aantrekt omwille van de taal en de beschrijvingen, de
uitwerking van de psyche, maar afstoot omwille van de inhoud. Patricia De
Martelaere was hierover helder: “verdriet en verlangen, dat is de mens ten
voeten uit”. Marieke Lucas Rijneveld is
een taalvirtuoos die als geen ander er in slaagt om vanuit eenvoudige
dagelijkse handelingen diepere emoties te beschrijven. Als een kind met haar
vader op mollenjacht gaat, beschrijft ze eerst de duisternis in het leven van
de mol, om in één stap te belanden bij de duisternis van haar geest. Na het
lezen van het boek maakt het woord “ongemak” je pas écht ongemakkelijk.