Dorpse architectuur
AR-TUR
Nieuw in deze rubriek: een recensie van iets wat heel erg
lijkt op een boek, maar er geen is. Of toch wel? Het is een “toolbox”, een
gereedschapskoffer. Als een vakman een taak uitvoert, heeft hij/zij steevast
een grote gereedschapskoffer bij, liefst eentje op wielen. Wat maakt het meeste
indruk: een uitpuilende of een sobere gereedschapskist, netjes geordend of
veeleer een zootje ongeregeld, met herkenbare of mysterieuze instrumenten? Of
toch maar de handige buurman bellen die alles oplost? En wat met onze
architectuur en de ruimtelijke planning? Begrijpen we elkaar? Gebruiken vaklui
een éénduidige taal? Streven we gelijkaardige doelen na?
Iedereen ziet in elk Vlaams dorp huizen verdwijnen en
appartementen verschijnen. Ruim veertig jaar heeft de woningbouw in lange
slingers langs de uitvalswegen tot quasi ononderbroken woonlinten gezorgd
waarlangs dorpen bijna naadloos in elkaar overgingen. De laatste jaren
ondergaan de dorpskernen een merkwaardige metamorfose, de “appartementisering”. Gevolg is dat er discussies ontstaan over
mooi en lelijk, over verschillende functies, modern en oud, over wensen en
verlangens, over geslaagde en niet-geslaagde combinaties, over geld, over
ongelijkheid … Meestal worden ruimtelijke begrippen door elkaar gebruikt,
vervlechten discussies zich in misverstanden, verharden standpunten en
verzanden gesprekken. De ruimtelijke kwaliteit komt echter weinig aan bod.
AR-TUR is een platform voor architectuur en ruimte. Het wil
volop inzetten op actuele en relevante thema’s. AR-TUR heeft een viertal
medewerkers en publiceerde al enkele boeken. AR-TUR vindt dat elk dorp maatwerk
verdient. Sinds kort ligt er een boek, beter een toolbox, een toepasselijke
vertaling van begrippen uit de architectuur en de ruimtelijke planning. Taal
wordt beeld. De kern van het boek is samengebracht op drie pagina’s. Onder de
titel “dorpse figuren voor meervoudig wonen” staan 15 verschillende, genummerde
schetsen. Elke schets heeft een naam zoals tweelingwonen, rijmaskerade,
breedgevelflat, hofwonen, parkwonen en dwarsligger. Onder de titel “tactieken
voor dorpse architectuur” staan 25 verschillende genummerde schetsen. Ook hier
heeft elke schets een naam: zichtassen vrijlaten, doorprikken met trage wegen,
verzachten van eigendomsgrenzen, fietsinclusief ontwerpen, maat houden, daken
doen dansen en detailleren op ooghoogte.
Uitermate knap hoe enkele pagina’s schetsen in beeld brengen
hoe appartementen wel degelijk in een dorpskern kunnen worden ingepast.
Eenvoudige beelden laten een andere praktijk zien. De toolbox bevat een
inleiding, de beschrijving van het probleem (de woekerende “appartementisering”
van de dorpskernen) en de aanpak van het boek. Aandacht dus voor visie, proces,
dialoog en ga zo maar door. Een krachtige inleiding op de gereedschapskist, mét
een eenduidige beschrijving van de instrumenten. Het is dus een boek met een
toolbox.
Deel 2, ruim 200 pagina’s, behandelt concrete
situaties. Hoewel AR-TUR Kempische roots
heeft, vind je voorbeelden (een zestigtal) uit heel Vlaanderen en een tiental
projectverhalen. Honderden foto’s, toelichting en vooral een minutieus en
consequent gebruik van de begrippen. Op die manier wordt telkens het verschil
geduid in kwaliteit. De toolbox is eenvoudig te gebruiken, handig bij de
analyse, en vooral handig om potentiële verbeteringen te ontwikkelen. Het
consequent gebruik van de toolbox voorkomt dat er naast elkaar wordt gepraat.
De schets van een nieuwe woning kan weliswaar op een maagdelijk wit blad, bij
de ruimtelijke planning is context cruciaal. Hoe ga je om met een lang perceel?
Een blinde gevel? Een ongelukkige oriëntatie? Een dominante buur? Hoe stal je
je fiets veilig? Verplichte literatuur voor iedereen die wil bijdragen aan de
ruimtelijke planning, vooral aan de eigen nabije omgeving. De toolbox prijkt
ook op de site van de Vlaamse bouwmeester. De maatschappelijke discussies over
de bouwshift bieden meer dan voldoende aanknopingspunten.
Om de bouwshift te realiseren moeten de woonreservegebieden
worden geschrapt. De schrapping is vanuit maatschappelijk oogpunt een noodzaak,
maar het is ook delicaat. 77% van de
eigenaars van percelen in woonreservegebieden heeft maar één perceel (bron: zie
De Tijd 26 februari 2022, Vlaams Planbureau voor Omgeving). Eén perceel
betekent ook één kleine spaarpot. Om de bouwshift mogelijk te maken, is er één
zekerheid: er volgen nog vele moeilijke gesprekken. Inzicht kan helpen.
Trouwens, puike toolbox.
https://ar-tur.be/dossiers/boek-toolbox-dorpse-architectuur
De tekst werd gepubliceerd door BBL op 2 juni 2022
https://www.bondbeterleefmilieu.be/artikel/dorpse-architectuur-ar-tur