Johans vakantietips, deel twee. Net als vorige maand sta je even stil bij jezelf en je relatie met de natuur, en intussen krijgen taal en dus ook de taalliefhebbers veel liefde en aandacht. Maar voor de lezers met veel kilometers op de teller, is deze boekenselectie makkelijker te lezen.
Dirk Lauwaert, Zelfportret (Bebuquin, 2023)
"De sereniteit van het mededogen tegenover de passie
van de verontwaardiging. Een opruiende passie, geen contemplatieve deugd."
Dit is Dirk Lauwaert ten voeten uit. Hij gebruikt een uitermate compacte
gebalde taal; bijna elke zin is gelijktijdig een rake typering en biedt ruimte
voor invulling. Hij biedt prikkels ter overpeinzing en neemt bovendien pittige
standpunten in zoals ‘kunst leeft bij de gratie van zijn context’ – dus zijn
musea slechts een beschamende nooduitgang – of ‘kunst als steen in een vijver’,
en ga zo maar door… Scherpe standpunten innemen levert je uiteraard niet enkel
vrienden op.
Dirk Lauwaert overleed in 2013. Hij werd geveld door
hersentumor en maar schreef er eerst nog een essay over, De Niet Meer Gezonde
Man. Het boek Zelfportret bevat vijf essays, eerder verschenen in
cultuurtijdschrift De Witte Raaf. In de inleiding omschrijft Bart Meuleman dit
essay als ‘genadeloos’, omdat Dirk Lauwaert troost afwijst als vernederend. Het
essay schetst Lauwaert als feilloos analyticus, met schitterende
taalbeheersing, en indringende en erg beklemmende gedachten. Je vindt vijf
autobiografische essays over zijn grootouderlijk huis (‘Geborgenheid’), zijn
vader (‘Pijnlijke afstand’), liefde (‘Intimiteit’), zijn kleerkast (‘Vorm en
betekenis’) en tot slot zijn ziekte (‘Verwoesting’).
Wie is Dirk Lauwaert? Een artistiek puzzelaar? Een
verbinder? Een alleskunner? Een schrijvende en docerende veelvraat? Iemand die
niet gehinderd wordt door artificiële artistieke grenzen en spontaan hopt van
film over taal naar beeldhouwwerk en schilderkunst, … Vooral dat laatste valt
op: zijn brein schiet met een duizelingwekkende snelheid naar vele
uithoeken. Een bezoek aan kledingwinkel
doet tientallen filmscènes door zijn hoofd flitsen en brengt hem in enkele
lijnen naar het keizerlijke van Romy Schneider, naar Brigitte Bardot, Audrey
Hepburn en Julie Andrews om dan wat
verderop bij Rubens te belanden. Lauwaert is een gedachtenstapelaar. Hij is
steeds intens toegewijd en koestert zijn taal. Scharrel wat moed bij elkaar,
zet je geest open, begin er aan en ontdek.
https://www.bebuquin.be/boekinfo.php?isbn=9789075175950
Sara Baume, Weken maanden jaren (Koppernik/Oevers, 2023)
Iedereen kent het: iemand uit je vriendenkring verdwijnt
plotsklaps, onaangekondigd, verzwolgen door een onweerstaanbare,
allesopslorpende liefde. Je blijft met het gevoel achter alsof die van de
wereldbol gevallen is. Sara Baume vertelt een verhaal over twee mensen die
elkaar vinden en naar elkaar toegroeien. De verhalende kapstok is eenvoudig: de
tijd. Die staat stil. Wat om de geliefden heen plaatsvindt, dringt amper door.
Ze nemen het waar, ze zien, horen en ruiken het, maar het is irrelevant in hun
beleving. Ze gaan afgelegen wonen – vlakbij een berg en de zee, klinkt
aanlokkelijk – met slechts één buur, gebruiken amper een telefoon, mijden elk
sociaal contact (sommige jaren beperkt tot één, nl. de brandstofleverancier),
kopen enkel het hoogstnoodzakelijke en ontwijken alle artsen. Geleidelijk
versmelten beide individuen, net als hun honden. Sara Baume beschrijft wat er
voortdurend in hun onmiddellijke omgeving plaatsvindt, wat echt veel is: zaken
die velen amper of niet ervaren omdat ze zichzelf continu achternahollen, als
agendaslaven. Wat het verhaal nog veel sterker maakt, is Baumes grenzeloze
fantasie, schitterend taalgebruik en haar attitude ten opzichte van de natuur.
De nabijgelegen berg heeft een identiteit en kijkt voortdurend naar het koppel
en beoordeelt het. Een voorbeeld: “graslelies graaiden naar de vacht van de
honden en kronkelden om de tafelpoten ... de grond zoog het snorrende geluid
op, terwijl het zoute water het aanwakkerde tot lispelend tromgeroffel dat
eindigde in een verrassende plons ... een losgekomen stuk tin van een dak
flappert als een vleugel in de wind”.
Iedereen kent het, intens verliefd, en de buitenwereld
vervaagt. De intensiteit kan verschillen, net als het tijdstip en de wijze van
ontwaken. Voor Sara Baume is het eenvoudig: ze verandert “verliefd, verloofd,
getrouwd” gewoon in “verliefd, verliefd, verliefd”, levenslang met je lief,
genietend van de kleine dingen des levens. Meer moet dat niet zijn.
https://www.uitgeverijoevers.nl/p/sara-baume-weken-maanden-jaren/
Miek Zwamborn, Onderling, langs de kustlijn van Mull (Van
oorschot, 2023)
“Stil en voorovergebogen staart de reiger op de noordpunt
van getijdeneiland Erraid naar het staand want”. Een openingszin die kan
tellen: eenvoudig, helder, beeldscheppend en taaladorerend. En dat is nog maar
het begin. “Wat is een landschap?” is een belangrijke vraag voor Miek Zwamborn.
Ze bundelt graag kennis en ervaring. Ze dompelt zich onder in het landschap en
reikt in boekvorm informatie en emotie aan. Proza, poëzie (soms creatief
uitgesmeerd op het papier), foto’s, schetsen, brieven, kunstwerken en kaarten.
Ze wandelt, zwemt, kijkt, praat (zelden), ruikt, voelt en ondergaat. Het
resultaat is een uniek boek, waarin je haar verwondering leest. Ze geniet van
alles om haar heen, zowel van een kleur, een ei, een boom, een vergroeiing van
een tak, een weids landschapsbeeld, als een kanotocht, een herinnering aan de
verleden tijd, … Ze biedt de lezer een ongeordend mozaïek en dus ook de ruimte
om zelf de puzzelstukken te schikken en herschikken, een eindeloos spel.
Zwamborn is moeilijk in hokjes te duwen, maar het etiket
“schrijver en beeldend kunstenaar” typeren haar behoorlijk goed. Ze woont op
het Schotse eiland Mull, waarmee ze zich erg verbonden voelt, en uit dit op
vele wijzen. Ze gebruikt al haar talenten, en dat zijn er veel, om de lezer
zich in te laten leven in haar eilandgevoel. “Als een paar uur later de mist
verdwenen is, ligt de partituur waarnaar ik luisterde uitgespreid over het
strand: een notenschrift van zeewier, waarin alle akkoorden ruim staan
uitgeschreven”.
https://www.vanoorschot.nl/oorshop/onderling/
Matsuo Bashō, Verzamelde Haiku’s (Athenaeum, 2023)
Ideale vakantieliteratuur voor taalkoesteraars. Je trekt
naar het 17e-eeuwse Japan en leest haiku’s, compacte denkprikkels. Het is een
lijvig boek van 504 pagina’s, met vele wegwijzers: een lange inleiding door
expert Jos Vos, aangevuld met kaarten, een verklarende woordenlijst,
jaargetijden en kalender, spelling, maateenheden en namen. Je vindt er net geen
1000 haiku’s, uiteraard in het Nederlands, in twee Japanse spellingwijzen en
bijna altijd vergezeld van een specifieke toelichting. Verdwalen is dus niet
makkelijk.
Matsuo Bashō is een dichter en vooral bekend van zijn
haiku’s. Een haiku is een gedicht in een strakke vorm: drie regels met een
vastgelegd aantal lettergrepen, namelijk 5, 7 en weer 5. In de inleiding legt
Jos Vos ongeveer alles uit: het belang van Matsuo Bashō, de historische
context, de persoonlijkheid en de relevantie van de dichter. Geboren in 1644 op
een vijftigtal kilometer van het huidige Tokyo, werd hij al snel een meester in
zijn vak en kreeg vele leerlingen en
beschermheren. Zijn poëzie is het product van een specifieke cultuur, vandaar
de, soms uitgebreide, toelichting per haiku. Je leest dus telkens een haiku mét
context. Hij ging veel op pad en genoot van zijn natuurlijke omgeving, daarvan
getuigen regen, pruimenbloesems, een vogel, een boom, …
Om volop van Bashō te genieten, is het aan te bevelen om een
stoel te nemen, de blik op oneindig, al of niet onder een sluimerende
sterrenhemel, één haiku te lezen, je gedachten te laten freewheelen en dan te
herlezen. Bijna drie jaar plezier met één boek.
https://www.singeluitgeverijen.nl/athenaeum/boek/verzamelde-haikus/
https://www.bondbeterleefmilieu.be/artikel/vier-verdere-vakantieboeken