Toine Heijmans
In de waterhuishoudkunde heb je hoge winterdijken en lage
zomerdijken. Tussen die dijken ligt een vlakte waarlangs overtollig water kan
afvloeien, ‘uiterwaarden’ genaamd. Buitendijks speelt zich af in dergelijke
uiterwaarden. Een jonge kerel, Willem de Waal, leeft er op zijn eentje in een
tent. “Het enige dat ik wil, is in de uiterwaarden zijn. Gewoon, de lange dagen
waarin alles hetzelfde blijft en toch vernieuwt, seizoen na seizoen. De
ongelooflijke rust van de eenzaamheid.” Hij waant er zich onzichtbaar en
onafhankelijk, maar geleidelijk wordt die indruk afgegraven en komt zijn
identiteit tot wankelen. Willems verhaal laveert tussen zalige naïviteit en
oprecht gevoeligheid. Voor hem mompelen de bomen en struiken, en huilen de
schietwilgen en populieren lauwe druppels op zijn hoofd.
Heijmans, de auteur, adoreert de natuur en is kritisch voor menselijke interventies als natuurbouw en riviermanagement. Het slot is dan ook ontnuchterend voor Willem en zijn omgeving. Hij strooit met maatschappelijke bedenkingen over mensen, over historie en verlies, en over de teloorgang van natuur. “Ooit kwam de rivier tot hier, en nu ligt dat dijkje werkeloos in een ander landschap, als een drooggevallen boot, als achtergelaten tijd. Ooit volgde het zwenkend de oude oevers van de stroom die verder het land binnendrong, die deel uitmaakte van dat land, zoals ze er nu buiten wordt gehouden.” En ‘wie’ is het sterkst aan het eind van het verhaal? “Het enige wat mij overblijft is de verbeelding. Als de dijk breekt en het land verdwijnt, is er niemand die zich bekommert om mijn eenzaamheid.”
https://uitgeverijpluim.nl/buitendijks
Verschenen op de site van BBL op 3/09/2025, https://www.bondbeterleefmilieu.be/artikel/natte-nazomerboeken