September: terug naar school. Met deze natuurboeken houd je jezelf en de jonge en oudere ukjes zoet.
‘Kinderboeken zijn zalig’, lees je voortdurend. Dat klopt, maar is ook lastig kiezen voor een oudere recensent, gelouterd met levenservaring (eigen woorden!). Met het nachtelijke bezoek van Het Zandmannetje in het achterhoofd, trok onze huisrecensent Johan Van den Broek de wijde kinderwereld in, op zoek naar Klein Klein Kleuterke en De Fabeltjeskrant. Johan kwam terug met een voorleesboek, een boek voor opvoeders, een filosofieboek, enkele natuurboeken, en een boek geschreven door een tiener. ‘Wat we zelf doen, doen we beter’ is immers nog steeds het pubermotto. En gelijk hebben ze (soms?).
Misschien wisten ze alles - Toon Tellegen
Zonder twijfel hét ideale cadeau voor twee mensen die
beslissen hun leven samen verder te zetten. Waarom? Schitterende taal (voorkomt
problemen), onuitputtelijke fantasie (biedt steeds nieuwe dingen) en continue
verwondering (balsem voor de ziel). Is het een bijbel, is het een onmisbaar
naslagwerk dat velen in huis hebben maar niet noodzakelijk dagelijks hanteren?
Nee, het is beter. ‘Den dikken’ van Toon Tellegen is gewoon onmisbaar. Het is
brandstof voor de taalvaardigheid van kinderen, prikkelt hun fantasie en
stimuleert hun verwondering. Toon Tellegens verhalen worden zeer veel gebruikt
als voorleesverhalen. Voordeel, kinderen kunnen ze geleidelijk zelf lezen,
meestal krijgt ‘den dikken’ een aparte plaats in de puberkamer en soms reist
hij mee naar het studentenkot als herinnering, en een garantie dat er steeds
een uitweg is in de fantasie. Een olifant die op een touwladder naar een wolk
klimt, een zandvlieg die een olifant over de rivier slingert, een zwaan die wil
fladderen als een vlinder, en, uiteraard veel zelfgemaakte taarten en feestjes.
Tellegen heeft héél veel boeken op zijn palmares. De verhalen van de mier en de
eekhoorn zijn de meest bekende. Jaren plezier gegarandeerd.
https://www.singeluitgeverijen.nl/querido/boek/misschien-wisten-zij-alles-3/
Alle kinderen naar buiten! Het grote natuuractiviteitenboek
- Marieke Dijksman & Jasper de Ruiter
Je gaat op pad met jongeren, de tenten worden opgezet, de
kampeerplaats is klaar, en dan? Wat kan je met die jengelende bengels doen?
Even Google raadplegen? Geen ontvangst. Niets beter dan een degelijk boek.
‘Alle kinderen naar buiten’ bevat een schat aan informatie. Het helpt vooral
als je creativiteit je even in de steek laat. Belangrijker, het is een pleidooi
om te spelen, liefst in de allergrootste speeltuin: de natuur.
Wandelen op het strand en dan volgt steevast de vraag: ‘Wat
is dit?’ Om te voorkomen dat je het antwoord moet schuldig blijven, gebruik je
best één van de vele steekkaarten. Handig om te weten wat het rugschild is van
een zeekat, eikapsels van een wulk of een houtje waarin een boormossel gaatjes
heeft gemaakt. Je vindt ook een twintigtal steekkaarten over onder meer wolken,
braakballen, en pootafdrukken. Met het boek in je hand weet je niet alles, wel
(heel) veel.
Naast obligate informatie over gedragsregels, de uitrusting
van de natuuronderzoeker tot de inrichting van je schoolomgeving (een beetje
echte “educatie” is nooit ver weg) biedt het boek vooral inspiratie. Maak je
eigen katapult, bouw een vlot van paletten (steek er voldoende lege
waterflessen tussen!), fluit met fluitenkruid, maak castagnetten van eikels en
kastanjes, een tamboerijn en sambablikken, een schelpenkrans, geurzakjes, een
bloemenkroon, kerstversiering, verf dennenappels, maak een wespenvanger, kweek
vlinders, …Kortom: er is niets veranderd, tijd te kort om alle spelletjes te
spelen.
https://knnvuitgeverij.nl/artikel/alle-kinderen-naar-buiten-3.html
Zorg je mee voor de natuur? - Liesbet Slegers
Een boek voor de ukjes. Ze leven in een wereld waarin
‘waarom’ een belangrijk woord is, vroeger veelal gevolgd door ‘daarom’ of, nog
vroeger ‘omdat ik dat zeg’. Vandaag volgt er een toelichting in kindertaal.
Schijnbaar eenvoudig maar o zo lastig. Liesbet Slegers brengt woord en beeld
mooi samen en legt in kindertaal veel voor de hand liggende dingen uit.
Zonnepanelen op het dak om stroom op te wekken, behoedzaam zijn met water uit
de douche of zorgvuldig het afval sorteren. Vanzelfsprekend, maar waarom doe je
dat? Water kan opraken, net als de koekjes in een koekentrommel. Een
elektrische auto heeft geen rook, een lichtschakelaar gebruik je om het licht
te doven in je kamer en met trui extra kan de kamertemperatuur wat lager.
Etensresten breng je naar de kip met kuikens, broodresten gebruik je om
wentelteefjes te maken, best lekker. Plastic verzamel je, een hondendrol ruim
je op. Bloemen hebben graag water in de zomer, net als tomaten, en ga zo maar
door. Uiteraard leer je piepjonge kinderen hoe het afvalselectiesysteem (mooi
woord voor ukjes) werkt, er is alle tijd om geleidelijk de wat meer kritische
geest te voeden.
Gekende boodschappen, korte, eenvoudige teksten, mooi
gebundeld, vele en leuke afbeeldingen en verteld op een aangename toon.
Toen rups een vlinder werd, versjes en verhalen over
beestjes in de tuin - Bette Westera, Naomi Tieman & Djenné Fila
Een kinderboek mét een sticker op de kaft omdat het een jury
bekoorde, wordt al wat sneller bekeken. Terecht? Wie bezwijkt nu niet voor de
ontluikende schoonheid van “fladderende flinders”? Ongeëvenaard kleurenpalet,
elegant én vooral in beeld als de zon overvloedig schijnt. Onze ‘vlinderprof’
zal opmerken dat er ook nachtvlinders zijn, maar dat is voor later, als de
kinderen wat groter zijn.
Het boek bevat verhalen van en over dieren. De dieren
vertellen naar hartenlust en spreken een taal die, en dat is een opmerkelijke
vaardigheid, ook wij, de volwassenen perfect beheersen. Voor velen is die
kennis geen belemmering om ook dieren op ons bord te leggen. Het boek speelt
zoals de meeste kinderboeken in op het begrip ‘verwondering’. De stap van zo’n
vies grijsbruin wormachtig ding naar een betoverend mooi veelkleurig fladderend
beestje is hiervoor geknipt. Verder praten dieren enthousiast en ongeremd (net
als kinderen) en vertellen elkaar allerlei geheimpjes over zichzelf. Het boek
bevat naast de obligate verhalen ook korte teksten waarin taal een
spelinstrument is, vooral door rijmelarij en klanknabootsingen. De illustraties
van het boek beschrijven is een te hoog gegrepen uitdaging. Mooi, knap,
uitzonderlijk … Ze ogen vooral menselijk, het lijfje van een vlinder wordt
voorgesteld als een mens met vleugels, dus met handen en voeten en menselijk
aandoende beharing. Elders dragen beesten een hoge hoed, zwieren met een
handtas, laten vlinderdasjes (!) slingeren terwijl ze dansen, … Eén ding is
zeker, Djenné Fila (illustrator) heeft absoluut geen gebrek aan creativiteit.
Zonder meer een knap boek omwille van het gebruik van taal als spel. De
illustraties maken het verschil en geven het boek een aparte plaats in het
boekenlandschap.
https://www.singeluitgeverijen.nl/volt/boek/toen-rups-een-vlinder-werd/
Het heel grote vogelboek - Bibi Dumon Tak
De tekst op de site van Lannoo laat geen twijfel.
‘Nederlandsche Vogelen’ is het eerste standaardwerk over de avifauna van
Nederland en is een van de mooiste en duurste werken uit de geschiedenis van
onze boekdrukkunst. Dit standaardwerk van Cornelis Nozeman en Christiaan Sepp
verscheen oorspronkelijk in vijf delen tussen 1770 en 1829, inmiddels
uitverkocht en dus vooral te bewonderen in vele huiskamers.
Enkele jaren geleden trok de uitgever een veelvuldig
gelauwerd kinderauteur aan, Bibi Dumon Tak, en verscheen ’Het Heel grote
vogelboek’. Ook dit is een écht groot boek (38 X 28 cm). Wat vooral opvalt,
zijn de figuren, authentieke tekeningen van vogels, net zoals in de uitgave
voor volwassenen. De geschiedenis herleeft niet enkel, de tekst is voor
kinderen geschreven en de achterliggende informatie is, gelukkig,
geactualiseerd. De originele uitgave telt 250 vogels, dit boek 30. Beide
beginnen met de gaai en eindigen met de zwaan.
De actualisatie is noodzakelijk. In het originele werk
prijkt de grutto op de voorpagina, “een vaderlandsche vogel” (in Nederland!).
Inmiddels is het behoorlijk speuren naar grutto’s, vooral in Vlaanderen. Niet
enkel de platen zijn origineel, ook de bijschriften. Zo lezen we onder meer:
“De Fasante Haenen gedoogen in hunne naebyheid geene anderen; en zy kampen om
het wyf …”, “In schoonheid munt de Putter onder ’t klein Gevogelte …”, “Deeze
vogel draegt dien naem, omdat hy in het Roer, d.i. Riet, zyne woonstêe heeft,
…”, “Het is een der gemeenste Roof-Vogelen …”. De rode roerdomp wordt inmiddels
roerdomp genoemd, het is ongepast om te schrijven dat vogels gemeen zijn
(buizerd) en een ‘wijf’ hebben en we zijn behoedzaam met het gebruik van het
woord ‘schoonheid’. Bovendien, de automatische spellingscontrole onderlijnt
bijna de helft van de tekst. Je krijgt als lezer een stapel aangename verhalen
en weetjes. Jagers worden aangepord om geen fazantenhennen te schieten, putters
hebben hun naam te danken aan een vingerhoedje, een roerdomp boert zijn treurig
voorjaarslied door de ochtendnevel, en ‘gemeen’ betekent gewoon frequent
voorkomend. Het is gewoon een heel mooi kinderboek dat zijn plaats verdient in
de huiskamerbib, naast het dikke boek van mama en papa.
https://www.lannoo.be/nl/het-heel-grote-vogelboek
De eik was hier- Bibi Dumon Tak
Michiel Hendryckx is één van velen die gepassioneerd is door
een eik. Zijn lieveling staat in Fromeréville-les-Vallons, nabij Verdun. Als
fotograaf koestert hij de eik omwille van zijn unieke plaats in het landschap.
Er is één andere eik die ook zijn aandacht trok en wereldberoemd werd in
Nederland: de eik langs de A58 in Ulvenhout, nabij Breda. Hij staat in de
middenberm van de snelweg. Hij is het onderwerp van een kinderfilosofieboek
geschreven door Bibi Dumon Tak, een Nederland schrijfster die een hele stapel
prijzen toebedeeld werd. Op verzoek schreef ze twee jaar geleden een
filosofieboek voor kinderen.
De verhaalkapstok is een eik, de bekendste eik van
Nederland. Hij staat eenzaam langs de autosnelweg. De eik luistert, overweegt
en praat. De eik heeft contact met zijn buren, voert pittige gesprekken met de
kraai. De leidraad is de geschiedenis van de eik, gaande van een bos tot
eenzame restant, gekooid in de middenberm. De eik maakte deel uit van een
landgoed, dat zelfs even bewoond werd door koningin Wilhelmina (1945). Later
werd een snelweg aangelegd, het bos werd gekapt op één boom na, die precies in
de middenberm stond. Daarna ontstond veel gepalaver, over zijn gezondheid, de
veiligheid, het traliehekwerk, een wegverbreding, een verkiezing tot mooiste boom
in Nederland, de beslissing tot kap, uitstel. Voorlopig (proefondervindelijk
vastgesteld op 11/8/2023) staat hij er nog en roept het beeld op van ‘last man
standing’.
Wat het boek zo knap maakt, zijn de overwegingen. Bibi Dumon
Tak geeft tal van menselijke eigenschappen aan de eik, en zijn medespelers. Ze
speelt met taal (bv. eigenwijsheid en eikenwijsheid), geeft zowel de boom als
de gaai troetelnamen zoals Eikelmans, Houtekiet, Kiet, Gajes, Van Verenstein,
Verentooi en Tooi en gebruikt woorden die kinderen veelvuldig gebruiken (bv.
‘vet’). Knap aan het boek zijn de vele doordenkers, zoals “Je weet nooit hoe
lang iets duurt”, “Ik bepaal mijn eigen geschiedenis”, “Soms verlang ik naar
vroeger”, “Mensen kiezen niet voor verdriet”, “Mensen lopen altijd achter de
feiten aan”, …
https://www.singeluitgeverijen.nl/querido/boek/de-eik-was-hier/
Dagboek van een natuurjongen – Dara McAnulty
“Ik wou dat we de taal van bomen konden vertalen, hun
stemmen konden horen, hun verhalen kenden”. Eén van de vele schitterende zinnen
in ‘Dagboek van een natuurjongen’. Een puber die een boek in dagboekvorm
schrijft en publiceert is niet ongewoon. Opmerkelijk, op de cover prijkt een
lofbetuiging van Robert Macfarlane. De verwachtingen zijn dus hooggespannen,
het resultaat is verbluffend. Het verhaal start in de lente en eindigt met de
winter. Na één seizoen (lente) werd potlood en notitieboekje weggelegd, rationeel
(hopelijk!) uitvlooien van het boek maakte plaats voor exclusief genieten.
Openen met: “Dit dagboek is de kroniek van een omwenteling
in mijn wereld …” is gedurfd, zelf bewust de lat hoog leggen, en ze daarna
overtreffen. Ontroerend is de manier waarop hij zijn gevoelens onder woorden
brengt, opmerkelijk is vooral de openheid. Hij vertelt snel dat het hele gezin
(broer, zus, moeder) autistisch is, behalve zijn vader. In het boek staan tal
van openhartige beschrijvingen van zijn autisme: “Ik moet zoveel binnenhouden,
zoveel bedwingen … Ik duwde het allemaal zo ver weg als maar kon. Ontkenning.
Verwarring … De pestkoppen waren machtige jongens, populair, sportief en de
leugens rolden als diamanten van hun tong. Donkere diamanten. Bloeddiamanten.”
Hij beschouwt zichzelf als een natuurjongen en/of een jonge natuuronderzoeker. Al zijn zintuigen staan continu op scherp. Hij verkiest een wereld waarin hij niet gestoord wordt door anderen en volledig kan opgaan in de natuur. Hij wordt laaiend enthousiast als hij een visarend waarneemt of geniet met volle teugen van een wetenschappelijke zoektocht naar haviken. Bovenal is hij een taalvirtuoos, iemand die met enkele woorden emoties kan overbrengen. Hij spreekt over de fluistering van warme dagen, het aanraken van de schaduw, het inademen van de juiste details, het gonzen van hersens, het doordrenken van de lucht, het dageraadkoor, de merel die zijn dag dirigeert, en ga zo maar door.
https://www.uitgeverijbalans.nl/boeken/dagboek-van-een-natuurjongen/
Gepubliceerd op de website van BBL op 31/8/23