Een beknoptere tekst werd gepubliceerd op de site van BBL op 22/07/2021
Krznaric houdt een pleidooi voor het langetermijndenken in
een periode waarin we langer leven maar korter denken. We worden gedomineerd
door de “tirannie van het nu” schrijft hij. Een pleidooi steunt op een stevige
ratio en wordt regelmatig gevoed door emo. Hij wil hoop bieden in plaats van
optimisme.
Krznaric overspant in zijn boek de hele wereldgeschiedenis
en –toekomst. Hij speelt voortdurend met ruimte en tijd. Hij stapt bijvoorbeeld
spontaan over van terra nullius naar tempus nullis. Hij bekijkt de
wereldgeschiedenis zoekt en vindt patronen. Volgens Krznaric is dat niet
moeilijk, je moet alleen weten waar te zoeken. Als we nog duizenden generaties
willen voortbestaan en gedijen moeten we ophouden ons eigen nest te bevuilen.
De oplossing is eenvoudig. Mensen gedijen wanneer ze betekenisvolle doelen voor
de toekomst nastreven die hun leven zin en richting geven. Een goede techniek
hiervoor is het langetermijndenken. Hij legt uit hoe ons brein werkt en
beschrijft een aantal technieken om op lange termijn te denken. Ken je plaats
in de geschiedenis, denk over verschillende generaties, wees solidair met alle
generaties (voor en achter je), plan in de verre toekomst, denk aan het geheel
en geef je leven zin.
Hij biedt een moreel kompas. Hij gaat uit van het “Lange
Nu”. “Hoewel het misschien moeilijk is om ons een accurate voorstelling te
maken van de wereld van morgen en van de problemen waarvoor de mensheid zal
komen te staan, bestaat de cruciale betekenis van de in deze principes
uitgedrukte mentaliteit hierin dat we de zwijgende meerderheid van de
toekomstige generaties uitdrukkelijk betrekken bij de keuzes die wij nu, als
individu of als samenleving, maken. Dit brengt ons ertoe de belangen van de
toekomsthouders te respecteren en ervoor te zorgen dat zij rechtvaardig worden
behandeld in een wereld waar ze door de bestaande politieke instituties
grotendeels genegeerd worden.”
Hij weet waar te zoeken, selecteert en citeert graag. Hij maakt
gebruik van de kennis van anderen en valt bijvoorbeeld terug op een antropoloog,
een geoloog, een astrofysicus, een natuurkundige, een aardsysteemwetenschapper, een
(klimaat)filosoof, een astronoom, een archeoloog, een milieuhistoricus, maar
ook op schrijvers, nobelprijswinnaars, kunstenaars, …, of nog, je ontmoet
Hobbes, Locke, Rifkin, Darwin, Wangari Maathai, Kropotkin, Marx, Friedman,
Stern, Seneca, Aristoteles, Harari, Diamond, Kimberly Wade, … Krznaric is
uitermate belezen en speelt met kennis en beelden. Op één pagina schrijft hij
over het oude testament, Confusius, het boedhisme, de Vikingen en de Maori. Van
de Maori ontleent hij bijvoorbeeld het begrip “whakapapa”. Leven is iets anders
dan oud en lelijk worden, leven gaat over intergenerationele solidariteit, een
continue ketting tussen doden, levenden en ongeborenen. Hij verbindt zijn
wkapapa-verhaal onder meer met de speech van Greta Thunberg over de
intergenerationele diefstal (2018, Klimaatconferentie Katowice). Zijn standpunt
verbergt hij écht niet. Je leest over “ecologische blindheid”, “dodelijke
technologieën”, hij omschrijft de toekomstige generaties als een “machteloze en
verwaarloosde zwijgende meerderheid”, hij vindt dat financiële technieken de
toekomst koloniseren, … Gevolg is dat
het boek een journalistieke toonaard krijgt. Feiten, een onderbouwde mening en
een goed verhaal.
De boodschap ? “Misschien is er geen nobeler streven
denkbaar dan te willen schenken aan de universele vreemden van morgen, een
geschenk dat ons een plaats biedt in de grote processie van het leven, die ons
verbindt met de eerste ééncellige organismen waaruit we zijn ontstaan én met
datgenen waarin we de komende millennia zullen evolueren.”