Ben Brumagne
Het principe is eenvoudig: je laat je buurman jaar in jaar
uit van ‘s morgens tot ’ s avonds in zijn groententuin ploeteren. Jij gaat
wandelen, plukt eetbare planten, komt thuis en bereidt een échte maaltijd. In
de inleiding blijft Brumagne even stilstaan bij het hoe & waarom van het
wildplukken, de wildplukregels, een
terugblik in de tijd en een beschrijving van enkele belangrijke
plantenfamilies. Daarna volgt de hoofdmoot, een vijftigtal planten, geschikt
per maand. Voor elke plant vind je enkele foto’s, een tekening, een
beschrijving en essentiële informatie als je de plant wil eten, nl. welk deel
is eetbaar, hoe smaakt de plant, waar vind je ze en welke belangrijke stoffen
zitten in de plant. Daarna volgt een gerecht, samen goed voor een zestal
pagina’s. Leuk is dat om vergissingen te beperken voor de meeste planten ook
kort de ‘lookalikes’ beschreven worden. Wortels van paardenbloem zijn
oneetbaar, de invasieve exoot Japanse duizendknoop is lekker (een nieuwe
techniek voor de bestrijding ?) en lijkt
erg op rabarber, zevenblad en brandnetel zijn geschikt om soep van te maken op
smaak gebracht met pinksterbloem, van hondsroos maak je thee en gelei, kaasjeskruid
kan je stoven en ga zo maar door. Ben Brumagne heeft inmiddels zijn
enthousiasme laten overvloeien in een organisatie, Forest to Plate, die ook
opleidingen en workshops organiseert.