Agata Toromanoff
Wat maakt wandelen zo uniek? De eenvoud, het
gezondheidsaspect, het comfort? En waarom blijven mensen zo graag wandelen? Wat
is de meest intense verleiding? Toromanoff biedt een antwoord, een sterk
antwoord, maar wellicht niet het enige. Zij brengt twee elementen samen, nl. de
bergtop met het panoramische uitzicht en de uitzonderlijke architectuur? Zonder
twijfel versterken ze elkaar. Ontwerpen is één ding, bouwen op zo ‘n locatie
vraagt creativiteit. De tijd dat Chinese monniken stenen in manden op hun rug
meer dan 2 000 m hoog sleepten, ligt nu éénmaal achter ons.
Toromanoff biedt je 30 architecturale hutten in de bergen, behoorlijk
wat in Europa (Dolomieten, Aosta vallei, Wallis, Noorwegen, Slovenië, …) maar
ook enkele ‘iets’ verder (b.v. Torres del Paine, Chili). Zoals Robert Macfarlane
haarfijn uitlegde, ‘Hoogtekoorts’
is moeilijk te vatten, voor velen is het opzoeken van bergtoppen nu éénmaal de
ultieme verleiding. Toromanoff doet er nog een schepje bovenop, een
architecturale parel. Het boek is heel
systematisch opgebouwd met een beperkte hoeveelheid tekst en fantastische
beelden. Voor de meeste logementen wordt kort een aantal (indicatieve !) gegevens opgesomd,
o.m. de hoogte, en hoe je op die schijnbaar onbereikbare plaats geraakt. Wat
een feest.