Karen Bakker
Tijdens popconcerten gebruik je best oordopjes, althans als je bekommerd bent om je eigen gezondheid. In de trein gebruik je een koptelefoon met noice cancelling, je wil ongestoord in je eigen leefwereld toeven. Twee voorbeelden die illustreren dat onze relatie met omgevingsgeluid best ingewikkeld is, én dat we de behoefte hebben om te kiezen welk geluid we wanneer toelaten. Karen Bakker vertelt over de wetenschappelijke doorbraken in twee onderzoeksgebieden, de bioakoestiek en de ecoakoestiek. ‘Stel je een veldbioloog voor met de training van een audioloog, de vaardigheden van een datawetenschapper en de fijngevoeligheid van een componist, dan kom je uit op ongeveer de helft van de expertise die hedendaagse bioakoestici in huis hebben.’ De ecoakoestiek luistert naar de geluiden van hele landschappen. Elk landschap heeft zijn eigen uniek geluidslandschap, elke verstoring komt dan ook tot uiting. De bio- en ecoakoestiek zijn recent erg veranderd door nieuwe digitale opnametechnieken die toelaten op afstand en geautomatiseerd te luisteren. Kortom, hypergevoelige microfoons, sensoren, drones, satellieten en algoritmes bieden een ontluisterend beeld van onze omgeving. Merkwaardig en vooral onthutsend dat we zo lang afgesloten waren van deze informatie en ervaring. Leuk aan het boek zijn de stapels voorbeelden. De walvisverhalen waren gekend, maar koraallarven en bloemen dat is wat anders, net zoals schimmels die reageren op menselijk lawaai. Jammer genoeg hebben zij (nog ?) geen koptelefoons met noice cancelling.