donderdag 28 november 2024

Spoorwegen, wegen die kruisen, Victor Horta Henry Van de Velde

Françoise Aubry, Anne Van Loo

 


Waarom laat de NMBS je soms even wachten in het centrale station? Waarom  biedt de NMBS soms heel oude treinstellen aan? Françoise Aubry en Anne Van Loo leggen uit dat je kans krijgt om het werk van Horta en Henry Van de Velden te waarderen.

Net als alle bedrijven moet de NMBS, een overheidsbedrijf, zorgvuldig met haar budget omgaan. Het wordt geacht open te staan voor een correcte beleidsmatige sturing, maar is ook kwetsbaar voor politieke keuzes die voor discussie vatbaar zijn. De recente discussie over de oplopende kosten van het station van Bergen (een ruime vertienvoudiging van de geraamde kosten) wordt regelmatig als een ‘ongeoorloofde bestemming van NMBS-budgetten’ omschreven. Waarom? De keuze voor Calatrava als architect. Calatrava (ook de ontwerper van het station van Luik) hecht veel belang aan het beeld, handig als een politicus het opkalefateren van de stad in het achterhoofd heeft. Maar is dit ook niet een taak voor een overheid, beeldbepalende infrastructuur ontwikkelen?  

Koning Leopold II blaakte van ambitie, verlangde de aanleg van een noord/zuidtreinverbinding in Brussel. Het was een lang en moeizaam proces met tal van knelpunten (uiteraard ook financieel) en (juridische) afspraken. De ontwikkeling van de Hofberg en het nieuw te bouwen centrale station werd vastgelegd in een verdragswet tussen de stad Brussel en de staat. En wie mocht het centrale station bouwen? Een absolute toparchitect, wereldklasse, boegbeeld van de art nouveau, Victor Horta. Jammer, maar hij heeft zijn project niet helemaal kunnen afwerken. De belangrijke renovatie begin deze eeuw heeft tal van originele accenten terug beter in beeld gebracht. Een andere grootheid, Henry Van de Velde (ontwerper, vormgever, architect), kreeg de opdracht toevertrouwd om nieuwe treinstellen te ontwerpen. Het boek biedt een inkijk in tal van oude treinstellen, met fraai design. 

Het boek werd uitgegeven door Uitgeverij Snoeck. Je weet dus vooraf dat je een mooi en verzorgd boek vastneemt met een puike vormgeving en dat de ontsluiting van archieven een belangrijke rol speelt. Je vindt dus tal van unieke illustraties, in dit geval oude (gekleurde) ansichtkaarten, originele tekeningen van gebouwen, persoonlijke aantekeningen, schetsen, originele briefwisseling en uiteraard veel foto’s. De beelden maken het verschil. Heb je geen mogelijkheid om een miniatuurtrein door je woonkamer te laten rijden, koop dan het boek. Het neemt minder plaats in, is veel goedkoper, en het biedt je tientallen verschillende treinmodellen. Fluiten moet je zelf doen.

https://snoeckpublisher.be/language/nl/product/spoorwegen-wegen-die-kruisen/

Kleine orchideeëngids voor Nederland en omstreken

Hans Dekker




Het leven is oneerlijk. Sommigen leveren jaren intense inspanningen opdat ze de meest intrigerende bloemen op hun terrein zien verschijnen, zonder resultaat, anderen doen niets en kunnen orchideeën maaien als onkruid. Orchideeën zijn zalig selectief, een beetje onvoorspelbaar, intrigerend mooi, variabel van vorm en een aantal houdt er van insecten te misleiden door hun vorm en kleur. En toch worden ze geadoreerd, gezocht en bezocht.

Inderdaad, een klein boek. Authentieke (oude ?) veldbiologen gebruiken dikke boeken in zwartwit, boordevol tekst en vele (detail)tekeningen om de naam van een plant te vinden. Vandaag gebruiken velen een app. Je gsm zoekt op basis van een foto. Dit boek combineert beide, het biedt een goede kleurfoto van elke orchideeënsoort, aangevuld met een vijftal kenmerken. Je vindt alles wat je nodig hebt om de orchideeën uit je nabijheid te herkennen. De omschrijving ‘Nederland en omstreken’ is wat misleidend. De verspreiding per soort wordt enkel voor Nederland ingevuld. Jammer, want nu kan je niet lezen of de orchidee ‘Dewevers veenorchis’ veel voorkomt in Wallonië.

https://noordboek.nl/boek/kleine-orchideeengids-voor-nederland-en-omstreken/

Roofvogels

Walter & Joris De Raedt, 

 


Een boomvalk aan je keukentafel? Of kies je voor een slechtvalk? Beide kan, maar, hou er rekening mee dat de snelheid van een duikvlucht van een slechtvalk kan oplopen tot 350 km/h. Ze is er dus wellicht sneller dan verwacht. Of verkies je een apenarend aan je dis? Kan ook. Walter & Joris De Raedt bieden je dat genot met het boek ‘Roofvogels’. Samen runnen ze een familiebedrijf zoals je dat vooral ziet op étalages, vrachtwagens en op markten, “vader & zoon”. Zoon Joris tekent, of beter, Joris is illustrator. Achteraan in het boek vertelt hij hoe de illustraties worden gemaakt. Er gaat veel studiewerk aan vooraf (terrein en archieven), via schetsen wordt de meest typerende houding vastgelegd, dan volgt een lijntekening die digitaal ingekleurd wordt. Het resultaat is duizelingwekkend, net alsof de vogel levensecht bij je is. Vader Walter zorgde voor korte teksten. Het boek heeft een zeer aangename, moderne look. Lannoo zorgde voor een groot formaat (28 X 38 cm)opdat de grootsheid nog beter tot uiting komt.

https://www.lannoo.be/nl/roofvogels?gad_source=1&gclid=CjwKCAiAxqC6BhBcEiwAlXp4538MEjuR8YT355ZHZl-mhz2A7hiDSHlwO4XKt928P5IqbBWg5NX1axoCYGUQAvD_BwE

De kunst van het afzien, de rauwe schoonheid van het wielrennen

Kristof Kramon



‘De kunde van het afzien’, het spieken, was een gegeerde vaardigheid tijdens de puberjaren. Creativiteit en lef speelden mee, en vooral het opzoeken van de grenzen. Bekwame ‘afzieners’ oogstten aanzien, er werd naar opgezien, en toch was het ongewenst. De ‘kunst van het afzien’ is een ander verhaal. Kramon, actief in de filmwereld, adoreert wielrenners die grenzen opzoeken, en regelmatig overschrijden. Een fietshelm die volledig besneeuwd en beijzeld is, modder, regen, Wout van Aert die uitgeteld op het kille wegdek ligt, een renner die tijdens een beklimming zijn vingertoppen over een immense sneeuwwand laat glijden, …

Aangenaam is dat Kramon ook uitlegt waarom hij een bepaald beeld of kadrering verkiest. Renners die de toeschouwers achterlaten, enkele gestalde koeien met renners die op de achtergrond voorbij zoeven of Kramon in de gracht, tussen het riet, wachtend op Remco tijdens een tijdrit opdat hij de renner exact tussen twee rietstengels op het beeld kan vastleggen. ‘De koers is van ons’ is een veelgebruikte slogan maar het zijn niet enkel de wielerprofs die de grenzen aftasten. Elke dag stappen honderdduizend, onbewuste en bewuste bewegers op die fiets, zon, wind, regen, modder, onweer, hagel, sneeuw, ijzel, het maakt niet uit. Trappen maar, nooit uitgesloten dat afzien kunst wordt. Voor de uitgave werkte Luster samen met Laurence King Publishing. De oorspronkelijke titel luidde: “The art of suffering – Capturing the Brutal Beauty of Road Cycling”.

https://nl.lusterpublishing.com/products/de-kunst-van-het-afzien?srsltid=AfmBOop-zc_EyVvJU6deV0HwjrxOzdFSxtJvklVpejuHVKXla75iidUD

OverLEVEN, de strijd tegen smeltend ijs

Yvonne Dudock, Nicole Franken

 


‘De allesvernietigende lawine en de aardverschuiving die volgt, laat een grote ravage na en haalt het nieuws. Maar wie bekommert zich om ons, om de problemen waar wij dagelijks mee te maken hebben? Dat interesseert niemand.’ Een confronterende uitspraak van Lhakpa Wangdi Gurung, wonend in Lo Manthang, een Nepalees dorp hoog in de Himalaya. Van generatie op generatie dragen ze het respect voor de natuur, de spirituele band en hun uitgebreide kennis over. Door de klimaatverandering valt er in de winter geen sneeuw wel regen. Gevolg, water in de winter en geen smeltwater in het voorjaar, en dus verdorren gewassen. Als het regent in de winter spoelt de vruchtbare aarde weg, als het in het late voorjaar zou regenen, spoelt het water af op de verharde bodem. Incidentele overvloedige regenbuien vernielen het eeuwenoude systeem van irrigatiekanaaltjes, het ecosysteem raakt ontwricht, het leven onleefbaar. Mensen vertrekken en dorpen blijven desolaat achter.

Het boek heeft de looks van een verleidelijke ‘ver weg-vakantie’ met tal van mooie foto’s van authentieke gemeenschappen, levend aan de rand van de aardbol, ruw en authentiek. Nicole Franken verzorgde de foto’s , Yvonnen Dudock schreef heldere, eenvoudige teksten, regelmatig aangevuld met kaderteksten. Ze nemen je op sleeptouw naar de Inuit (Groenland), de Sami (Zweden), de Loba (Nepal), de Khalkha (Mongolië) en de Vuntut Gwitchin First nation (Canada), vijf verhalen, één boodschap. De combinatie van woord en beeld brengt een concrete, confronterende boodschap: “niemand bekommert zich om ons”.

https://www.lannoo.be/nl/overleven-2

woensdag 27 november 2024

Het wildplukboek voor paddenstoelen, kom alles te weten over deze boeiende schimmels

Ben Brumagne


 


Zelfde auteur, zelfde organisatie, zelfde uitgever, zelfde formaat en zelfde aantal pagina ’s als in ‘Het wildplukboek’. De idee is dezelfde, je wandelt, plukt en eet, maarrrrrr paddenstoelen zijn uitermate verscheiden en bieden diverse sensaties, uitlopend van zeer lekker tot hallucinant en giftig. Ze  vereisen dan ook een grote voorzichtigheid. Je leest het diverse malen in het boek en helemaal achteraan werd een disclaimer toegevoegd.  Paddenstoelen worden door lekkerbekken geadoreerd, met als apotheose de jaarlijkse truffelmarkt in Alba, een stad in Piëmonte (Noord-Italië). De hoge prijs zorgt er bijvoorbeeld voor dat in sommige restaurants de chef aan je tafel enkele flinterdunne schijfjes van een truffel snijdt en op je pasta laat terecht komen (en zo de rekening in de hoogte laat schieten, maar dat terzijde). In tegenstelling tot het ‘het wildplukboek’ is er een lange inleiding. De auteur gaat breedvoeriger in op wat paddenstoelen zijn, hoe en waar ze groeien en wat hun eigenschappen. In Vlaanderen is wildpluk van paddenstoelen trouwens niet toegestaan. Je kan ze drogen, koken, bakken, grillen, roosteren in de oven, frituren, lakken en marineren. Omdat rangschikken in functie van het tijdstip zinloos in (je vindt ze bijna allemaal vooral in het najaar !) koos Brumagne voor de traditionele indeling, nl. plaatjeszwammen, buisjeszwammen en gaatjeszwammen, en zwammen zonder plaatjes en buisjes. Net zoals in het vorige boek vind je naast tekeningen en foto’s een uitvoerige beschrijving en ook telkens de ‘lookalikes’.  Wat voorbeelden: kastanjeboleten gebruik je voor een bouillon, de smakelijke melkzwam is heerlijk na bakken, liefst met een toetje sojasaus, eekhoorntjesbrood gebruik je bij groenten, pasta, risotto of in een noedelsoep en de rosse populierboleet kan je bakken of een bouillon mee maken. Wees voorzichtig met het gebruiken van de zelf geplukte paddenstoelen. ‘Ruimte voor tijd, tijd voor ruimte’ koestert zijn lezers.

https://www.lannoo.be/nl/het-wildplukboek-voor-paddenstoelen?gad_source=1&gclid=Cj0KCQiAo5u6BhDJARIsAAVoDWsG-YvScz324NDt-dRw4dE2MYxmkpXe8mRHTMChmMZAsaKcTK2CdykaAgWJEALw_wcB

Het wildplukboek, plukken en koken uit de natuur

 Ben Brumagne


 

Het principe is eenvoudig: je laat je buurman jaar in jaar uit van ‘s morgens tot ’ s avonds in zijn groententuin ploeteren. Jij gaat wandelen, plukt eetbare planten, komt thuis en bereidt een échte maaltijd. In de inleiding blijft Brumagne even stilstaan bij het hoe & waarom van het wildplukken, de wildplukregels, een  terugblik in de tijd en een beschrijving van enkele belangrijke plantenfamilies. Daarna volgt de hoofdmoot, een vijftigtal planten, geschikt per maand. Voor elke plant vind je enkele foto’s, een tekening, een beschrijving en essentiële informatie als je de plant wil eten, nl. welk deel is eetbaar, hoe smaakt de plant, waar vind je ze en welke belangrijke stoffen zitten in de plant. Daarna volgt een gerecht, samen goed voor een zestal pagina’s. Leuk is dat om vergissingen te beperken voor de meeste planten ook kort de ‘lookalikes’ beschreven worden. Wortels van paardenbloem zijn oneetbaar, de invasieve exoot Japanse duizendknoop is lekker (een nieuwe techniek voor de bestrijding ?)  en lijkt erg op rabarber, zevenblad en brandnetel zijn geschikt om soep van te maken op smaak gebracht met pinksterbloem, van hondsroos maak je thee en gelei, kaasjeskruid kan je stoven en ga zo maar door. Ben Brumagne heeft inmiddels zijn enthousiasme laten overvloeien in een organisatie, Forest to Plate, die ook opleidingen en workshops organiseert.  

https://www.lannoo.be/nl/het-wildplukboek

Puur BBQ, no-nonsense gerechten voor barbecue- en outdoorcooking

 Nick Van Hoof en Kevin Kegeleers

 


Het is een kookboek, punt. Het werd uitgegeven door Lannoo en laat er dus geen twijfel over bestaan, het voldoet aan alle criteria van een goed kookboek: mooie foto’s, beperkte hoeveelheid tekst, aangename vormgeving. Opdat lezers met het boek aan de slag kunnen, wordt in een kookboek ook steevast gewerkt met een vermelding van de precieze hoeveelheden van de ingrediënten, een stapsgewijze beschrijving van de handeling en de vereiste tijd. Dat laatste ontbreekt bewust. De gaartijd is nu éénmaal afhankelijk van de temperatuur van het vuur en dus de vaardigheid en de ervaring van de chef. Ze reiken je een vuistregel aan, hou je hand op 10 cm boven het vuur. Het aantal seconden dat je dit kan volhouden, is een indicatie voor de temperatuur. Slik. Nick en Kevin werden via een TV-programma bekende vuurchefs en vonden dat best aangenaam, startten samen het Zouterover Experience Center, om daarna elk hun eigen weg te gaan. Verwacht je niet aan een boek met de traditionele vleesgerechten, de koude groenten en de spuitbussausen. Ze kiezen graag voor één dominante smaak zoals bijvoorbeeld geschroeide bloemkool als aperitiefhapje.  Wat leren ze je nog? Sardientjes garen in krantenpapier (op de bbq !), het roken van een hele zalm op een cederhouten plank, bereiden van aardappelen in een zout-askorst of poffen op hooi en het grillen van secreto Ibérico, die je best met je handen opeet. En uiteraard halen ze graag hun flambadou boven, een lange metalen steel met een kleine trechter, gevuld met vet, dat door de hitte op het vlees druppelt en voor extra smaak zorgt. Kortom, de oprechtheid van de authentieke smaken maken het makkelijker om voor één halve dag smaak en gezelligheid verkiezen boven het klimaat. Of toch liever niet?  Blijft een lastige afweging voor bewust bezorgde burgers.

https://www.lannoo.be/nl/puur-bbq

 

Geluiden van het leven, luisteren naar de gesprekken van dieren, planten, koralen en schimmels

 Karen Bakker


Tijdens popconcerten gebruik je best oordopjes, althans als je bekommerd bent om je eigen gezondheid. In de trein gebruik je een koptelefoon met noice cancelling, je wil ongestoord in je eigen leefwereld toeven. Twee voorbeelden die illustreren dat onze relatie met omgevingsgeluid best ingewikkeld is, én dat we de behoefte hebben om te kiezen welk geluid we wanneer toelaten. Karen Bakker vertelt over de wetenschappelijke doorbraken in twee onderzoeksgebieden, de bioakoestiek en de ecoakoestiek. ‘Stel je een veldbioloog voor met de training van een audioloog, de vaardigheden van een datawetenschapper en de fijngevoeligheid van een componist, dan kom je uit op ongeveer de helft van de expertise die hedendaagse bioakoestici in huis hebben.’ De ecoakoestiek luistert naar de geluiden van hele landschappen. Elk landschap heeft zijn eigen uniek geluidslandschap, elke verstoring komt dan ook tot uiting. De bio- en ecoakoestiek zijn recent erg veranderd door nieuwe digitale opnametechnieken die toelaten op afstand en geautomatiseerd te luisteren. Kortom, hypergevoelige microfoons, sensoren, drones, satellieten en algoritmes bieden een ontluisterend beeld van onze omgeving. Merkwaardig en vooral onthutsend dat we zo lang afgesloten waren van deze informatie en ervaring. Leuk aan het boek zijn de stapels voorbeelden. De walvisverhalen waren gekend, maar koraallarven en bloemen dat is wat anders, net zoals schimmels die reageren op menselijk lawaai. Jammer genoeg hebben zij (nog ?) geen koptelefoons met noice cancelling.

https://noordboek.nl/boek/geluiden-van-het-leven/

Amazing mountain cabins, architecture worth the hike

Agata Toromanoff



Wat maakt wandelen zo uniek? De eenvoud, het gezondheidsaspect, het comfort? En waarom blijven mensen zo graag wandelen? Wat is de meest intense verleiding? Toromanoff biedt een antwoord, een sterk antwoord, maar wellicht niet het enige. Zij brengt twee elementen samen, nl. de bergtop met het panoramische uitzicht en de uitzonderlijke architectuur? Zonder twijfel versterken ze elkaar. Ontwerpen is één ding, bouwen op zo ‘n locatie vraagt creativiteit. De tijd dat Chinese monniken stenen in manden op hun rug meer dan 2 000 m hoog sleepten, ligt nu éénmaal achter ons.

Toromanoff biedt je 30 architecturale hutten in de bergen, behoorlijk wat in Europa (Dolomieten, Aosta vallei, Wallis, Noorwegen, Slovenië, …) maar ook enkele ‘iets’ verder (b.v. Torres del Paine, Chili). Zoals Robert Macfarlane haarfijn uitlegde, ‘Hoogtekoorts’ is moeilijk te vatten, voor velen is het opzoeken van bergtoppen nu éénmaal de ultieme verleiding. Toromanoff doet er nog een schepje bovenop, een architecturale parel.  Het boek is heel systematisch opgebouwd met een beperkte hoeveelheid tekst en fantastische beelden. Voor de meeste logementen wordt kort een  aantal (indicatieve !) gegevens opgesomd, o.m. de hoogte, en hoe je op die schijnbaar onbereikbare plaats geraakt. Wat een feest.

https://nl.lusterpublishing.com/products/amazing-mountain-cabins?srsltid=AfmBOoqpIiUemdf2FEuKkjexLlCtrap5ANjZlq27hjCGm9Ki1irxJ2Rb


In mijn voetsporen, trektocht over oude paden naar een nieuwe toekomst

 Sarah Meuleman



‘Ik ben er klaar voor. Ik heb een doel, een landkaart en een route. Dat is veel meer dan je doorgaans van het leven krijgt.’ Sarah Meuleman, werkt onder meer voor De Standaard , NRC Handelsblad en Vogue en voelt zich veilig tussen boeken. Ze begint aan de Coast to Coast route, een voetpad doorheen Engeland van west naar oost, opgezet en bezield door Alfred Wainwright, iemand die volgens Meuleman ‘altijd kiest voor de zwaarste stijgingen, de ingewikkeldste paden en de langste omzwervingen. Een twintigtal jaar geleden deed ze dezelfde route. Haar reisnotities van toen zijn een steun en een oriëntatie maar ook een confrontatie. Merkwaardig, soms kijkt ze naar zichzelf terug alsof ze een ander iemand was, een jong meisje op trektocht, die gewoon geniet van haar eerste ijsje. Terugkijkend, besefte ze waarom ze graag de wandeling nog eens overdeed, met het oude reisverslag nabij. Spitsvondig zijn de fictieve babbels met haar vroegere ik, en haar korte telefoongesprekken met haar dochter. Ze spiegelt zichtzelf en ervaart de geleefde tijd. ‘Tijdens het wandelen is elke stap een gedachte, je kunt niet aan jezelf ontsnappen’.

Na een inleiding volgt het verhaal haar dag per dag, makkelijk als je in brokjes wil lezen. Hoewel ze een ervaren journalist is, is het geen doorwrongen journalistiek stuk, wel een vlot, makkelijk leesbaar boek. Ze hanteert een erg toegankelijke taal. Het boek is opvallend oprecht en openhartig. Ze praat over haar nieuw samengesteld gezin met 6 kinderen (5 + 1), over huiselijke beslommeringen, de dynamiek van een kunstenaarsleven in Amsterdam, maar ook over een niet geplande zwangerschap en een miskraam. Het ruwe landschap en het gebrek aan voorbereiding en ervaring maakt het leven minder voorspelbaar en zet een aantal innerlijke conflicten op scherp. Ze ervaart dat het mooiste aan het ‘moeder zijn’ het oneindige is, je blijft altijd moeder. Je kan de route makkelijk boeken via SNP. Sarah Meuleman haar wandel- en levensgezel, Mark, maakte een film die je hier vindt.

https://www.thehouseofbooks.com/boek/3054/sarah-meuleman-in-mijn-voetsporen.html#:~:text=Al%20wandelend%20in%20haar%20oude,de%20kracht%20van%20afscheid%20nemen.

 

Aan zee

 Abdulrazak Gurnah


Een Nobelprijswinnaar op de dissectietafel, oei? Nee hoor, gewoon een fantastisch boek met een intrigerend onderwerp, migratie. We weten allemaal dat migratie van alle tijden is en in alle richtingen kan lopen. Twijfel je? Lees dan b.v. 'Enten’ een roman van Peter Weyns. In 1918 trekt een gevluchte soldaat vanuit Vlaanderen naar Armenië om abrikozen te enten. Kan het symbolischer, elders een fruitboom nieuw leven laten schenken? In ‘Aan zee’ laat Abdulrazak Gurnah zien dat het telkens de context is, en meer nog, hoe die context voorgesteld wordt, die beslissend is voor ons oordeel over een situatie. Hoe? Door dezelfde situatie vanuit verschillende invalshoeken voor te stellen. Een voorbeeld, een 12-jarige Afrikaanse knaap werd door de Britten uitverkoren om (gratis) verder onderwijs te mogen volgen. Op een halve pagina verschuift Abdulrazak Gurnah de situatie van een voorrecht naar een brainwash, geleidelijk, net als een glijbaan. Op dit vlak leest het soms als een gepolijst advies van een verdeelde adviesraad.  Ook gebruikt hij een identiteitswissel om nog scherper in te zoomen op het belang van de context. Hij is een meesterverteller, schuwt de breedvoerigheid niet, en vraagt graag aandacht. Het verhaal begint met een vluchteling zonder paspoort die na zijn aankomst in Groot-Brittannië op een Kafkaiaanse manier wordt vermalen door de bureaucratie. En dat is nog maar het begin. Hij sleept je steeds dieper in het identiteitsmoeras terwijl je overstelpt wordt door een weelde aan taalnuances. 

https://www.meulenhoff.nl/producten/aan-zee-9789029095846

 

dinsdag 26 november 2024

Het verlangen naar zee, tweehonderd jaar vakantie aan zee en bouwen aan de kust

 Jeroen Cornilly


 

Wat krijg je als een ir.-ar. die van kunst houdt en gefascineerd is door de kust 20 jaar lang alle mogelijke (publieke en privé) archieven “doorploetert”? Een groot, vuistdik boek (2,854 kg), boordevol verhalen. Wat nog meer opvalt, het boek is schitterend geïllustreerd met kaarten, foto’s, tekeningen, (land)kaarten, litografische werken (b.v. van het eerste kursaal van Oostende), ontwerpen van beeldbepalende gebouwen, hotelrekeningen, promotiefolders en affiches. Hij brengt de hoofdlijn en vele kleine verhalen.  

Wie heeft er geen jeugdherinneringen aan de kust. Voor velen biedt dit boek dus ook een stukje herkenning. Gelijktijdig brengt hij contextén graaft hij wat dieper, hij gaat ongeveer 200 jaar terug.  Niet enkel de natuur werd aan flarden gereten ook tal van architectonische pareltjes werden zonder pardon gesloopt en vervangen door hoofdzakelijk gestapelde blokkendozen. Imposant is dan ook de fotoreeks van vele prachtige gebouwen, met telkens één belangrijk woord, ofwel beschermd ofwel afgebroken. De kust is niet enkel een gehavende natuurstrook met enkele resterende natuurparels. Ook vele bouwkundige parels verdwenen. Cornilly heeft 20 jaar lang gespit als een gedreven tuinier om vandaag een schitterende oogst aan te reiken. Het oogt als een koffietafelboek, maar dan eentje datje na het uitslurpen van je koffie meeneemt naar je zetel om te lezen en enkel met tegenzin weglegt.

 

https://www.tijdsbeeld.be/nl/het-verlangen-naar-zee

True Wildlife

Tom D. Jones


 


Portretfotografie is een vak apart. Vele portretfotografen verkiezen zwart en wit en een bijna oneindig palet grijstinten. Tom D. Jones beoefent het bovendien op een aparte manier, hij maakt portretten van wilde dieren in de vrije natuur. Bedenk even hoe je een olifant perfect in beeld wil brengen: je staat op ongeveer twee meter van een olifant en geeft wat aanwijzingen: ‘ja, je slurf iets hoger en wat meer naar links, nee, iets minder hoog, en nu je linkervoorpoot iets optillen opdat je voetzool beter in beeld komt, nog even die pose vasthouden want de zon kruipt net achter een wolk, blijf nog héél even stil staan, ja’. Verdomme, net te laat. In praktijk stond hij op twee meter, en speelde in op de vrije wil van de olifant.

Emotie, intimiteit en interactie zijn de drie kernbegrippen die hij in zijn foto’ s wil stoppen Hij is daar magistraal in geslaagd. Het boek is het resultaat van jarenlange arbeid (7 jaar), hoofdzakelijk portretten van wilde dieren, met een artistieke toets. Je kan de snorharen van de leeuwen tellen, de bekraste huid van een neushoorn bekijken (lijkt een plattegrond), een groep olifanten die over een uitgedroogde savanne draaft, vader leeuw die met een subtiele pootbeweging zijn welp attent maakt op onheil, enz. Vooraan lees je ook een korte boodschap, zijn drijfveer, de mens moet er voor zorgen dat wilde dieren alle kansen genieten en niet ontnemen.  Niet twijfelen, een uniek boek. 

https://www.lannoo.be/nl/true-wildlife

 

Zo worden jaren tijd, gedichten 2022 -1955

  Cees Nooteboom


Cees Nooteboom werd vorig jaar 90. Nooteboom reist graag, heeft een uitstekend geheugen en woont in een huis vol boeken. Bovenal heeft hij een fantasierijke en scherpe geest en een fluwelen pen. Hij schreef inmiddels een gigantische stapel boeken en vindt het tijd om terug te blikken, te schrappen en te bundelen, en zijn dagboeken te publiceren. Het boek ‘Zo worden jaren tijd’ telt ongeveer 650 pagina’s en bevat gedichten (en korte) teksten vanaf 1955, een selectie uit zijn volledig oeuvre dus. Nooteboom blijft regelmatig even stilstaan, b.v. bij de vele ontmoetingen, het verlies van een collega, een boom in de tuin, een kaars, een rots, een gevoel tijdens een middag. Nooteboom gebruikt de titel om te duiden dat vandaag zijn schrijfstijl anders is dan 70 jaar geleden én dat de tijdsgeest anders is. Gevolg, hij voelde de behoefte om de oude teksten te polijsten en/of te actualiseren maar verkoos om dit niet te doen. Hij maakt de geleefde tijd tastbaar, ook voor de lezer. Als de bundel dan jaren op je boekenplank staat, worden ook thuis de jaren tijd, zeker als je het boek nu en dan ter hand neemt en enkele pagina’s leest en laat bezinken.

https://www.debezigebij.nl/boek/zo-worden-jaren-tijd/?srsltid=AfmBOootNimkKs6uzS-5rJicMjrFwBUnH5dk7N94EuNSJWWDWQAajwZA

Wolf

 Frederik Buyckx


 

Zwart. Daarna grijs, wit en weer dat zwart. Een opmerkelijk boek. Elke fotograaf weet het en elke fotobekijker ook. Als je een indringend beeld wil maken, gebruik geen kleur. Wit en zwart, en dat onvoorstelbare palet van wat daar tussen ligt, biedt je een gigantische stapel mogelijkheden. Het boek Wolf van Frederik Buyckx is er zo eentje. Je opent, kijkt, bekijkt, bladert en dan denk je ‘ok, dat is ongeveer hetzelfde, dat is iets gelijkaardigs, dat heb ik al gezien’, tot je beter kijkt. Je wordt bedolven onder bergkammen, sneeuw en bomen, aangevuld met verstilde beelden van mensen die meestal in veeleer armoedige situaties leven. Buyckx is gefascineerd door de grootsheid van de natuur, het immense, en kijkt met respect en ontzag naar eenzame bewoners. Telkens er iets anders in het beeld, telkens is er iets meer dan afstandelijke nieuwsgierigheid. Het lonkende onbekende.

Doorheen het boek is een verhaal geweven, aangereikt door zijn grootvader, handgeschreven (zonder doorhalingen of wijzigingen !), op een vaalgele achtergrond, net alsof het uit een oud notitieboek komt. Het verhaal van een geitje dat, net als haar voorgangers, alles opgeeft (voedsel, warmte, maar ook de noodzaak tot productie) en op zoek gaat naar de ultieme vrijheid, iets wat de lonkende bergen bieden. Uiteraard wacht er een wolf.

Wolf is Buyckx zoektocht. Een uniek boek. Vrijheid, betaalbaar? Nee, of beter, ja, het biedt je een leven en het kost je je leven. Wat kies je? Hoe verleidelijk kunnen die bergen zijn? Ze bieden een intense rust, een verbondenheid met de natuur, een onbeschrijflijk gevoel, fascinerend en intrigerend. Omdat dat gevoel moeilijk in woorden te vatten is, kies je beter voor beelden. Het boek werd uitgegeven door Hannibal Books. Je weet dus vooraf dat de uitgave het woord ‘puik’ meer dan verdient.

https://hannibalbooks.be/wolf

maandag 25 november 2024

Provence, kleine atlas voor hedonisten

 Emmanuelle Oddo & Timothée Chambovet

 


Vorig jaar werd een gelijkaardige atlas besproken, maar dan over Noorwegen. Is een boontje hebben voor een bepaald type boek ongepast? Liefst niet. Net zoals het boek over Noorwegen bevat het schitterende tekeningen, aangename foto’s en tekst. Het boek zet een streek, of beter, een vakantiebestemming in de kijker, dus de hoeveelheid tekst is ‘veeleer beperkt’. De streek moet aanlokkelijk voorgesteld worden, en dat doet het boek volop. Waarom Frankrijk zo aantrekkelijk is voor vele Vlamingen (én Nederlanders) weten we, het land biedt alles, vooral verscheidenheid. Merkwaardig, velen voelen zich aangetrokken door Frankrijk, maar hebben een stapel vooroordelen over de inwoners. En waarom de Provence? La lumière. Twijfel niet, de fotograaf heeft zijn uiterste best gedaan om het licht te zoeken en te vangen. Wat je niet vindt, is een lijst van de meest  exclusieve adresjes, wel beelden van een uitnodigende koffietafel of pootje baden in stromend water. Wat te denken van b.v. de moerassen in de Camargue, de abdij Notre-Dame de Sénanque, natuurwijnen, de route Cézanne en de Gorge du Verdon? Tussendoor leer je marseillezeep en lavendel maken, lees je hoe de mistral ontstaat, waar je de mistral kan ervaren en hoe die het dagelijkse leven bepaalt. Uiteraard ontbreken groenten, wijn, kaas en vlees niet. Op naar de zon en de hangmat. De Provence verwacht je.

https://momedia.nl/onze-uitgaven/#:~:text=Provence%20%E2%80%93%20Kleine%20atlas%20voor%20hedonisten&text=Laat%20je%20inspireren%20door%20deze,de%20historie%2C%20cultuur%20en%20natuur.

Verhalen van de natuur

Hans Mulder (red)


“… ze hem een strop om den hals doen en aan een boom ophijsen” schreef Johannes van den Bosch in 1818. De prent laat er geen twijfel over bestaan, de Guyana-anaconda, lokaal ook wel “boma” genoemd. Eén persoon kroop langs de dikke slang naar boven en begon ze te villen terwijl enkele anderen het touw strak hielden, gelukkig. Het is een fragment van het verhaal van Carl Haarnack over de Surinaamse natuur. Joris Buis verkent de historie van de Verenigde Staten en focust zich op het ontstaan van het begrip ‘uitsterven’  en zoomt in op onder meer de reuzenluiaard en de Amerikaanse holenleeuw. Hans Mulder belandt in de Pacific en zoekt naar de dodo, de blauwe duif en de trekduif, Alexander Reeuwijk ontrafelt het verdwijnen van de reuzenalk, Marc Argeloo bekijkt de uitstervingen meer historisch, Kester Freriks staat stil bij de verzameldrang. Het boek bevat twintig verhalen over de natuur, ook een verhaal over het negentiende-eeuwse Artispark van Erik A. de Jong. De, ronduit schitterende, illustraties komen voornamelijk uit de natuurhistorische collecties van de Universiteit van Amsterdam, beheerd door het Allard Pierson, met de Allard Pierson Artis Bibliotheek als hofleverancier. Hans Mulder(historicus) is er conservator. Het boek toont de kwetsbaarheid van de natuur. Voor de uitgestorven dieren is het boek een soort (niet ge/verkozen) monument. De inleiding sluit af met een merkwaardige bedenking. ‘Net nu we onderzoeken of er leven mogelijk is buiten de aarde dreigen we onze planeet onleefbaar te maken. Dat wringt.’ Lonkt het uitsterven?

https://www.terralannoo.nl/nl/verhalen-van-de-natuur

 

50 jaar oxfam wereldwinkels

 Nellle Vanlangendonck en Fei Lauw


 


Als vandaag alle supermarkten aandacht schenken aan ‘duurzaam’ en ‘lokaal’ dan is er geen twijfel mogelijk, Oxfam-Wereldwinkels wees de weg. Eerlijkheid en respect voor de lokale producent, waar ook ter wereld, waren en zijn belangrijk. In 2021 was Oxfam 50 en keek zelf even terug met een fantastisch boek en een tentoonstelling. De beelden maken het verschil.

Het boek bevat niet enkel de eigen geschiedenis, ook de Vlaams/Belgische situatie wordt verteld én het mondiale aspect wordt nooit uit het oog verloren, kortom, drie lagen informatie, mooi door elkaar geweven. Je leest hoe het initiatief van enkele geëngageerde enthousiastelingen uitgroeide tot een netwerk van ongeveer 300 winkels. Oxfam koos steeds voor opvallende beelden met een sterke boodschap, zowel foto’s (met o.a. Lieve Blancquaert als fotograaf) als cartoons (o.a.  van GAL). De chronologie van het beeldmateriaal brengt een mooie, visuele tijdslijn. Je ziet gelijktijdig ook wie in een bepaalde periode veel in beeld liep. ‘Zo worden jaren tijd’ zou Cees Nooteboom zeggen. Een cartoon van Guy Verhofstadt en Isabelle Durant in een Basic Instant pose (2000), Sabine Hagedoren (met brede smile !) in een wit badpak in een kast (2005), Elio Di Rupo in bad (mét obligate vlinderdas) (2006), Goedele Liekens als madonna enz. Tussendoor leert Jeroen Meus hoe je een brownie maakt, lees je dat fairtradechocolade geen kindslavernij lust en wordt een vrijwilliger in de kijker gezet.  Nog niet genoeg info? QR-codes bieden nog enkele filmpjes aan. Weken lees- en bladerplezier.

https://shop.oxfamwereldwinkels.be/producten/geschenken-wenskaarten/boek-50-jaar-oxfam-wereldwinkels/

 

Kantelen! Belgische recepten voor de donuteconomie

 Eva Smets 

‘Ik wil de meest aantrekkelijke partij zijn’ stelt Eva Smets. Hoe doet ze dat? Ze kiest voor een maatschappij waar solidariteit, klimaat en rechtvaardigheid voorop staan. Kan je moeilijk tegen zijn, behalve als je naam “Trump” luidt. We kennen allen de grote verhalen over de douteconomie, over het wijzigen van de maatschappij, ons leven anders organiseren en beleven, nieuwe prioriteiten stellen, en ga zo maar door.  Ook het uitgangspunt van het boek verbaast niet, “als we een systeem tot stand gebracht hebben, dan kunnen we het ook veranderen”. Maar hoe doe je dat, hier en nu?  Eva Smets vult het concreet in en reikt tal van voorbeelden aan. Ze leidt Oxfam België, een organisatie die al meer dan 50 jaar aantoont hoe je dat concreet kan aanpakken.

Opmerkelijk, Eva Smets trok doorheen het Vlaamse land om op vele plaatsen haar verhaal te vertellen. Wat het boek zo aangenaam maakt, is haar openhartigheid. Ze vertelt ook stukjes uit haar eigen leven, ook zij sakkert op de NMBS. Ze brengt haar boodschap steeds op een herkenbare manier. Om de werking van een coöperatie te duiden, vertrekt ze bij de Zwitserse keten COOP, een herkenbare winkel voor iedereen die ooit in Zwitserland boodschappen deed. Elders vertelt ze hoe ze in haar New Yorkse periode als vrijwilliger participeerde  aan een voedingcoöperatie. Lid zijn betekende ook meewerken, aan de kassa b.v. of de boodschappen van een ander zeulen, iets wat ze graag deed omdat het contactmogelijkheden bood. Tussen de stapel voordelen verliest ze hoofdlijn niet uit het oog. Wat vooral ontbreekt, is politieke moed. En verder, de klimaattransitie zal sociaal zijn, of niet.

https://oxfambelgie.be/kantelen

https://www.lannoo.be/nl/kantelen

Werkwandelaars

 Wim Huijser


Elke weekdag met de auto in de file om een hele dag in een kotje te zitten in ‘verweggiestaan’, te tokkelen, naar een scherm turen en wat praten. In het weekend wordt er dan maar uren gefietst en gewandeld. Loopt het toch mis, dan volgen artsenbezoeken en met wat geluk wandelen in de natuur op doktersvoorschrift en bosbaden. Het kan veel eenvoudiger, kijk uit naar een beroepsactiviteit waarbij je veel mag (moet ?) wandelen, vroeger veel voorkomend, intussen wat uit beeld. Wim Huijser houdt van wandelen en landschappen, nam een fotograaf onder de arm, Andrea Gulickx, en ging met een tiental ‘werkwandelaars’ op pad. Al kuierend praatten ze over hun werk en hun omgeving. Hij praat niet enkel met een schaapsherder, een veldbioloog  en een boswachter, maar ook met een wichelroedeloper en een landschapsfilosoof. Hij praat met 17 verschillende werkwandelaars, 17 verschillende mensen, 17 verschillende manieren om naar de omgeving te kijken. De afsluitende babbel is schijnaar overbodig, hij praat met een ‘wandelbehartiger’. Juist draait het om, het boek is vooral een pleidooi om wat meer te wandelen. Zo moeilijk is het niet, schoenen aan en hop, op pad.

https://noordboek.nl/boek/werkwandelaars/

Natuurmysteries ontrafeld, 150 verbazingwekkende wetenswaardigheden

 Vincent Albouy, Claire Felloni


Met een groep de natuur intrekken, constant tateren en snateren, en aan ’t eind van de wandeling de bedenking maken “weer niets gezien”. Het is voor velen herkenbaar. Waarnemen vraagt nu éénmaal een bewuste inspanning. Albouy en Felloni tonen met 150 voorbeelden aan dat er wel veel te zien is, althans als je bewust kijkt, alert bent voor het ongewone en even piekert of zoekt wat het kan betekenen. Dennenprocessierupsen maken een spinsel in de top van dennen,  spechten gebruiken gaten in een boom om noten in te klemmen en ze open te hakken, de Aziatische hoornaar maakt in het najaar grote nesten hoog (tot 30 meter !) in de bomen, de gehoornde metselbij stopt de afvoergaatjes van houten raamkozijnen dicht, sommige orchideeën lokken bijen door hun silhouet na te bootsen, de grauwe klauwier spietst zijn voedselvoorraad op struikenstekels, een slang laat haar huid achter uit noodzaak, een hagedis gooit zijn staart af als verdedigingstechniek, behangersbijen snijden met precisie stukjes uit planten en de metselwesp woont graag in dode braamstengels.

Het boek bevat 150 weetjes, één per pagina, geschikt per seizoen. Elke pagina bevat een leuke titel, een tekening en een tekst. Voordeel is dat iedereen er mee aan de slag kan en dat het mee kan op vakantie naar Frankrijk. Het bevat 150 weetjes die vooral voor kinderen intrigerend kunnen zijn. Het boek verscheen in 2024 bij KNNV in het Nederlands, de originele tekst verscheen in 2015 in het Frans.

https://knnvuitgeverij.nl/artikel/natuurmysteries-ontrafeld.html

Klimaatverandering als klassenoorlog

Matthew T. Huber 

 


‘Ik zeg meestal dat dit meer een “politiek” boek is dan een “academisch”, zo situeert Matthew T. Huber zijn boek. Hij is academicus, professor geografie aan de Amerikaanse Universiteit van Syracuse. Dat die universiteit Marx koestert, is alom bekend. Zonder twijfel voelt Huber zich er thuis.

Etienne Vermeersch legde in zijn boek ‘de ogen van de panda’, uit dat de oorzaak van onze milieucrisis het WTK-bestel is, het samenspel van Wetenschap, Techniek en Kapitaal. Huber gaat er van uit dat als je de klimaatcrisis wil (kunnen) begrijpen, je de logica van het kapitaal moet kennen. In het boek pleit hij voor een marxistische visie waarbij het woord ‘klasse’ centraal staat. Voor marxisten heeft ‘klasse’ weinig te maken met wat of hoeveel je consumeert: het gaat erom hoe je het geld genereert dat consumptie mogelijk maakt. Wie bezit wat? Wie kan rijkdom en winst halen uit dat bezit? En wie bezit heel weinig en moet werken om te overleven? In zijn boek wijst hij naar de hoogopgeleiden (HOL), en noemt het cijfer van 22% van de bevolking in de Verenigde Staten. Hij onderscheidt drie groepen van hoogopgeleiden, wetenschapsvoorlichters, beleidstechnocraten en antisysteemradicalen. De HOL-klasse heeft een relatieve mate van materiële zekerheid, reproduceert een kapitalistische ideologie van meritocratie, kortom, het zijn de rijke vervuilers. Ze veroorzaken de klimaatverandering en verhinderen klimaatrechtvaardigheid.

De toonaard van het boek kan je zowel als ‘drammerig’ omschrijven alsook ‘volhardend’ en ‘inhoudelijk consequent’. Een voorbeeld, hoe situeer je een bedrijfsleider van een kunstmeststoffenfabriek die in een huis woont met een warmtepomp en zonnepanelen en zich elektrisch verplaatst, maar intussen via de opgefokte voedselproductie het milieu ontwricht? Wie ontwricht het hele systeem, de kunstmeststoffenproducent of de eindgebruiker? In het recente Nederlandse Shell-arrest werd gesteld dat de producent ook een verantwoordelijkheid heeft voor het gebruik. In zo’n situatie kan het marxistische gedachtegoed heel bruikbaar zijn. Wat onbetwistbaar is, weinigen kijken op die manier naar de werkelijkheid. Heeft Huber gelijk of ongelijk? Het is een relevante vraag. Relevanter is dat het boek bijdraagt om het beeld op de werkelijkheid te verfijnen en te vervolledigen. 

https://epo.be/shop/klimaatverandering-als-klassenoorlog/

 

Lazuur

Erwin Mortier 


 


‘Ik schrijf niet om geschreven te hebben, maar om te schrijven, blijvend door het schrijven omsloten te worden: een vorm van zwemmen, of roeien, met de pen als peddel, en dan vroeg of laat kapseizen en oplossen in het diepe ultramarijn.’ Het tekent Erwin Mortier in het boek ‘Lazuur’. Op de achterflap staan de woorden ‘blauwe hoofdkussenboek’. Mortier graaft in zijn geheugen, schetst verschillende situaties vanuit zijn herinneringen en dromen, en gooit er telkens een blauwe tint over, niet als een vette saus, maar als een verfijnd parelsnoer. Voor velen bevat een hoofdkussensloop één enkele zin, bij Mortier is het boek vol met gedachten. Telkens opnieuw dwingt hij je met zijn rake woordkeuze om even mee stil te staan en mee te zweven in zijn herinnering. ‘Ik wil zien hoe de hemel verkleurt wanneer de zee nabij is. Het diepe blauw dat het strand aankondigt, de geur van zinderend zand, het zout, de glorie van de zomerse hitte waarin de tijd vastloopt.’ Een boek om zachtjes op te slurpen, druppel voor druppel, tot je als een wolk aan een staalblauwe hemel deint.

https://www.uitgeverijoevers.nl/p/erwin-mortier-lazuur/

De eerste zin, scheurkalender 2025

This is how we read



Soms zijn we het aan onszelf verplicht. Een scheurkalender als boek beschouwen lijkt ‘not done’ tot je de titel wat beter leest: “een boekentip voor elke dag”.  Daarna lees je de voorzijde wat beter en wat valt op? ‘De eerste zin’. Iedereen kent dat gevoel, lood in de schoenen (dat je er zelf inlegt !), al of niet recht op doel af, en dan dat gesprek starten. Het belang van de openingszin kan moeilijk overschat worden. Pelckmans verzorgde de uitgave, de scheurkalender werd gemaakt door Thisishowweread, een viertal gedreven lezers & schrijvers. De formule is stokoud, elke dag een blaadje scheuren en lezen, nu en dan vergeten en dan maar snel inhalen, met telkens een kleine tip. Op de voorzijde lees je, na de obligate daginformatie, (meestal) één zin, op de keerzijde staat een verhaal over een boek, uiteraard bekende en minder bekende boeken en auteurs, binnen- en buitenland, fictie en non-fictie. Op 11 mei lees je over ‘Noem me bij jouwn naam’ van André Aciman, op 16 juni over ‘Weerwater’ van Renate Dorrestein, op 5 juli over een hotelgids van Loes Wijnhoven en op 18 augustus ‘Alfabet’ van Charlotte Dematons. Op 4 september lees je vooraan ‘Voel jij je soms uitgerekt als een elastiek?’ en wordt op de keerzijde uitgelegd dat je in een boek van Stijn Baert & Ann De Bisschop beland bent. Thisishowweread kiest voor “boekenpraat onder gelijkgestemde zielen”. Zoals het vandaag betaamt, is er een blog, zijn ze actief op facebook, gebruiken QR--codes en is er een tipgeversnetwerk.  

https://www.pelckmansuitgevers.be/de-eerste-zin-scheurkalender-2025.html

woensdag 13 november 2024

Van groei naar grens

Peter Lacoere



‘Als ik over milieu praat, haakt men na een half uur af. Als ik over ruimte praat, is dat maximum 10 minuten’. Een uitspraak van een bevlogen en ervaren lokaal politicus. Ruimte is nu éénmaal een abstract onderwerp, gepaard met veel vakjargon en gebonden door een complexe regelgeving. Ruimtelijk planner Peter Lacoere vindt er z'n weg doorheen. Hij slaat de brug tussen ruimte en milieu, maakt een verticale verbinding tussen Europees tot lokaal milieubeleid, zoekt een horizontale verbinding tussen de vele beleidsdomeinen, vergelijkt Vlaanderen met andere Europese landen en maakt ten slotte de vertaalslag van abstract naar concreet. Verder zat hij met diverse stakeholders aan tafel, overlegde met vele administraties en werkte mee aan het ruimtelijk beleidsadvies. Kortom, een stapel argumenten voor een uitgever om zijn doctoraatswerk te publiceren, ondanks de nichemarkt.

Lacoere zet de stap van de Club van Rome naar de planetaire grenzen van Rockström en stapt mee in het donutmodel van Raworth. Omdat klimaatverandering al ver over de planetaire grens zit, moet bij elk landgebruik nagedacht over de klimaatimpact. Om ecologische duurzaamheid, menselijke noden en sociale rechtvaardigheid met elkaar te verenigen, op een beperkte landoppervlakte, is er maar één optie: 'No Net Land Take', of ruimteneutraliteit. Dat is een ambitieus concept van ruimtelijke zelfbegrenzing, dat enerzijds kernen versterkt en anderzijds open ruimte zoveel mogelijk open laat. "Groeiplanning" moet zo vervangen worden door "begrensde en beschermende planning.” Daar is duidelijk nood aan: het ruimtebeslag in Vlaanderen ligt zes keer hoger dan het Europese gemiddelde, de fragmentatie acht keer. Dat vloeit niet alleen voort uit de welvaartsgroei, zoals elders in Europa, maar ligt vooral aan het te losse beleid. Lacoere eindigt knap met een zakelijke uiteenzetting van hoe we die bouwshift kunnen realiseren. Je leest over bevriezing van en verhandelbare ontwikkelingsrechten, beperkende voorschriften en planologische compensatie.

Ook verpaarding, hobbylandbouw, vertuining, planschade als verlammend instrument, en ga zo maar door, komen aan bod, telkens stevig onderbouwd of becijferd. Het boek leest als een cursus, heeft een zeer logische opbouw, bevat zakelijke keuzes, heldere redeneringen, stevige argumenten en veel cijfers en figuren. Wat wil je nog meer?

https://gompel-svacina.eu/product/van-groei-naar-grens/

 

De tekst verscheen op de site van BBL op 25 oktober 2024

https://www.bondbeterleefmilieu.be/artikel/ruimte-voor-ruimte-boeken-over-slimme-steden-natuur-en-achterkamers

De natuur van onze steden

Nadina Galle



Een immotijdschrift deelde ooit een artikel onder de naam “Plant geen boom”. Het stuk hekelde de administratieve perikelen die overenthousiaste boomplantacties met zich kunnen meebrengen. In haar boek pleit eco-ingenieur Nadina Galle wel voor bomen, vooral in steden. Ze is een hoogopgeleid en sterk geëngageerde wetenschapper, die vaak in de aandacht én de prijzen loopt. Ze bespeelt dan ook vlot alle registers, van geschreven boek tot een uitgekiende online-presence. Ze was een uk toen haar ouders Nederland verlieten en naar Canada trokken, waar ze in een typische voorstad opgroeide. Het boek verscheen eerst aldaar in het Engels, maar is nu ook in het Nederlands beschikbaar.

Als wetenschapper adoreert ze feitenkennis, en maakt deze voor iedereen toegankelijk en raadpleegbaar. Ze praat over het ‘Internet of Nature’: zorg voor bomen kan geïndividualiseerd worden tot op het kleinste niveau, de relevantie van bomen kan in geld worden uitgedrukt om besluitvorming makkelijker te maken, steden kunnen met sensoren uitgerust worden om de ondergrondse ‘spaghetti aan nutsleidingen’ in beeld te brengen en zo gerichtere ingrepen mogelijk te maken. 

“… sta ik even stil naast het zwembad dat zijn toevluchtsoord was tijdens de eerste natuurbrand en kijk rond. In de hoek zie ik de opgerolde tuinslang liggen waarmee hij de as verdreef telkens wanneer hij boven water kwam om te ademen.” Het tekent het karakter van Galle. Ze vertoeft niet enkel achter een bureau en op het terrein; het liefst van al praat ze met mensen. Natuurbrand bestrijden in Californië? Ze gaat op stap met de mensen die het écht doen, ze praat, achterhaalt hun drijfveren, en schrijft het neer. Doorheen de lijvige gesprekken geeft ze haar onderbouwde mening. Ze wijst op de diverse risico’s van de klimaatverandering zoals branden, droogtes en overstromingen, ze stelt dat het geen keuze is tussen stedelijke ontwikkeling en natuur maar dat beide perfect samen kunnen, ze pleit voor stadstuinen, groendaken en wadi’ s, kortom, ze vertelt niets nieuws, maar ze vertelt boeiend en overtuigend, gebruikt actuele cijfers en weeft het grote en het kleine verhaal mooi samen.

https://www.lannoo.be/nl/de-natuur-van-onze-steden

 

De tekst verscheen op de site van BBL op 25 oktober 2024

https://www.bondbeterleefmilieu.be/artikel/ruimte-voor-ruimte-boeken-over-slimme-steden-natuur-en-achterkamers

De vrienden van het vastgoed

 Tom Cochez en David Leloup





“Politiekers zien promotoren graag, hoor”: een uitspraak van Jeroen Piqueur, de flamboyante ex-baas van het vastgoedbedrijf Optima. De vervlechting van politiek en de vastgoed is alom bekend. Op 9 oktober 2024 kopte De Standaard dat 1 op 8 burgemeesters zakelijke belangen heeft in vastgoed: een duizelingwekkend cijfer, iets te hoog om nog over ‘toeval’ te spreken. Maar hoe maak je die abstrace beïnvloeding zichtbaar voor iedereen? Waar en wanneer worden grenzen overschreden? Tom Cochez en David Leloup schreven er een boek over. Uitgever Apache legt zich toe op berichtgeving, onafhankelijk, kritisch, getoetst, hertoetst en opnieuw getoetst, maar boeken uitgeven is eigenlijk hun ding niet. Het contract werd dan ook met een andere uitgever, Houtekiet, getekend, het boek lag al klaar, maar toen werd het contract eenzijdig opgezegd. Apache gaf het ongewenste boek dan maar zelf uit, met logistieke steun van EPO.

Het leest als een uitstekende thriller: jammer genoeg is het zuivere non-fictie. De journalisten ontrafelen een mechanisme. Het verhaal opent met het veelbesproken etentje in hartje van Antwerpen met Eric van der Paal, de sterke man van Land Invest. Geleidelijk komt de volledige machine in beeld. Intens lobbywerk geeft aanleiding tot lucratieve deals voor bepaalde bouwbedrijven. Kort door de bocht: enkele politici beslissen, een groot bedrijf bouwt, andere politici financieren en een ander bedrijf verkoopt. Treed binnen in de duistere krochten van de besluitvorming, dure etentjes, dubieuze contracten, verdachte betalingen, zelfverrijking, de immocratie, politieke vriendendiensten, een schrijnend gebrek aan moraal.  Shakespeare schreef het al: “de machthebber heeft geen macht, de macht heeft de machthebber”. De auteurs doen veel moeite om de lezer niet te verliezen. In het kluwen van personen, rechtspersonen, data, plaatsen, afspraken, geldtransacties houden ze de context steeds helder in beeld. Zo komt een systeem met twee koppen aan het licht: aan de ene kant bakkeleien N-VA en PS voortdurend over gemeenschapsgeld, structuren en attitudes, maar in de coulissen zijn ze frivole zakenpartners, met de Antwerpse N-VA en de Luikse PS op kop.

https://shop.apache.be/products/de-vrienden-van-het-vastgoed

 

De tekst verscheen op de site van BBL op 25 oktober 2024

https://www.bondbeterleefmilieu.be/artikel/ruimte-voor-ruimte-boeken-over-slimme-steden-natuur-en-achterkamers

 

Ruimte voor ruimte: boeken over slimme steden, natuur en achterkamers

In de boekenrubriek maken we deze maand ruimte voor ‘ruimte’, een ruim begrip (als flauwe opener kan dit tellen). We zetten drie verschillende invalshoeken naast elkaar. Het ene boek bepleit een begrenzing van ruimtegebruik, het tweede wil meer natuur in onze stad zien en tot slot staan we even stil bij een boek dat vertelt hoe het grondig kan mislopen.

 

Peter Lacoere, Van groei naar grens, ruimtegebruik en bouwshift als doelstellingen van duurzaam landgebruik

‘Als ik over milieu praat, haakt men na een half uur af. Als ik over ruimte praat, is dat maximum 10 minuten’. Een uitspraak van een bevlogen en ervaren lokaal politicus. Ruimte is nu éénmaal een abstract onderwerp, gepaard met veel vakjargon en gebonden door een complexe regelgeving. Ruimtelijk planner Peter Lacoere vindt er z'n weg doorheen. Hij slaat de brug tussen ruimte en milieu, maakt een verticale verbinding tussen Europees tot lokaal milieubeleid, zoekt een horizontale verbinding tussen de vele beleidsdomeinen, vergelijkt Vlaanderen met andere Europese landen en maakt ten slotte de vertaalslag van abstract naar concreet. Verder zat hij met diverse stakeholders aan tafel, overlegde met vele administraties en werkte mee aan het ruimtelijk beleidsadvies. Kortom, een stapel argumenten voor een uitgever om zijn doctoraatswerk te publiceren, ondanks de nichemarkt.

Lacoere zet de stap van de Club van Rome naar de planetaire grenzen van Rockström en stapt mee in het donutmodel van Raworth. Omdat klimaatverandering al ver over de planetaire grens zit, moet bij elk landgebruik nagedacht over de klimaatimpact. Om ecologische duurzaamheid, menselijke noden en sociale rechtvaardigheid met elkaar te verenigen, op een beperkte landoppervlakte, is er maar één optie: 'No Net Land Take', of ruimteneutraliteit. Dat is een ambitieus concept van ruimtelijke zelfbegrenzing, dat enerzijds kernen versterkt en anderzijds open ruimte zoveel mogelijk open laat. "Groeiplanning" moet zo vervangen worden door "begrensde en beschermende planning.” Daar is duidelijk nood aan: het ruimtebeslag in Vlaanderen ligt zes keer hoger dan het Europese gemiddelde, de fragmentatie acht keer. Dat vloeit niet alleen voort uit de welvaartsgroei, zoals elders in Europa, maar ligt vooral aan het te losse beleid. Lacoere eindigt knap met een zakelijke uiteenzetting van hoe we die bouwshift kunnen realiseren. Je leest over bevriezing van en verhandelbare ontwikkelingsrechten, beperkende voorschriften en planologische compensatie.

Ook verpaarding, hobbylandbouw, vertuining, planschade als verlammend instrument, en ga zo maar door, komen aan bod, telkens stevig onderbouwd of becijferd. Het boek leest als een cursus, heeft een zeer logische opbouw, bevat zakelijke keuzes, heldere redeneringen, stevige argumenten en veel cijfers en figuren. Wat wil je nog meer?

https://gompel-svacina.eu/product/van-groei-naar-grens/

 

Nadina Galle, De natuur van onze steden

Een immotijdschrift deelde ooit een artikel onder de naam “Plant geen boom”. Het stuk hekelde de administratieve perikelen die overenthousiaste boomplantacties met zich kunnen meebrengen. In haar boek pleit eco-ingenieur Nadina Galle wel voor bomen, vooral in steden. Ze is een hoogopgeleid en sterk geëngageerde wetenschapper, die vaak in de aandacht én de prijzen loopt. Ze bespeelt dan ook vlot alle registers, van geschreven boek tot een uitgekiende online-presence. Ze was een uk toen haar ouders Nederland verlieten en naar Canada trokken, waar ze in een typische voorstad opgroeide. Het boek verscheen eerst aldaar in het Engels, maar is nu ook in het Nederlands beschikbaar.

Als wetenschapper adoreert ze feitenkennis, en maakt deze voor iedereen toegankelijk en raadpleegbaar. Ze praat over het ‘Internet of Nature’: zorg voor bomen kan geïndividualiseerd worden tot op het kleinste niveau, de relevantie van bomen kan in geld worden uitgedrukt om besluitvorming makkelijker te maken, steden kunnen met sensoren uitgerust worden om de ondergrondse ‘spaghetti aan nutsleidingen’ in beeld te brengen en zo gerichtere ingrepen mogelijk te maken. 

“… sta ik even stil naast het zwembad dat zijn toevluchtsoord was tijdens de eerste natuurbrand en kijk rond. In de hoek zie ik de opgerolde tuinslang liggen waarmee hij de as verdreef telkens wanneer hij boven water kwam om te ademen.” Het tekent het karakter van Galle. Ze vertoeft niet enkel achter een bureau en op het terrein; het liefst van al praat ze met mensen. Natuurbrand bestrijden in Californië? Ze gaat op stap met de mensen die het écht doen, ze praat, achterhaalt hun drijfveren, en schrijft het neer. Doorheen de lijvige gesprekken geeft ze haar onderbouwde mening. Ze wijst op de diverse risico’s van de klimaatverandering zoals branden, droogtes en overstromingen, ze stelt dat het geen keuze is tussen stedelijke ontwikkeling en natuur maar dat beide perfect samen kunnen, ze pleit voor stadstuinen, groendaken en wadi’ s, kortom, ze vertelt niets nieuws, maar ze vertelt boeiend en overtuigend, gebruikt actuele cijfers en weeft het grote en het kleine verhaal mooi samen.

https://www.lannoo.be/nl/de-natuur-van-onze-steden

 

Tom Cochez en David Leloup, De vrienden van het vastgoed

“Politiekers zien promotoren graag, hoor”: een uitspraak van Jeroen Piqueur, de flamboyante ex-baas van het vastgoedbedrijf Optima. De vervlechting van politiek en de vastgoed is alom bekend. Op 9 oktober 2024 kopte De Standaard dat 1 op 8 burgemeesters zakelijke belangen heeft in vastgoed: een duizelingwekkend cijfer, iets te hoog om nog over ‘toeval’ te spreken. Maar hoe maak je die abstrace beïnvloeding zichtbaar voor iedereen? Waar en wanneer worden grenzen overschreden? Tom Cochez en David Leloup schreven er een boek over. Uitgever Apache legt zich toe op berichtgeving, onafhankelijk, kritisch, getoetst, hertoetst en opnieuw getoetst, maar boeken uitgeven is eigenlijk hun ding niet. Het contract werd dan ook met een andere uitgever, Houtekiet, getekend, het boek lag al klaar, maar toen werd het contract eenzijdig opgezegd. Apache gaf het ongewenste boek dan maar zelf uit, met logistieke steun van EPO.

Het leest als een uitstekende thriller: jammer genoeg is het zuivere non-fictie. De journalisten ontrafelen een mechanisme. Het verhaal opent met het veelbesproken etentje in hartje van Antwerpen met Eric van der Paal, de sterke man van Land Invest. Geleidelijk komt de volledige machine in beeld. Intens lobbywerk geeft aanleiding tot lucratieve deals voor bepaalde bouwbedrijven. Kort door de bocht: enkele politici beslissen, een groot bedrijf bouwt, andere politici financieren en een ander bedrijf verkoopt. Treed binnen in de duistere krochten van de besluitvorming, dure etentjes, dubieuze contracten, verdachte betalingen, zelfverrijking, de immocratie, politieke vriendendiensten, een schrijnend gebrek aan moraal.  Shakespeare schreef het al: “de machthebber heeft geen macht, de macht heeft de machthebber”. De auteurs doen veel moeite om de lezer niet te verliezen. In het kluwen van personen, rechtspersonen, data, plaatsen, afspraken, geldtransacties houden ze de context steeds helder in beeld. Zo komt een systeem met twee koppen aan het licht: aan de ene kant bakkeleien N-VA en PS voortdurend over gemeenschapsgeld, structuren en attitudes, maar in de coulissen zijn ze frivole zakenpartners, met de Antwerpse N-VA en de Luikse PS op kop.

https://shop.apache.be/products/de-vrienden-van-het-vastgoed

 

De tekst verscheen op de site van BBL op 25 oktober 2024

https://www.bondbeterleefmilieu.be/artikel/ruimte-voor-ruimte-boeken-over-slimme-steden-natuur-en-achterkamers